Premies voor uitkeringsgerechtigde of sw-geïndiceerde personen
Artikel 7. Premie begeleid werken Wsw
- 1.
De sw-geïndiceerde die gedurende een periode van 12 maanden een volledige arbeidsovereenkomst begeleid werken aanvaardt van minimaal 32 uur ontvangt een éénmalige premie van € 1.000,00.
- 2.
De sw-geïndiceerde die gedurende een periode van 12 maanden een deeltijd arbeidsovereenkomst begeleid werken aanvaardt ontvangt naar rato van het aantal uren van de arbeidsovereenkomst een éénmalige premie tot maximaal € 1.000,00.
Artikel 8. Premie deeltijdwerk
- 1.
De uitkeringsgerechtigde voor wie volledige uitstroom binnen 1 jaar niet mogelijk is en die arbeid in dienstbetrekking verricht waarmee niet volledig in de kosten van het bestaan kan worden voorzien ontvangt jaarlijks een eenmalige premie ter hoogte van 25% van de in het betreffende kalenderjaar met die arbeid verkregen inkomsten.
- 2.
De premie bedraagt per jaar maximaal € 700,00 per persoon.
- 3.
Het college zal door invoering van dit artikel geen gebruik maken van de mogelijkheid tot toepassing van vrijlating van inkomsten uit arbeid, zoals genoemd in artikel 31, lid 2 sub o van de WWB, artikel 3, lid 2 sub d van het Inkomensbesluit Ioaw en artikel 2, lid 1 sub b van het Inkomensbesluit Ioaz.
Artikel 9. Premie onbetaald werken met behoud van uitkering
- 1.
De uitkeringsgerechtigde die in het kader van een traject onbetaalde arbeid verricht ontvangt een premie.
- 2.
Voorwaarden voor het verkrijgen van premie voor onbetaalde arbeid zijn:
- a.
de uitkeringsgerechtigde verleent alle medewerking aan het overeengekomen traject of aan anderszins met hem/haar overeengekomen of aan hem/haar opgelegde activeringsactiviteiten;
- b.
de activiteiten worden gedurende tenminste 12 uren per week verricht;
- c.
de activiteiten hebben gedurende ten minste drie aaneengesloten maanden plaatsgevonden;
- d.
de uitkeringsgerechtigde heeft geen vergoeding ontvangen van de organisatie waarvoor het werk wordt verricht.
- 3.
De premie bedraagt € 125,00 per periode van drie maanden waarin de arbeid wordt verricht.
- 4.
De premie voor onbetaalde arbeid bedraagt per jaar maximaal € 500,00 per persoon.
Artikel 10. Samenvoeging
- 1.
Premies voor uitkeringsgerechtigde personen die op basis van de voorgaande artikelen worden toegekend, worden eens per kalenderjaar gelijktijdig uitbetaald.
- 2.
Premies uit artikel 9 van dit besluit voor uitkeringsgerechtigde personen die op basis van artikel 10a van de wet in een participatieplaats werkzaam zijn, worden 2 maal per kalenderjaar gelijktijdig uitbetaald.
- 3.
Maximaal kan per uitkeringsgerechtigde premie worden verstrekt gelijk aan het bedrag conform artikel 31, lid 2 sub j van de WWB dan wel artikel 27, lid 2 sub h van het inkomensbesluit Ioaw en artikel 2, lid 1 sub c van het inkomensbesluit Ioaz.
Artikel 11. Toekenning
- 1.
De premies voor uitkeringsgerechtigde personen worden ambtshalve toegekend, dan wel op aanvraag.
- 2.
De premies voor sw-geïndiceerde personen worden toegekend op aanvraag.
Voorzieningen in het kader van een re-integratietraject
Onverkort de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 tot en met 9, stelt het college in het kader van re-integratietrajecten voor belanghebbenden extra voorzieningen ter beschikking.
Artikel 12. Arbeidsmarktgericht traject
- 1.
Het college kan een arbeidsmarktgericht traject aanbieden.
- 2.
Het arbeidsmarktgerichte traject bestaat in ieder geval uit:
- a.
diagnose leidende tot een individueel ontwikkelingsplan;
- b.
- c.
- d.
- 3.
Daarnaast kan ook aanbodversterking en werkervaring met behoud van uitkering of werkervaring in dienst van de werkgever worden ingezet.
- 4.
Aan het werken met behoud van uitkering zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- a.
er wordt aan de uitkeringsgerechtigde geen loon betaald;
- b.
werkervaring met behoud van uitkering kan alleen ingezet worden indien door de plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door de plaatsing geen verdringing plaatsvindt;
- c.
de uitkeringsgerechtigde heeft ingestemd om in het kader van een re-integratietraject werkervaring met behoud van uitkering op te doen;
- d.
in het individueel ontwikkelingsplan (IOP) worden tenminste vastgelegd het doel van het werken met behoud van uitkering alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt;
- e.
het IOP wordt ondertekend door de uitkeringsgerechtigde, het college en de uitvoerder van het re-integratietraject.
- 5.
De duur van een arbeidsmarktgericht traject wordt afgestemd op de afstand van de belanghebbende op de arbeidsmarkt, maar is met uitzondering van een traject voor alleenstaande ouders die op grond van artikel 9a van de wet ontheffing hebben van plicht tot arbeidsinschakeling, maximaal 2 jaar.
Artikel 13. Voortraject arbeidsinspectie
- 1.
Het college kan een belanghebbende die nog niet in staat is om een arbeidsmarktgericht traject naar werk te volgen, een voortraject arbeidsinpassing aanbieden.
- 2.
Het college kan een sw-geïndiceerde van de wachtlijst Wsw een voortraject arbeidsinpassing aanbieden om daarmee plaatsing bij een werkgever mogelijk te maken.
Artikel 14. Zelfstandige maatschappelijk activering
Vooralsnog worden deze trajecten op individuele basis ingezet
(On)betaald werk als instrument voor re-integratie
Artikel 15. Vrijwilligerswerk
- 1.
Vrijwilligerswerk kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling of, als dat vooralsnog niet mogelijk is, zelfstandige maatschappelijke participatie.
- 2.
Vrijwilligerswerk heeft als doel de belanghebbende, met behoud van uitkering, werkritme op te laten doen en/of behouden.
- 3.
Vrijwilligerswerk wordt alleen verricht bij organisaties zonder winstoogmerk.
Artikel 16. Work First
Work First kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 1.
Het traject Work First bestaat in ieder geval uit:
- a.
werken met behoud van uitkering;
- b.
- 2.
Aan het traject Work First zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- a.
de duur van werken met behoud van uitkering in het kader van een traject is maximaal drie maanden;
- b.
er wordt aan de belanghebbende geen loon betaald;
- c.
de belanghebbende heeft ingestemd om in het kader van een re-integratietraject werkervaring met behoud van uitkering op te doen om daarmee de weg naar de arbeidsmarkt te bespoedigen;
- d.
het testen en achterhalen van competenties van de belanghebbende staan centraal;
- e.
in het diagnoseplan worden tenminste vastgelegd het doel van het werken met behoud van uitkering alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.
Artikel 17. Werkervaringsbaan
- 1.
De werkervaringsbaan kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 2.
Deze voorziening wordt ingezet wanneer door het college aan de hand van een onderzoek is vastgesteld dat de belanghebbende op korte of (middel)lange termijn een reëel perspectief heeft op regulier werk en werkervaring geïndiceerd is.
- 3.
De werkervaringsbaan duurt drie maanden en kan met maximaal drie maanden worden verlengd.
- 4.
Nadere invulling over de inhoud van de werkervaringsbaan wordt vastgelegd in een door het college opgestelde overeenkomst.
- 5.
Tijdens de duur van de werkervaringsbaan kan het college met de inlener afspraken maken over een eventuele inleenvergoeding.
- 6.
De hoogte van de inleenvergoeding wordt in overleg vastgesteld en vastgelegd in een inleenovereenkomst
Artikel 18. Proefplaatsing
- 1.
Een proefplaatsing kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 2.
Deze voorziening wordt ingezet wanneer een werkgever de intentie heeft de belanghebbende op korte termijn een reëel perspectief te bieden op regulier werk.
- 3.
Een proefplaatsing duurt een maand en kan met maximaal een maand worden verlengd indien de inlener hiervoor een inleenvergoeding aan het college betaald.
- 4.
Nadere invulling over de inhoud van de proefplaatsing wordt vastgelegd in een door het college opgestelde overeenkomst.
- 5.
De hoogte van de inleenvergoeding wordt in overleg vastgesteld en vastgelegd in een inleenovereenkomst.
Artikel 19. Intrekking oude regeling
Het Uitvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009 wordt op 1 januari 2010 ingetrokken.
Artikel 20. Overgangsrecht
- 1.
Besluiten die zijn genomen onder de werking van het uitvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit, worden aangemerkt als besluiten krachtens dit uitvoeringsbesluit.
- 2.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit een aanvraag om een beschikking op grond van het uitvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop dit uitvoeringsbesluit toegepast.
- 3.
Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om een beschikking krachtens het uitvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009 wordt beslist met toepassing van dit uitvoeringsbesluit.
Artikel 21. Inwerkingtreding
Het uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Artikel 22. Citeertitel
Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit re-integratieverordening gemeente Rijssen-Holten 2010.
Het college van burgemeester en wethouders
A.C. van Eck
|
drs. P. van Veen
|
secretaris
|
burgemeester
|