Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Welzijn Veldhoven 2012 |
Citeertitel | Subsidieverordening Welzijn Veldhoven 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Deelverordeningen |
Geen
Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2012 | 01-01-2013 | Wijziging, art. 42a | 27-03-2012 | 12.022 | |
29-12-2011 | 05-04-2012 | Nieuwe regeling | 20-12-2011 | 11.155 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Een gesubsidieerde instelling is verplicht van wijziging in de statuten, waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze van belang is of kan zijn bij de beoordeling van een subsidieaanvraag, onverwijld mededeling te doen aan het college van burgemeester en wethouders onder overlegging van een afschrift van die gewijzigde statuten.
In bijzondere gevallen kan subsidie verleend worden ten behoeve van door natuurlijke personen georganiseerde activiteiten. De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden dan voorzover mogelijk overeenkomstige toepassing. Indien de activiteiten echter structureel zijn is het wel noodzakelijk dat een rechtspersoon de subsidie aanvraagt.
Artikel 5 Toestemming noodzakelijk
De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het bestuursorgaan volgens artikel 4:71 Awb voor:
Het college van burgemeester en wethouders is krachtens delegatie bevoegd besluiten te nemen betreffende de verlening en vaststelling van incidentele subsidies, voorzover de in de gemeentebegroting voor dat doel opgenomen gelden toereikend zijn, en met inachtneming van door de gemeenteraad ter zake gestelde beperkingen.
Het college van burgemeester en wethouders is, eveneens krachtens delegatie, ten aanzien van de in artikel 4 genoemde subsidiecategorieën bevoegd besluiten te nemen tot intrekking of wijziging van de subsidiebeschikkingen. Hieronder begrepen het verlenen van voorschotten, de betaling van voorschotten of subsidiebedragen, opschorting van de verplichting tot betaling van voorschotten of subsidiebedragen, terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen en alle overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen.
Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden geeft het college van burgemeester en wethouders, onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 7, bij de verdeling van de beschikbare bedragen die aanvragen voorrang, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:
Het gemeentebestuur kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 2, lid 2, en 7, lid 2, bij deelverordening of bij beleidsregel regels vaststellen met betrekking tot de wijze van indiening en afhandeling van aanvragen, aan de subsidiebeschikking te verbinden verplichtingen en de maximaal te verlenen subsidie.
Het college van burgemeester en wethouders kan één of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplichtingen.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voorschotten te verstrekken op een nog vast te stellen subsidie nadat een besluit tot subsidieverlening is genomen.
Een gesubsidieerde instelling dient op zodanige wijze georganiseerd te zijn, dat haar personeel en de vrijwilligers, alsmede degenen ten behoeve van wie zij haar activiteiten organiseert, in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van de instelling.
Een gesubsidieerde instelling dient in haar personeelsbeleid bijzondere aandacht te besteden aan de kansen van groeperingen, die een achterstand hebben op de arbeidsmarkt.
Artikel 16 Toegankelijkheid accommodaties
Waar activiteiten door gesubsidieerde instellingen uitgevoerd worden in accommodaties dienen deze mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar te zijn voor lichamelijk gehandicapten, tenzij de kosten voor het geschikt maken van de accommodatie voor genoemde deelgroepering niet in redelijke verhouding staat tot de aard, omvang en frequentie van de te subsidiëren activiteit.
Hoofdstuk II Meerjarige subsidies
De aanvraag en de daarbij te voegen bescheiden worden ingediend voor één subsidiejaar; ingeval van verstrekking van de subsidie in de vorm van een meerjarige subsidie kan voor de daarop volgende subsidiejaren van de lopende budgetperiode worden volstaan met indiening van de in de overeengekomen budgetafspraak aangegeven bescheiden binnen de daarbij aangegeven termijn.
In het jaar voorafgaand aan de budgetperiode wordt de instelling die middels het indienen van bescheiden kenbaar gemaakt heeft ook subsidie voor de daaropvolgende budgetperiode te willen ontvangen, zonodig na voorafgaand overleg, door het college van burgemeester en wethouders een concept-budgetafspraak toegezonden, waarin ten minste is opgenomen:
De gemeenteraad stelt, rekening houdend met de gemaakte budgetafspraken, jaarlijks vóór aanvang van het subsidiejaar, de meerjarige subsidies vast, middels het vaststellen van het WelzijnsBudgetPlan voor dat jaar, of zo vroeg mogelijk aan het begin van het subsidiejaar indien vaststelling voorafgaand aan het subsidiejaar om procedurele redenen niet mogelijk is.
De subsidie wordt bij de aanvang van het subsidiejaar betaalbaar gesteld, met dien verstande dat voor bedragen vanaf 2.250 EUR de subsidie in termijnen wordt verstrekt volgens het schema:
€ 2.250 tot € 4.500: 2 gelijke termijnen;
€ 4.501 tot € 22.700: 4 gelijke termijnen;
Bij die instellingen, die personeel in vast dienstverband hebben, wordt met betrekking tot de indexering van het budget onderscheid gemaakt tussen het loon- en prijsgevoelige deel daarvan. In de budgetafspraak wordt de hoogte van c.q. de verhouding tussen deze delen aangegeven en tevens op welke wijze deze delen zullen worden aangepast:
Indien in de loop van de budgetperiode blijkt dat de werkelijke indexpercentages betrekking hebbend op het loongevoelige deel uitzonderlijk, dat wil zeggen met 30% of meer van het jaarlijkse advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over de loonruimte, afwijken van de voor de berekening van het jaarbudget gehanteerde indexcijfers, kan de gemeenteraad besluiten tot tussentijdse aanpassing van het jaarbudget, en kan in voorkomende gevallen een verrekening in het volgende subsidiejaar plaatshebben.
Artikel 24 Bestemmings- en algemene reserves
Naast de reeds genoemde toegestane bestemmingsreserves is de instelling gerechtigd ontstane overschotten ten opzichte van de beschikbaar gestelde budgetten te bestemmen tot algemene reserve, tenzij die overschotten ontstaan zijn als gevolg van het niet nakomen van de in de budgetafspraak vastgelegde voorwaarden en prestaties.
De gemeenteraad kan een maximum stellen aan de in lid 3 bedoelde algemene reserve. In dat geval is dat maximum aangegeven in de desbetreffende budgetafspraak. Ten aanzien van instellingen met beroepskrachten in dienst zal hiervoor worden bepaald dat de algemene reserve over de gehele budgetperiode maximaal 25%van de totale exploitatie mag bedragen.
Indien in de budgetafspraak geen maximum voor de algemene reserve is aangegeven, en indien de algemene reserve naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders buitensporig genoemd kan worden in verhouding tot het door de instelling uit te voeren activiteitenplan, kan het college van burgemeester en wethouders de raad voorstellen bij de vaststelling van het budget voor de eerstvolgende budgetperiode rekening te houden met de omvang van de algemene reserve.
Artikel 25 Tussen- en eindrapportage
Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten dat het niet of niet tijdig indienen van de in lid 1 bedoelde gegevens tot gevolg heeft dat in eerste instantie een korting van 1/3 van het totale subsidiebedrag voor het daaropvolgende jaar zal worden toegepast. Indien de gegevens in het daaropvolgende jaar weer te laat of niet worden ingediend, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten dat de korting 2/3 van het totaal bedraagt. Mocht het niet of niet tijdig indienen van de gegevens voor de derde maal voorkomen, kan dit tot gevolg hebben dat de subsidie nihil wordt.
De gegevens die in de budgetafspraak worden genoemd onder ‘eindrapportage’ vormen mede de basis voor het bepalen c.q. (zo nodig in overleg) bijstellen van het budget voor de daaropvolgende meerjarige budgetperiode. Zij vormen geen aanleiding tot bijstelling van het budget voor de in de budgetafspraak overeengekomen budgetperiode.
Artikel 26 Nieuwe verplichtingen
De instelling mag gedurende de budgetperiode geen afspraken maken of verplichtingen aangaan waarvan bekend is of verwacht kan worden, dat deze na de budgetperiode zullen leiden tot structureel hogere financiële lasten, tenzij daarvoor vooraf toestemming is gegeven door burgemeester en wethouders.
Artikel 27 Tussentijdse openbreking van de budgetafspraak
Tussentijdse openbreking van de budgetafspraak is bovendien mogelijk:
indien door de instelling daarom wordt verzocht ingeval van een calamiteit, waaronder in dit verband wordt verstaan een situatie, waarin door plotseling opkomende bijzondere omstandigheden de instelling voor zodanige financiële problemen wordt gesteld, dat het voortbestaan van de activiteiten en/of de instelling in gevaar komt;
Het college van burgemeester en wethouders is, ingeval de tussentijdse openbreking betrekking heeft op een tijdvak waarvoor de subsidie reeds is vastgesteld, vooruitlopend op een beslissing conform dit artikel c.q. een daarmede samenhangende formele wijziging van de subsidiebeschikking en onverlet het bepaalde in artikel 4:56 Awb, bevoegd de termijnbetalingen, als bedoeld in artikel 22, lid 1, aan te passen.
Meerjarige subsidies worden niet afgerekend. Indien een instelling gedurende de budgetperiode met een tekort te kampen krijgt, zal dit tekort derhalve niet worden aangezuiverd, tenzij en voor zover toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 23, lid 3 of lid 4 of het bepaalde in artikel 27, lid 7.
Hoofdstuk III Eenjarige subsidies
De gemeenteraad beslist jaarlijks vóór aanvang van het subsidiejaar over de verlening van de éénjarige subsidies, middels het vaststellen van het WelzijnsBudgetPlan voor dat jaar, of zo vroeg mogelijk aan het begin van het subsidiejaar indien vaststelling voorafgaand aan het subsidiejaar om procedurele redenen niet mogelijk is.
Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing op de betaalbaarstelling van vastgestelde eenjarige subsidies.
Het college van burgemeester en wethouders brengt omtrent een verzoek als bedoeld in het eerste lid advies uit aan de gemeenteraad. De instelling wordt zo spoedig mogelijk van dit advies op de hoogte gesteld. De gemeenteraad neemt op basis van dat advies een besluit over het verzoek. Onverlet het bepaalde in artikel 24 wordt bij de beoordeling van de aanvraag rekening gehouden met eventueel gevormde algemene reserves.
Hoofdstuk IV Incidentele subsidies
Een instelling die in aanmerking wil komen voor een incidentele subsidie ten behoeve van een eenmalige activiteit, dient daartoe een aanvraag in bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting en een beschrijving van de geplande activiteit. Het college van burgemeester en wethouders kan de instelling verzoeken aanvullende informatie te verstrekken.
Voorzover de aanvrager van een incidentele subsidie voor dezelfde begrote inkomsten en uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij één of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
Artikel 36 Subsidievaststelling
In de subsidiebeschikking wordt aangegeven of een vaststelling van de subsidie dient plaats te vinden. Indien een vaststelling dient plaats te vinden, moet de instelling binnen 3 maanden na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend een financieel verslag en een activiteitenverslag indienen, tenzij de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn bepaalt.
Hoofdstuk V Investeringsbijdrage
De aanvraag om een investeringsbijdrage waarin de verordening of de beleidsregels niet voorzien, wordt voor 1 december voorafgaande aan het jaar waarin de voorjaarsnota wordt vastgesteld ten behoeve van investeringen of activiteiten die in het jaar na vaststelling van bestreffende voorjaarsnota of eventueel de meerjarenbegroting zijn gepland, ingediend.
Artikel 38 Subsidievaststelling
In de subsidiebeschikking wordt aangegeven of een vaststelling van de subsidie dient plaats te vinden. Indien een vaststelling dient plaats te vinden, moet de instelling binnen 3 maanden na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend een financieel verslag en een activiteitenverslag indienen, tenzij de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn bepaalt.
Hoofdstuk VI Deelverordeningen
In de bij deze verordening behorende en daarvan onderdeel uitmakende bijlagen zijn voor de hierna genoemde werksoorten de volgende deelverordeningen opgenomen:
Bijlage A: “Deelverordening muziek”
Bijlage B: “Deelverordening zang”
Bijlage C: “Deelverordening toneel”
Bijlage D: “Deelverordening beeldende amateurkunst”
Bijlage E: “Deelverordening koninginnedag-activiteiten”
Bijlage F: “Deelverordening subsidiëring van culturele evenementen”
Bijlage G: “Deelverordening voor subsidiëring van schoolvoorstellingen in Theater De Schalm””
Bijlage H: “Deelverordening wijkinstellingen en wijkbladen”
Bijlage I: “Deelverordening wijkplatforms”
Bijlage J: “Deelverordening straat- en buurtactiviteiten”
Bijlage K: “Deelverordening buurtpreventie”
Bijlage L: “Deelverordening vrouwenorganisaties”
Bijlage M: “Deelverordening torenuurwerken”
Bijlage N: “Deelverordening ouderenwerk”
Bijlage O: “Deelverordening onderwijsranddiensten”
Bijlage P: “Deelverordening jeugdsport”
Bijlage Q: “Deelverordening aangepast sporten”
Bijlage R: “Deelverordening jeugdwerk”
Bijlage S: “Deelverordening ontwikkelingssamenwerking”.
Bijlage T: “Deelverordening subsidiëring van onkostenvergoedingen zorgvrijwilligers”
Bijlage U: “Deelverordening tegemoetkoming aan vrijwilligers met schade aan motorrijtuigen’’
Bijlage V: “Deelverordening Jubileumbijdrage vrijwilligersorganisaties’’
Bijlage W: “Deelverordening tegemoetkoming in de kosten van EHBO-cursussen voor vrijwilligers”
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd in individuele gevallen van één of meer bepalingen van deze verordening af te wijken.
Artikel 41 Intrekking Subsidieverordening Welzijn Veldhoven 2011
De Subsidieverordening Welzijn Veldhoven 2011 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze nog geldt voor subsidies die op basis daarvan zijn verleend of vastgesteld.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking in een plaatselijk huis-aan-huisblad.
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op subsidieaanvragen en -besluiten die betrekking hebben op het subsidiejaar 2012.