Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 24-11-2011 Gemeenteblad 2011, nr. 29 | B10.001708 | |
01-01-2012 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 24-11-2011 Gemeenteblad 2011, nr. 29 | B10.001708 |
Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
a. Algemene wet : de Algemene wet op de rijksbelastingen van 2 juli 1959(Stb.301);
b.Invorderingswet : de Invorderingswet 1990 (Stb.221);
c. tabel : de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende
d. dag : een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;
e. een week : een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;
f. een maand : een kalendermaand;
g. een jaar : een kalenderjaar;
h. een seizoen: de periode zoals in de standplaats- of terrasvergunning is opgenomen;
i. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in de gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting, voor zover niet genoemd in enig andere gemeentelijke heffings- of tarievenverordening, geheven ter zake van het hebben of houden van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bedoeld of genoemd in deze verordening, de daarbij behorende tarieventabel dan wel de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente grond heeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 5 Berekening van de precariobelasting
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen waarvoor zowel een jaar-, maand- week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor één dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
5. Aanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd, met dien verstande dat het totaal van op een aanslagbiljet verenigde belastbare feiten als één belastingaanslag wordt aangemerkt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
1. De aanslag moet worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
1. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
2. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
3. brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek;
4. voorwerpen die noodzakelijk voor de uitoefening van hun publieke taak, door of ten behoeve van het Rijk, de provincie, de gemeente, waterschappen of zuiveringsschappen worden gebezigd;
5. wegwijzers en verkeersaanduidingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;
6. voorwerpen welke uitsluitend worden gebezigd voor liefdadige of kerkelijke doeleinden of ten behoeve van politieke partijen.
Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Aanmeldingsplicht De belastingplichtige bedoeld in artikel 4 is gehouden, indien hij na het in werking treden van deze verordening belastingplichtig wordt, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De ‘Verordening precariobelasting 2011’ wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. De verordening treedt in werking op 1 januari 2012;
3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012;
4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2012’.
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2012