Artikel 1 – Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
Monument:
- a.
Alle vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun
schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun
cultuurhistorische waarde
- b.
Terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken
als bedoeld onder a.
Artikel 2 - Taak
De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders te adviseren in
gevallen waarin de Erfgoedverordening 2011 en de Monumentenwet 1988 dit
voorschrijven en voorts al dan niet op verzoek, over alle aangelegenheden
die al dan niet rechtstreeks van belang zijn voor de behartiging van de
monumentenzorg.
Artikel 3 - Uitgangspunten
Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich
uitsluitend leiden door overwegingen van schoonheid, cultuurhistorische
en/of wetenschappelijke waarden.
Artikel 4 - Samenstelling
- 1.
De commissie bestaat uit minimaal vier en maximaal zes leden. Er moet bij
één of meer van de commissieleden ten minste deskundigheid bestaan op de
volgende terreinen:
- a.
Cultuur en kunsthistorie;
- b.
- c.
Architectuur/restauratiekunde;
- d.
Bij voorkeur hebben in ieder geval de gemeentearchivaris en een burgerlid
zitting in de commissie.
- 2.
De leden worden door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen. De
monumentencommissie wordt voor wat betreft de benoeming om advies gevraagd.
Artikel 5 – Zittingsduur
- 1.
De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.
- 2.
Zij kunnen tussentijds ontslag nemen door het zenden van een brief met
die strekking aan burgemeester en wethouders.
- 3.
De aftredende leden kunnen voor nog een zittingsperiode worden
benoemd.
- 4.
Degene die aftreedt of ontslag neemt, blijft de werkzaamheden in de
commissie verrichten totdat in de opvolging is voorzien. Indien echter
de benoeming langer uitblijft dan 12 weken, kan degene die aftreedt of
ontslag neemt, via een mededeling aan de voorzitter met de werkzaamheden
stoppen.
- 5.
Een lid kan bij een met redenen omkleed besluit tussentijds worden
ontslagen door burgemeester en wethouders.
Artikel 6 - Voorzitter
- 1.
Burgemeester en wethouders benoemt uit de commissie een voorzitter en
plaatsvervangend voorzitter. De commissie wordt over de benoeming
gehoord.
- 2.
De voorzitter roept de leden voor een vergadering bijeen, stelt de
agenda vast en leidt de vergaderingen van de commissie.
- 3.
De voorzitter ondertekent alle stukken die van de commissie
uitgaan.
Artikel 7 - De secretaris
- 1.
Burgemeester en wethouders wijst een ambtenaar aan als secretaris van de
commissie.
- 2.
De secretaris verzorgt de administratieve begeleiding van de
commissie.
- 3.
De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij en maakt van
het besprokene een verslag.
- 4.
De secretaris heeft in de vergaderingen van de commissie een adviserende
stem.
- 5.
De secretaris ondertekent mede alle stukken die van de commissie
uitgaan.
Artikel 8 - Vergadering
- 1.
De commissie komt bijeen:
- a.
Na schriftelijke oproep van de voorzitter;
- b.
Op verzoek van ten minste twee van haar leden;
- c.
Op verzoek van burgemeester en wethouders.
In de situaties, bedoeld in b. en c., vindt de vergadering plaats binnen
veertien dagen na de ontvangst van het verzoek.
- 2.
De vergadering vindt geen doorgang als niet de meerderheid van
de leden aanwezig is. Indien het vergaderquorum niet wordt
gehaald, blijven de onderwerpen geagendeerd voor de volgende
vergadering. In deze vergadering mag ten aanzien van deze
agendapunten beraadslaging plaatsvinden, ongeacht het aantal
aanwezige leden.
- 3.
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd worden afgeweken van
het in lid 1 en 2 gestelde.
- 4.
Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een
voorstel waarover de commissie vergadert, neemt dit lid tijdens
de behandeling van het desbetreffende onderwerp niet aan de
beraadslagingen deel.
- 5.
De vergaderingen van de commissie zijn in principe openbaar.
Indien door een lid wordt verzocht om behandeling van een
agendapunt in beslotenheid, dan wel de voorzitter dit gewenst
acht, beraadslaagt de commissie achter gesloten deuren over dit
verzoek. Dit verzoek wordt slechts ingewilligd, indien anders
een zwaarwegend algemeen of particulier belang hierdoor zou
kunnen worden geschaad. De commissie kan over een agendapunt in
beslotenheid een besluit nemen.
- 6.
De vergadering van de commissie wordt op een in de gemeente
gebruikelijke wijze bekendgemaakt.
Artikel 9 - Stemming
- 1.
Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een
voorstel waarover in de commissie wordt gestemd, onthoudt het
lid zich ten aanzien van dit onderwerp van stemming.
- 2.
Een stemming is nietig als niet de meerderheid van de aanwezige
leden die zijn stem mocht uitbrengen, dit ook daadwerkelijk
heeft gedaan.
- 3.
Indien een situatie als bedoeld in lid 2 zich voordoet, wordt
het desbetreffende voorstel in de volgende vergadering weer in
stemming gebracht. Deze stemming is geldig, ongeacht het aantal
leden dat eraan heeft deelgenomen.
- 4.
Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Ingeval de stemmen staken, is de stem van de voorzitter
doorslaggevend.
- 5.
Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen
schriftelijk.
Artikel 10 - Advisering
- 1.
De advisering vindt schriftelijk en met redenen omkleed plaats.
- 2.
Indien dit wordt verzocht, vindt in het advies vermelding van eventuele
minderheidsstandpunten plaats.
- 3.
Binnen twee weken nadat de commissie een besluit over een onderwerp
heeft genomen, wordt het advies aan burgemeester en wethouders
toegezonden.
Artikel 11- Bevoegdheden
- 1.
De commissie kan omtrent een onderwerp waarover zij gaat adviseren
(aanvullende) informatievragen aan de secretaris van de
monumentencommissie.
- 2.
De commissie kan zich bij haar beraadslagingen laten bijstaan door
externe deskundigen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, dient van
tevoren toestemming van burgemeester en wethouders te worden verkregen.
Artikel 12 - Verslag
- 1.
Het verslag van elke vergadering wordt aan burgemeester en wethouders
toegezonden.
- 2.
De commissie brengt jaarlijks voor 1 april aan burgemeester en
wethouders een beknopt verslag uit van de in het voorafgaande
kalenderjaar verrichtte werkzaamheden.
Artikel 13 - Financiële bepaling
- 1.
De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de
vergaderingen van de commissie een vergoeding gelijk aan het
bedrag, vermeld in de bij de AmbV van 23 november 1976, Stb.
621, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 maart 1994, zoals
dit bedrag elk jaar door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties is of wordt vastgelegd voor een gemeente in
klasse 2.
- 2.
De leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en
verblijfskosten, gemaakt in verband met reizen binnen het
grondgebied van de gemeente.
- 3.
De leden van de commissie ontvangen tevens een vergoeding van
reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten
het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit
van burgemeester en wethouders.
- 4.
De in de leden 2 en 3 bedoelde vergoedingen worden vastgesteld
overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke aan
rijksambtenaren ingevolge het Reisbesluit 1993 en de daarop
gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking
ingedeeld in de hoogste categorie, voor dienstreizen
ontvangt.
Artikel 14 - Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag
van bekendmaking.
- 2.
De ‘Verordening Monumentencommissie Montfoort 2005’, vastgesteld
door de gemeenteraad op 17 oktober 2005 wordt tegelijkertijd
ingetrokken.
Artikel 15 - Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening
Monumentencommissie gemeente Montfoort 2011’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Montfoort, gehouden op 10 oktober 2011.
De griffier, De voorzitter,
mevrouw drs. D.E. van der Kamp de heer E.L. Jansen BA