Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2010 wordt met ingang van 1 januari 2012 ingetrokken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 14-12-2011 Ons Weekblad, 06-01-2012 | 06-01-2012 |
De raad van de gemeente Baarle-Nassau;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2011;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning
besluit vast te stellen de hierna volgende ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012’.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet maatschappelijke ondersteuning.
College van burgemeester en wethouders.
Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Zelfredzaamheid: Het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk of financiële vermogen om voorzieningen te treffen die maatschappelijke participatie mogelijk maken.
5.Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten
Aanmelding: de mededeling door of namens een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is.
12.Algemeen gebruikelijke voorziening
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.
Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk kan worden gebruikt, bijvoorbeeld het collectief vraagafhankelijk vervoer.
Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
15.Wettelijk voorliggende voorziening
Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de wet wordt verstrekt.
Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.
Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.
Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente Baarle-Nassau door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 8. Het leveren van maatwerk
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig. als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 10. Wonen in een geschikt huis
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning het bedrag zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning te boven gaat.
Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiele tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19. Overwegende bezwaren
Het college legt in het gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning Baarle-Nassau vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Paragraaf 5. Eigen bijdrage, eigen aandeel terugbetaling bij verkoop
Artikel 23 Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden.
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Een aanvrager is verplicht medewerking te verlenen aan het college of de door hen aangewezen adviesinstantie en gegevens te verschaffen of te doen verschaffen, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Indien de aanvrager zijn medewerkingverplichting niet nakomt, dan kan het college, mits onvoldoende informatie voor handen is voor een zorgvuldig besluit, besluiten de aanvraag af te wijzen, omdat het recht op een voorziening niet vast te stellen is.
Artikel 27. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie.