Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2012
CiteertitelLegesverordening 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 229 lid 1, aanhef en onderdeel b en Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440) art. 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201201-01-2013Nieuwe regeling

21-12-2011

Roder Journaal 04-01-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2012

De raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van leges 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen voor vergunningen ten behoeve van landelijke instellingen die voorkomen op het collecterooster, dat jaarlijks door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) wordt vastgesteld;

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in titel 3, hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    De op grond van deze verordening en tarieventabel verschuldigde leges wordt afgerond op een veelvoud van 5 eurocent.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    Met betrekking tot de diensten bedoeld in de titels 1, 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, waarvoor de te heffen leges meer bedragen dan € 2.000,00, moeten de leges worden betaald in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Tussentijdse wijziging van tarieven

  • 1.

    In de tarieventabel opgenomen tarieven - die tot stand komen op grond van nieuwe of gewijzigde regelgeving van anderen dan de gemeente - zijn bij tussentijdse wijziging van die regelgeving gedurende het kalenderjaar, zonder aanpassing van de verordening, direct van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van die regelgeving. Een document, waaruit de aanpassing blijkt, wordt als bijlage aan deze verordening toegevoegd.

  • 2.

    In de tarieventabel opgenomen tarieven en/of onderdelen van tarieven – die door bij wettelijk voorschrift voorgeschreven adviseurs bij de gemeente als kosten in rekening worden gebracht – zijn bij tussentijdse wijziging van die kosten gedurende het kalenderjaar, zonder aanpassing van de verordening, direct van toepassing. Een document, waaruit de aanpassing blijkt, wordt als bijlage aan deze verordening toegevoegd.

Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011’ van 22 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 1,75%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op een veelvoud van 5 eurocent.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid treden de onderdelen 2.3.4.9 en 2.3.4.10 van de tarieventabel in werking op het tijdstip dat het voorstel van wet, houdende regels voor het verlenen van vergunning voor de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen (Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen), Kamerstukken II 2010/11, 32366, nr. 2, tot wet wordt verheven en in werking treedt, welk tijdstip tevens de datum van ingang van de heffing is.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2012.

 

Roden, 21 december 2011

De Raad van de gemeente Noordenveld,

voorzitter, griffier,

BIJLAGE

Tarieventabel leges, behorende bij de Legesverordening 2012.

Indeling tarieventabel:

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14 Standplaatsen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Beoordelen conceptaanvraag of schetsplan/invoeren (analoge) aanvraag in de OLO

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf of verrekening

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen ten behoeve van activiteiten (aanleggen, bouwen of slopen)

Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten (zonder aanleggen, bouwen of slopen)

Hoofdstuk 10 Sloopmelding

Hoofdstuk 11 Wet geluidhinder

Hoofdstuk 12 Overige en niet in deze titel benoemde beschikkingen

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag

€ 222,50

1.1.1.2

zaterdag (ook op locatie)

€ 530,50

1.1.1.3

op locatie

€ 342,75

1.1.2

Het tarief bedraagt voor een optreden van een ambtenaar als een getuige bij een huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie per getuige

€ 34,50

1.1.3

Op maandag en dinsdag is de huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie in het gemeentehuis om 09.00 uur kosteloos

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

1.1.4.1

maandag tot en met vrijdag

€ 222,50

1.1.4.2

zaterdag

€ 530,50

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een locatie anders dan aangegeven in 1.1.4:

 

1.1.5.1

maandag tot en met vrijdag

€ 342,75

1.1.5.2

zaterdag

€ 530,50

1.1.6

Het tarief bedraagt voor de administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 57,25

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 17,25

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het ter legalisatie opzenden van stukken naar een andere gemeente of autoriteit en voor het aanvragen van afschriften van of uittreksels uit akten van de burgerlijke stand of andere akten, registers of stukken uit een andere gemeente of van een andere autoriteit

€ 11,50

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.9.1

een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 18,00

1.1.9.2

een duplicaat van dit boekje

€ 18,00

1.1.10

Het tarief bedraagt voor kalligraferen van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 15,50

1.1.11

Het tarief bedraagt voor het bijschrijven van een kind in een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 6,25

1.1.12

Het tarief bedraagt voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand zoals bedoeld in artikel 23b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 11,80

1.1.13

Het tarief bedraagt voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 21,20

1.1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn voor gebruik in het buitenland

€ 11,80

1.1.15

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 48,50

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 59,25

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 53,25

1.2.1.4

tot het bijschrijven van één of meer kinderen in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

(NB deze bepaling vervalt per 1 juni 2012)

€ 9,25

1.2.1.5

tot het bijschrijven van één of meer kinderen door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 22,00

1.2.1.6

tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 22,00

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

€ 30,00

1.2.2.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1

€ 40,00

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en in 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,90

1.2.4

Het tarief genoemd in 1.2.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

1.2.5

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

(NB deze bepaling vervalt per 1 juni 2012)

€ 21,75

1.2.6

Het tarief bedraagt voor het opmaken van een verklaring van vermissing van een vorig reisdocument en het instellen van een onderzoek naar de gegevens daarvan

(NB deze bepaling vervalt per 1 juni 2012)

€ 22,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 37,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs indien de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document niet kan worden overgelegd

€ 58,50

1.3.4

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een eigen verklaring ten behoeve van de verkrijging van geschiktheid, het tarief als vastgesteld door het CBR

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 6,25

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 6,25

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,25

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,25

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het afstemmen van gegevens via alternatieve media voor afnemers per afstemming:

€ 22,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Vervallen.

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Niet van toepassing.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een exemplaar van de programmabegroting

€ 17,50

1.7.1.2

een exemplaar van de gemeenterekening

€ 17,50

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.2.1

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de raadsagenda, raadsvoorstellen, ontwerpbesluiten en notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad:

 

1.7.2.1.1

indien deze raadsstukken worden afgehaald

€ 28,25

1.7.2.1.2

op de geregelde toezending hiervan

€ 90,00

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.3.1

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de commissiestukken:

 

1.7.3.1.1

indien deze raadsstukken worden afgehaald

€ 28,25

1.7.3.1.2

op de geregelde toezending hiervan

€ 90,00

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan (inclusief uitwerkings- of wijzigingsplan), voorbereidingsbesluit, streekplan, welstandsnota, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan, structuurvisie of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,25

1.8.1.1.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,50

1.8.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan (inclusief uitwerkings- of wijzigingsplan), voorbereidingsbesluit, streekplan, welstandsnota, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan, structuurvisie of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 0,50

1.8.1.3

Het tarief als bedoeld in 1.8.1.1.1 tot en met 1.8.1.2 wordt verhoogd met de hieraan bestede arbeidstijd, als deze de tijdsduur van een kwartier overschrijdt, berekent op basis van een uurtarief van € 65,00

 

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 12,50

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 6,25

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 6,25

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 6,25

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 12,50

1.8.2.6

Het tarief als bedoeld in 1.8.2.5 wordt voor het verstrekken van informatie uit en over de gemeentelijke beperkingen, dan wel het geven van een toelichting, vermeerderd met een toeslag per kwartier van

€ 17,25

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn per pagina

€ 6,25

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening en/of foto of waarmerking van enig stuk

€ 6,25

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, ongeacht het resultaat, alsmede voor anonimiseringswerkzaamheden om de informatie te kunnen verstrekken, het vervaardigen van uittreksels en/of samenvattingen daarvan voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,25

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk,

 

1.10.2.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,25

1.10.2.1.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,50

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 6,25

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Niet van toepassing

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 66,55

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 33,25

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.1

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie

€ 66,55

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 33,25

Hoofdstuk 14 Standplaatsen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.14.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 25,50

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 15,25

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspeelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspeelautomaten, voor de eerste kansspeelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspeelautomaat

€ 34,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 17,50

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Niet van toepassing.

 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 250,00

1.18.2

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het College van Burgemeester en Wethouders is opgesteld.

 

1.18.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 35,75

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 35,75

1.19.3

voor elke andere vergunning ingevolge of ontheffing van verkeersvoorschriften

€ 35,75

1.19.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 en 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 32,00

1.19.4.1

Indien ten behoeve van het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.19.4 een medisch onderzoek moet worden verricht wordt het tarief genoemd in onderdeel 1.19.4 vermeerderd met

€ 76,50

1.19.4.2

Indien ten behoeve van het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.19.4 een huisbezoek door een arts moet worden afgelegd wordt het tarief genoemd in onderdeel 1.19.4 vermeerderd met

€ 127,50

1.19.5

tot het aanbrengen van wijzigingen in een gehandicaptenparkeerkaart en het verstrekken van een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart na vermissing of beschadiging dan wel het verstrekken van een duplicaat

€ 17,25

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.20.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening (b.v. tijdelijke reclameborden, verwijsborden en spandoeken)

€ 25,50

1.20.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing ten behoeve van groepskamperen als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 25,50

1.20.1.3

tot het verstrekken van milieu-informatie op grond van het Verdrag van Aarhus voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 17,25

1.20.1.4

tot het verstrekken van gegevens (b.v. bestemmingsplangegevens, milieugegevens, etc.) ten behoeve van een taxatie per object, per keer

€ 25,50

1.20.1.5

tot het verstrekken van digitale informatie uit een bouwdossier, per keer

€ 10,25

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,25

1.20.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.20.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,25

1.20.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,50

1.20.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 9,25

1.20.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 25,50

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,25

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

1.) de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk,

2.) of voor zover deze ontbreekt, dan wel voor zover deze door de gemeente ontoereikend wordt beoordeeld, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting.

3.) Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom als bedoeld onder 1. en de raming als bedoeld onder 2. wordt de raming als bedoeld onder 2. gebruikt voor de toepassing van deze verordening.

4.) De verschuldigde leges wordt niet aangepast als er sprake is van aanbestedingsvoordelen of -nadelen. Er vindt geen verrekening, terugbetaling of bijbetaling plaats naar aanleiding van aanbestedingsvoordelen of -nadelen.

5.) Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

1.) de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk,

2.) of voor zover deze ontbreekt, dan wel voor zover deze door de gemeente ontoereikend wordt beoordeeld, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting. Deze raming wordt berekend aan de hand van een vermenigvuldiging van de vierkante dan wel de kubieke meters met een standaardprijs. Voor de bepaling van de vierkante dan wel de kubieke meters wordt het normblad NEN 2580, uitgave mei 2007, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, gebruikt. Voor de bepaling van de standaardprijzen worden de Taxatieboekjes van Reed Business, Kosteninformatie Bouw & Infra , uitgave 2011, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd, gebruikt.

3.) Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom als bedoeld onder 1. en de raming als bedoeld onder 2. wordt de raming als bedoeld onder 2. gebruikt voor de toepassing van deze verordening.

4.) De verschuldigde leges wordt niet aangepast als er sprake is van aanbestedingsvoordelen of -nadelen. Er vindt geen verrekening, terugbetaling of bijbetaling plaats naar aanleiding van aanbestedingsvoordelen of -nadelen.

5.) Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

1.) de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk,

2.) of voor zover deze ontbreekt, ontbreekt dan wel voor zover deze door de gemeente ontoereikend wordt beoordeeld, een raming van de sloopkosten, exclusief omzetbelasting.

3.) Als er verschillen zijn tussen de aannemingssom als bedoeld onder 1. en de raming als bedoeld onder 2. wordt de raming als bedoeld onder 2. gebruikt voor de toepassing van deze verordening.

4.) De verschuldigde leges wordt niet aangepast als er sprake is van aanbestedingsvoordelen of -nadelen. Er vindt geen verrekening, terugbetaling of bijbetaling plaats naar aanleiding van aanbestedingsvoordelen of -nadelen.

5.) Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag of schetsplan/invoeren (analoge) aanvraag in de OLO

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning dan wel indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om middels een schetsplan de haalbaarheid van een plan te (laten) onderzoeken:

50%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

De mogelijkheid van verrekening is opgenomen in artikel 2.4.1.

 

2.2.2

om een aanvraag omgevingsvergunning met bijlagen in de OLO in te voeren:

 

2.2.2.1

als de betreffende stukken reeds digitaal beschikbaar zijn:

 

 

-per te scannen tekening:

€ 10,00

 

-per over te typen bladzijde tekst:

€ 10,00

 

-per te scannen bladzijde A-4 met tekst:

€ 0,25

2.2.2.2

als de betreffende stukken niet reeds digitaal beschikbaar zijn:

 

 

-per te scannen tekening:

€ 10,00

 

-per over te typen bladzijde met tekst:

€ 10,00

 

-per te scannen bladzijde A-4 met tekst:

€ 0,25

2.2.2.3

Voor een enkelvoudige aanvraag van een particulier worden geen leges op grond van artikel 2.2.2.2 in rekening gebracht.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:

de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel.

In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 20.000 bedragen:

4%,

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 122,50

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 20.000 of meer maar minder dan € 50.000 bedragen:

2,75%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 800,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 50.000 of meer maar minder dan € 100.000 bedragen:

2,5%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.375,00

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 100.000 of meer bedragen:

2,25%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 2.500,00

2.3.1.1.5

Indien ten gevolge van een aanduiding als monument of beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988 vergunningvrij bouwen vergunningplichtig wordt als bedoeld in de Wabo, is geen leges verschuldigd als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 van deze verordening.

 

 

 

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

 

per toetsing.

€ 122,50

 

 

 

 

Verplicht extern advies

 

2.3.1.3

Indien de aanvraag op grond van wettelijk voorschrift, bestemmingsplan, beheersverordening, projectbesluit, buiten toepassingverklaring, ontheffingsbesluit, exploitatieplan, toestemming of beleidsregel slechts kan worden afgehandeld wanneer een extern advies wordt beoordeeld op

het gebied van of met betrekking tot:

-archeologie;

-(geo)hydrologie;

-natuurbeschermingswetgeving;

-luchtkwaliteit;

-stedenbouw en/of planologie;

-planschade;

-geluid(hinder);

-externe veiligheid;

-verkeer en vervoer;

-ondernemings- of bedrijfsplannen;

-noodzaak (tweede) bedrijfswoning;

-volwaardig agrarisch bedrijf;

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1:

 

2.3.1.3.1

indien het advies wordt opgesteld door een externe deskundige:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten van de betreffende externe adviseur of de externe adviseurs, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

 

2.3.1.3.2

indien het advies wordt beoordeeld door een externe deskundige:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten van de betreffende externe adviseur of de externe adviseurs, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

 

2.3.1.3.3

indien een begroting als bedoeld in 2.3.1.3.1 en/of 2.3.1.3.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken;

 

2.3.1.3.4

indien het advies wordt beoordeeld door de gemeente, bedragen de kosten per extern advies dat wordt beoordeeld:

€ 122,50

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van:

€ 1.020,00

 

Het hier bedoelde tarief is alleen verschuldigd indien door of namens de gemeente is geconstateerd dat er zonder de vereiste omgevingsvergunning of in afwijking van die vergunning is of wordt gebouwd voordat een aanvraag wordt ingediend.

Met betrekking tot het tijdstip van constateren is het tijdstip van de feitelijke constatering door of namens de gemeente bepalend en niet de ontvangst van de aanvraag.

 

 

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 122,50

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.2.1.1

indien de aanlegkosten minder dan € 20.000 bedragen:

4%,

 

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 122,50

2.3.2.1.2

indien de aanlegkosten € 20.000 of meer maar minder dan € 50.000 bedragen:

2,75%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 800,00

2.3.2.1.3

indien de aanlegkosten € 50.000 of meer maar minder dan € 100.000 bedragen:

2,5%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 1.375,00

2.3.2.1.4

indien de aanlegkosten € 100.000 of meer bedragen:

2,25%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 2.500,00

 

 

 

2.3.2.2

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 214,25

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

3,5%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 214,25

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking (projectbesluit/ buiten toepassing-verklaring beheersverordening)):

 

2.3.3.3.1

indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:

7,5%,

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 428,50

2.3.3.3.2

indien de bouwkosten € 100.000 of meer maar minder dan € 500.000 bedragen:

7%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 7.500,00

2.3.3.3.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

6%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 35.000,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

3,5%

van de bouwkosten met

 

 

een minimum van:

€ 214,25

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 214,25

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

3,5%

 

van de bouwkosten met

 

 

een minimum van:

€ 214,25

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

3,5%

 

van de bouwkosten met

 

 

een minimum van:

€ 214,25

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 122,50

2.3.3.9

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 214,25

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 214,25

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking (projectbesluit/ buiten toepassing-verklaring beheersverordening)):

€ 1.198,50

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 214,25

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 214,25

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 214,25

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 214,25

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 214,25

2.3.4.9

indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 214,25

2.3.4.10

indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 214,25

2.3.4.11

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 183,75

 

met dien verstande dat dit tarief wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een bruto oppervlakte:

 

2.3.5.1.1

tot 100 m2

€ 112,50

2.3.5.1.2

van 100 m2 tot 500 m2 per m2

€ 1,12

2.3.5.1.3

van 500 m2 tot 2.000 m2

€ 331,50

vermeerderd per m2 met:

€ 0,51

2.3.5.1.4

van 2.000 m2 tot 5.000 m2

€ 943,50

vermeerderd per m2 met:

€ 0,12

2.3.5.1.5

boven de 5.000 m2

€ 1.509,75

vermeerderd per m2 met:

€ 0,02

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Noordenveld aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

-voor het verstoren of verplaatsen van een monument, dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;

-voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een monument en/of

-voor het wijzigen van een monument:

€ 122,50

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of en bij gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk:

€ 122,50

2.3.6.3

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

2.3.6.4

Indien ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in de onderdelen 2.3.6.1 en/of 2.3.6.2 advies moet worden uitgebracht door de monumentencommissie wordt het tarief genoemd in de onderdelen 2.3.6.1 en/of 2.3.6.2 vermeerderd met advieskosten van de monumentencommissie:

€ 750,00

2.3.6.5

Asbesthoudende materialen

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6.1. bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 122,50

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

-in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo;

-in gevallen waarvoor op grond van hoofdstuk 8 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 122,50

2.3.7.2

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

2.3.7.3

Asbesthoudende materialen

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1. bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 122,50

 

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 25,50

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 25,50

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 25,50

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 25,50

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 25,50

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

 

 

het tarief dat door de provincie en/of het ministerie van LNV bij de gemeente in rekening wordt/worden gebracht.

 

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

 

 

het tarief dat door de provincie en/of het ministerie van LNV bij de gemeente in rekening wordt/worden gebracht.

 

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

 

 

het tarief dat door de provincie en/of het ministerie van LNV bij de gemeente in rekening wordt/worden gebracht.

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 122,50

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 122,50

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase:

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 122,50

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 122,50

 

Ter voorkoming van dubbele heffing wordt het in dit onderdeel bedoelde tarief niet geheven indien en voor zover deze werkzaamheden reeds op basis van onderdeel 2.3.1.3 in rekening zijn gebracht.

 

 

 

 

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet, algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 510,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

1.) de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend binnen een termijn van twaalf maanden nadat een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag is ingediend en

2.) de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op hetzelfde project dat als conceptaanvraag is beoordeeld en

3.) de aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag heeft geleid tot een positieve beoordeling (bij ongewijzigde indiening kan vergunning worden verleend).

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2,5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3,75%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf of verrekening

2.5.1

Teruggaaf of verrekening als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en teruggaaf bijzondere procedures

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.3.4, 2.3.3.5, 2.3.3.6, 2.3.3.7, 2.3.3.8, 2.3.4.1, 2.3.4.2, 2.3.4.4, 2.3.4.5, 2.3.4.6, 2.3.4.7, 2.3.4.8, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl:

-deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente

-maar voordat op de aanvraag is beslist,

bestaat aanspraak op teruggaaf of verrekening van een deel van de leges.

De teruggaaf of verrekening bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van

2 weken na het in behandeling nemen ervan

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 12 weken na het in behandeling nemen ervan

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 12 weken na het in behandeling nemen ervan vindt er geen teruggaaf of verrekening plaats.

 

2.5.1.5

De teruggaaf of verrekening is niet van toepassing op de onderdelen 2.3.1.2 (extra welstandstoets), 2.3.1.3.1 en 2.3.1.3.2 (verplicht extern advies) en 2.3.1.4 (achteraf ingediende aanvraag).

 

 

 

 

2.5.2

Teruggaaf of verrekening als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat geen aanspraak op teruggaaf of verrekening van een deel van de leges.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf of verrekening als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

De teruggaaf of verrekening is niet van toepassing op de onderdelen 2.3.1.2 (extra welstandstoets), 2.3.1.3.1 en 2.3.1.3.2 (verplicht extern advies) en 2.3.1.4 (achteraf ingediende aanvraag).

 

2.5.3.3

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.5.4

Verrekening ingeval van het indienen van een tweede aanvraag na het weigeren van een primaire aanvraag omgevingsvergunning

(alternatief voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep)

 

2.5.4.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 heeft geweigerd omdat niet wordt voldaan aan de wettelijke voorschriften (b.v. de bepalingen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan, de beheersverordening, de bouwverordening, het Bouwbesluit en/of redelijke eisen van welstand)

wordt de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7

verrekend met de op grond van een nieuwe, aangepaste aanvraag verschuldigde leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

 

2.5.4.1.1

de nieuwe, aangepaste aanvraag omgevingsvergunning betreft hetzelfde project als de geweigerde primaire aanvraag omgevingsvergunning;

 

2.5.4.1.2

de nieuwe, aangepaste aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend binnen 12 weken na de datum van bekendmaking van het besluit tot weigering van de primaire aanvraag aan de aanvrager;

 

2.5.4.1.3

in de nieuwe, aangepaste aanvraag wordt volledig tegemoet gekomen aan de weigeringsgrond(en) die de basis vormde(n) voor de weigering van de primaire aanvraag omgevingsvergunning;

 

2.5.4.1.4

tegen de weigering van de primaire aanvraag omgevingsvergunning is of wordt geen bezwaar- en/of beroep ingesteld.

 

2.5.4.2

De verrekening is niet van toepassing op de onderdelen 2.3.1.2 (extra welstandstoets), 2.3.1.3.1 en 2.3.1.3.2 (verplicht extern advies) en 2.3.1.4 (achteraf ingediende aanvraag).

 

2.5.4.3

Er vindt geen terugbetaling van de voor de primaire aanvraag omgevingsvergunning verschuldigde leges plaats.

 

2.5.4.4

Als onderdeel 2.5.4 is of wordt toegepast, blijft onderdeel 2.5.3 buiten toepassing.

 

 

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

2.5.6

Tijdige gereedmelding

 

 

Indien binnen twee weken nadat het bouwwerk voor gebruik gereed is, hiervan schriftelijke melding is gedaan door middel van de gereedmeldingskaart wordt een teruggaaf van € 25,00 van de geheven leges verleend.

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning anders dan bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo:

€ 122,50

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een verleende omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 178,50

 

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing.

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen ten behoeve van activiteiten (aanleggen, bouwen of slopen)

2.8.1

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

 

2.8.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:

7,25%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 428,50

2.8.1.2

indien de bouwkosten € 100.000 of meer maar minder dan € 500.000 bedragen:

6,75%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 7.250,00

2.8.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

5,75%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 33.750,00

2.8.2

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (binnenplanse wijziging):

50%

van het op grond van onderdeel 2.8.1 verschuldigde bedrag met

 

een minimum van:

€ 428,50

en een maximum van:

€ 17.850,00

2.8.3

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening (binnenplanse uitwerking):

50%

van het op grond van onderdeel 2.8.1 verschuldigde bedrag met

 

een minimum van:

€ 428,50

en een maximum van:

€ 17.850,00

2.8.4

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing op de onderdelen 2.8.1, 2.8.2 en 2.8.3.

 

2.8.5

De in dit hoofdstuk bedoelde leges worden berekend over de bouwkosten. Indien er geen sprake is van bouwkosten, dan worden de leges berekend over de aanlegkosten. Als er geen sprake is van bouwkosten of aanlegkosten dan worden de leges berekend over de sloopkosten.

 

Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten (zonder aanleggen, bouwen of slopen)

2.9.1

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 765,00

2.9.2

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (binnenplanse wijziging):

€ 765,00

2.9.3

Onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel en andere titels bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening (binnenplanse uitwerking):

€ 765,00

2.9.4

Het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 (verplicht extern advies) is van overeenkomstige toepassing op de onderdelen 2.9.1, 2.9.2 en 2.9.3.

 

Hoofdstuk 10 Sloopmelding

2.10

Voor sloopmeldingen als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening worden geen leges in rekening gebracht.

 

Hoofdstuk 11 Wet geluidhinder

2.11

Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, nodig is:

€ 255,00

Hoofdstuk 12 Overige en niet in deze titel benoemde beschikkingen

2.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing op grond van deze titel:

€ 61,25

2.12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, niet in deze titel benoemde beschikking:

€122,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

€ 255,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet (wijziging van de inrichting):

€ 102,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet:

€ 25,50

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet voor zover het betreft een wijziging van de leidinggevenden:

€ 102,00

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het verkrijgen van een ontheffing van het sluitingsuur van horecabedrijven

ingevolge artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 25,50

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 25,50

3.2.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 0,00

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 25,50

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Marktverordening (vergunning organisatie):

€ 25,50

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting of escortbedrijf:

€ 765,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.13 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 102,00

3.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning:

€ 102,00

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

n.v.t.

 

 

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

n.v.t.

 

 

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening:

 

3.6.1

een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning met betrekking tot tijdelijke bouwsels, markten, kermissen, circussen, en daarmee gelijk te stellen zaken

 

3.6.1.1

voor maximaal drie dagen:

€ 51,00

3.6.1.2

voor een periode van vier tot en met zeven dagen:

€ 102,00

3.6.1.3

voor een periode van acht dagen en langer:

€ 102,00

vermeerderd met € 7,65 per dag.

 

3.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning:

€ 25,50

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/melding voor het gebruik van de weegbrug op het brengstation te Roden per keer:

€ 25,50

3.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 25,50

Behorende bij raadsbesluit van 21december 2011

De griffier van de gemeente Noordenveld,

W.F.C. Damman