Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2012
CiteertitelVerordening haven- en kadegelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie
Externe bijlagenexb-2016-34897 exb-2016-34898 tarieventabel haven- en kadegelden 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de "Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2011", vastgesteld op 11-11-2010. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-201101-01-2013nieuwe regeling

01-12-2011

Gemeenteblad, 2011, 38

b&w 18-10-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2012

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2012;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELDEN 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene wet : de Algemene wet op de rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb.301);

  • b.

    Invorderingswet : de Invorderingswet 1990 (Stb.221);

  • c.

    Vaartuig : een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd danwel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvend lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;

  • d.

    Meetbrief : het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, (Stb.548 Besluit Binnenschependocumenten);

  • e.

    Vrachtschip : een vaartuig dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoeren van goederen;

  • f.

    Sleepboot : een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • g.

    Drijvend werktuig : een vaartuig in gebruik als drijvende bok, kraan, baggermolen of zandzuiger;

  • h.

    Passagiersschip : een vaartuig dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • i.

    Zeilend bedrijfsvaartuig : een vaartuig, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van personen;

  • j.

    Drijvend verkooppunt : een vaartuig van waaruit goederen ter verkoop worden aangeboden;

  • k.

    Pleziervaartuig : een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip of zeilend bedrijfsvaartuig;

  • l.

    Woonschip : een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning;

  • m.

    Laadvermogen : het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de waterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • n.

    Ton : een massa van 1.000 kilogram;

  • o.

    Tabel : de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakend tarieventabel;

  • p.

    Termijn : een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven of kade plaatsvindt;

    • -

      dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

    • -

      maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;

    • -

      kwartaal: een aaneengesloten tijdvak van 3 maanden;

    • -

      halfjaar: een aaneengesloten tijdvak van 6 maanden;

    • -

      jaar: een aaneengesloten tijdvak van 12 maanden.

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de benaming haven- en kadegelden wordt een recht geheven ter zake van:

  • a.

    het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

  • b.

    rechten voor het genot van de door de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.

Artikel 4 Heffingsgrondslagen

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    Grondslagen voor de berekening van havengeld zijn:

    • a.

      Het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      De lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;

    • c.

      Aantal containers.

  • 2.

    In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

Artikel 5 Tarieven

Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6 van deze verordening.

Artikel 6 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    Geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    Wordt de lengte van het vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 3.

    Wordt een gedeelte van een eenheid van massa of van lengte voor een volle eenheid gerekend, tenzij anders vermeld;

  • 4.

    Wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij een langere termijn is gevraagd;

  • 5.

    Worden ter bepaling van de duur van het verblijf in de haven of aan de kade niet in aanmerking genomen: de zondag, een algemeen erkende christelijke feestdag, aansluitend aan de dag van aankomst, tenzij het vaartuig op een dezer dagen geladen of gelost wordt of passagiers in- of ontscheept;

  • 6.

    Wordt de termijn geacht niet te zijn beëindigd voor vaartuigen die een proefvaart maken.

Artikel 7 Verschuldigdheid

  • 1.

    Het haven- en kadegeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven of kade begint.

  • 2.

    Bij voortgezet gebruik van de haven of kade, na afloop van de termijn waarover haven- en kadegeld verschuldigd is, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven of kade opnieuw aanvang.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan op aanvraag van de belastingplichtige een termijn van een dag of een week verlengd worden tot een week respectievelijk twee weken. Alsdan is een recht verschuldigd tot het bedrag waarmede het voor een termijn van een week respectievelijk twee weken verschuldigde bedrag het voor een termijn van een week respectievelijk een week verschuldigde bedrag overtreft.

  • 4.

    Indien een vaartuig in de loop van een termijn, die in de tabel is aangeduid als een termijn per reis, het gebruik van de haven of kade beëindigt en de gemeente verlaat en daarna in de loop van die termijn terugkeert begint bij die terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven of kade opnieuw een aanvang.

  • 5.

    De in lid 3 van dit artikel bedoelde aanvraag moet binnen twee weken na de aanvang van het gebruik worden gedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het haven- en kadegeld wordt geheven door middel van afgifte van een gedagtekende nota of een andere schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Invordering

  • 1.

    Behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel moet het haven- en kadegeld worden voldaan bij de aanbieding van de nota of andere schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Ingeval de nota of andere schriftelijke kennisgeving wordt toegezonden moet het haven- en kadegeld worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van die nota of schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Vrijstellingen

Het haven- en kadegeld wordt niet geheven van:

  • a.

    Vaartuigen in directe dienst van het rijk, de provincie of de gemeente;

  • b.

    Oorlogsvaartuigen;

  • c.

    Rode Kruis- en hospitaalschepen;

  • d.

    Vaartuigen, die gedwongen zijn de haven of kade te gebruiken als gevolg van mist, storm of ijsgang, danwel wegens ongeval, ziekte of overlijden van opvarenden of bloed- en aanverwanten van opvarenden tot en met de tweede graad;

  • e.

    Nieuw gebouwde vaartuigen, niet zijnde pleziervaartuigen, die in de gemeente te water worden gelaten, mits geen lading wordt ingenomen en geen ander gebruik van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend, door de gemeente aangelegd of onderhouden kunstwerk wordt gemaakt, dan om het vaartuig voor een eerste reis uit te rusten;

  • f.

    Open roeiboten en kano’s;

  • g.

    Vaartuigen, bestemd om te worden voortbewogen door windkracht, waarbij geen groter zeiloppervlakte kan worden gevoerd dan 12 vierkante meter;

  • h.

    Vaartuigen, die uitsluitend ten behoeve van proviandering gebruik maken van de haven of kade, mits dat gebruik niet langer duurt dan een aaneengesloten tijdvak van 12 uren.

Artikel 11 Ontheffing en overschrijving

  • 1.

    Van het haven- en kadegeld dat wordt geheven bij wege van abonnement voor een termijn langer dan een maand wordt, indien het gebruik van de haven of kade is geëindigd voor de termijn, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, ontheffing verleend naar evenredigheid over het aantal nog niet verstreken volle maanden.

  • 2.

    Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde haven- en kadegeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde haven- en kadegeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde haven- en kadegeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

  • 3.

    Het na toepassing van de in lid 2 van dit artikel bedoelde verrekening verschuldigde bedrag is invorderbaar overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 1 en 2 van deze verordening.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van haven- en kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Omzetbelasting

De in de tarieventabel tarieven zijn inclusief omzetbelasting. Werkzaamheden voor zeeschepen zijn belast met 0% omzetbelasting.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven- en kadegeld.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening haven- en kadegelden 2011’ van de gemeente Kampen, vastgesteld op 11 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening haven- en kadegelden 2012’.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 1 december 2011,

 

de griffier,                                                         de voorzitter,