Organisatie | Alblasserdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENINGTIJDELIJKE STIMULERINGSREGELING WONINGBOUWPROJECTEN 2012 DE HELLINGEN |
Citeertitel | Verordening “Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2012 De Hellingen” |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage Verordening tijdelijke stimulering woningbouw |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Onbekend | 22-12-2011 De Klaroen, 28-12-2011 | Onbekend |
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Gemeente: de gemeente Alblasserdam;
Raad: de raad van de gemeente Alblasserdam;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam;
Woning: elke door nieuwbouw aan de woonvoorraad toe te voegen zelfstandige woonruimte;
Bouwproject Alblasserdam: het bouwproject waarbij 203 woningen, waarvan 65 subsidiabele woningen, in het bouwdeel de Boeg, worden gerealiseerd op het bouwterrein, begrensd door Cortgene en Haven en deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Alblasserdam sectie C nummer 5680, 5774 (gedeeltelijk) ook bekend als: de Alblasserwerf;
Aanvrager: koper van een woning in de Boeg van het bouwproject, zijnde een natuurlijk persoon of een rechtspersoon;
Ontwikkelaar: Alblasserwerf C.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zoetermeer aan de Baron de Coubertinlaan 5 (Postbus 7317, 2701 AH Zoetermeer), daartoe rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar beherende vennoot Alblasserwerf B.V., welke vennootschap wordt vertegenwoordigd door AM Wonen B.V., voor deze haar regio-directeur de heer W.A. van den Ban en Volker Wessels Vastgoed B.V., voor deze haar directeur de heer A. Schelling, hierna te noemen: ‘Alblasserwerf’.
Verordening: de Verordening Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2012 De Hellingen;
Subsidieplafond: het bedrag dat vanaf 1 januari 2009 ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies in het kader van deze Verordening, zoals opgenomen in artikel 5;
Huurliberalisatiegrens: Het grensbedrag voor de maandelijkse huur, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a, van de Wet op de huurtoeslag.
Een Aanvrager komt in aanmerking voor de subsidie indien, uit de door hem te overleggen leveringsakte blijkt dat hij de eerste eigenaar van een woning in De Boeg is. De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat de verkoopovereenkomst van de Aanvrager in stand blijft en de Aanvrager ten minste drie kalenderjaren eigenaar van de woning blijft gerekend vanaf het moment van inschrijving van de eigendomsoverdracht in de daartoe bestemde registers.
Op de aanvragen tot subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.
Hoofdstuk 8: Verantwoording en anti-speculatiebeding
Het college zal na verloop van drie (kalender)jaren na de datum van het passeren van de leveringsakte de eigendomsgegevens met betrekking tot de woning waarvoor de subsidie is verstrekt, controleren. Indien blijkt dat er in de eigendomsverhouding geen verschil is opgetreden, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.
De bouwsector wordt relatief hard getroffen door de kredietcrisis en de recessie in de economie. Als er niets gedaan wordt is de verwachting dat er - in directe zin – 50.000 banen bedreigd worden in de komende twee jaar. De klappen zullen hierbij met name in de woningbouw vallen. Belangrijke woningbouwprojecten dreigen ten gevolge van de economische crisis stil te vallen of niet te starten.
Ook processen van stedelijke vernieuwing en wijkaanpak kunnen hierdoor vertraging oplopen. De regering hecht eraan dat achterstanden in de steden worden teruggedrongen. Vertraging van bouwprojecten heeft ook voor dit proces nadelige gevolgen.
De inzet van het stimuleringsbudget is er op gericht deze spiraal te doorbreken en stilgevallen of vertraagde projecten vlot te trekken. Deze regeling moet partijen in staat stellen om zo veel mogelijk voor eigen (markt)risico door te kunnen blijven bouwen.
Daarbij is sprake van een aanzienlijk verschil in terugval tussen de bouw van huurwoningen en de bouw van koopwoningen. Vastgesteld kan worden dat als gevolg van de economische crisis de vraag naar huurwoningen toeneemt. De inzet van in ieder geval de eerste tranche van het stimuleringsbudget is – behalve op koopwoningen – dan ook gericht op huurwoningen met een geprojecteerde aanvangshuur boven de liberalisatiegrens. Verwacht mag worden dat koopwoningen die door commerciële verhuurders en corporaties worden overgenomen een huur zullen hebben die ligt boven de liberalisatiegrens.
Wat betreft de bouw van koopwoningen is de situatie zorgelijker. De bouw van koopwoningen is inmiddels naar een zorgelijk peil gedaald door de combinatie van (tijdelijke) uitval van de vraag en een terughoudender opstelling van zowel externe als interne vermogensverstrekkers met betrekking tot koopwoningbouw.
Uitgangspunt bij deze regeling is dat de inzet van middelen aan moet sluiten bij de actuele problemen als gevolg van de economische crisis. Dat wil zeggen dat de inzet gericht is op lopende projecten die ten gevolge van de crisis zijn stilgevallen of getemporiseerd en projecten die ten gevolge van de crisis niet van start zijn gegaan.
Het is aan de gemeenten te beoordelen welke projecten in aanmerking komen voor een bijdrage. De gemeente is ook vrij om te bepalen hoe de bijdrage binnen de kaders van de regeling wordt ingezet. Bij het inzetten van de subsidie op grond van deze regeling in bouwprojecten dienen de gemeenten ervoor te waken dat de Europese regels ten aanzien van staatssteun en aanbestedingen niet worden overtreden.
Subsidie kan worden verleend voor concrete projecten die als gevolg van de economische crisis stilvallen of niet opstarten. Voorwaarde voor de verlening van de subsidie op basis van deze regeling is dat de projecten daadwerkelijk in 2009 van start gaan of worden voortgezet.
Bij besluit d.d. 14 juli 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders onder andere besloten een subsidieaanvraag op grond van de tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 in te dienen voor het onderdeel woningbouw van het project De Hellingen ter grootte van een bedrag van € 1.417.500,--.
Bij besluit d.d. 7 augustus 2009 heeft de minister van Wonen, Wijken en Integratie deze aanvraag toegekend.
Het college heeft met de Alblasserwerf CV. afspraken gemaakt over de besteding van de ontvangen subsidie ten behoeve van de ontwikkeling en woningverkoop van het woningbouwproject De Hellingen. Er is voor gekozen de ontvangen subsidie door middel van subsidieverlening aan toekomstige afnemers te besteden. De nadere invulling hiervan voor het jaar 2012 is uitgewerkt in de Verordening Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2012 De Hellingen. Partijen zijn het eens dat dit de meest objectieve en transparante methode betreft om de subsidie te verdelen. Hiertoe is noodzakelijk dat de raad de Verordening vaststelt.
Het college is bevoegd de Verordening uit te voeren.
Ten aanzien van de particulieren geldt dat de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de toegekende bouwnummer van verkoop. De volgorde van de behandeling van de aanvraag is afhankelijk van het moment van indienen van de aanvraag.
De wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebedrag voor De Boeg is tot stand gekomen in overleg met Alblasserwerf CV.
Voor deze wijze van uitbetaling is gekozen, opdat de koper de te ontvangen subsidie – naar keuze – in kan zetten voor de aankoop van de woning. Mocht de levering, om welke reden dan ook, niet tot stand komen dan wordt de notaris geacht de op zijn rekening gestorte subsidie terug te storten op de rekening van de gemeente.
Om speculatie tegen te gaan is ervoor gekozen om een termijn van drie jaar (vanaf de levering) in te voeren, waarbinnen de woningen niet verkocht mogen worden zonder dat de betaalde subsidie teruggevorderd kan worden. Een en ander kan relatief makkelijk door het onderzoeken van kadastrale gegevens worden geverifieerd. Met het oog op ongewenste gevolgen als gevolg van toepassing van deze bepaling zijn uitzonderingsgronden opgenomen (artikel 10, lid 1).