Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Dorpsstraat |
Citeertitel | Verordening BI-zone Dorpsstraat |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones), artt. 1, eerste lid en 7, vierde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2011 | Nieuwe regeling | 30-05-2011 Postiljon, 14 juli 2011 | 110152 |
De raad der gemeente Zoetermeer;
gelezen het voorstel van het college van 20 mei 2011;
gelet op de artikelen 1, eerste lid en 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones); en
gelet op de tussen de gemeente Zoetermeer en de Stichting Ondernemend Oud Zoetermeer gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 21 april 2011,
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a.BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied wordt begrensd door de ononderbroken rode lijn op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende gebiedskaart;
b.de wet: de Experimentenwet BI-zones; c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente; d. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Zoetermeer en Stichting Ondernemend Oud
Zoetermeer gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 21 april 2011.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam "BIZ-bijdrage" wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dathij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
1.De BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak, per belastingjaar:
b. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 geldt ingeval op het aanslagbiljet dat de BIZ-bijdrage bevat een totaalbedrag staat dat gelijk is aan of minder is dan € 2000,--, dat de aanslag(en) moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het tweede lid geldt ingeval op het aanslagbiljet dat de BIZ-bijdrage bevat een totaalbedrag staat van € 100,-- of meer doch gelijk aan of minder dan € 2000,--,en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag(en) moeten worden betaald in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de 26e dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de 26e dag van elke volgende maand.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene subsidieverordening van de gemeente Zoetermeer van toepassing.
Artikel 12 Subsidievaststelling
1. De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.
2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten.
3. In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking 7 dagen nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
3. Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening BI-zone Dorpsstraat.