Overheidsorganisatie | Gemeente Delfzijl |
---|---|
Officiële naam regeling | nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten |
Citeertitel | nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Subsidieverordening Gemeente Delfzijl, art. 3, lid 2
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | art. 3, 5, 6 | 20-11-2012 Eemsbode, 26-12-2012 | Geen | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 13-12-2011 Eemsbode, 28-12-2011 | Geen |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl;
overwegende dat in de "Algemene Subsidieverordening Gemeente Delfzijl" de wettelijke grondslag voor de subsidieverstrekking ten behoeve van activiteiten is vastgelegd;
dat zij op grond van artikel 3, lid 2, van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Delfzijl bevoegd zijn nadere regels te stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden beschreven;
besluiten vast te stellen de volgende:
nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten
In deze regeling wordt verstaan onder:
algemene subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Gemeente Delfzijl;
welzijnsactiviteiten verstaan, activiteiten die:
gericht zijn op de bevordering van het welbevinden en/of participeren van bepaalde doelgroepen, zoals jeugdigen, vrijwilligers, mantelzorgers, gehandicapten, ouderen;
gericht zijn op de bevordering van de leefbaarheid van een bepaald gebied, zoals buurt, dorp of wijk;
gericht zijn op de viering van Koninginnedag, Bevrijdingsdag of Oud & Nieuw.
1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt ter bevordering van welzijnsactiviteiten.
2. Verder kan subsidie op grond van deze regeling worden verstrekt voor verschuldigde en betaalde onroerende zaakbelasting (OZB-subsidie).
3. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover dit in overeenstemming is met beleid dat in nota's of programma's door de raad of het college is vastgelegd. Bedoeld beleid is richtinggevend bij de beslissing omtrent subsidieverstrekking.
1. Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan stichtingen, verenigingen, bewonersorganisaties of platforms voor buurt- dorps of wijkverenigingen.
2. De OZB- subsidie bedraagt 75% en wordt uitsluitend verstrekt voor zover de OZB betrekking heeft op bijzondere gebouwen, te weten jeugdgebouwen, gebouwen voor sociaal-culturele activiteiten, verenigingsgebouwen, dorps- en buurthuizen en sportvoorzieningen. Onder bijzondere gebouwen wordt niet begrepen gebouwen, waarin hoofdzakelijk activiteiten van politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke aard plaatsvinden.
3. Bij een verzoek om OZB- subsidie dient een kopie van de OZB aanslag te worden overgelegd.
1. De subsidie kan bestaan uit:
een bedrag voor een bepaalde kortlopende welzijnsactiviteit;
een bedrag per kalenderjaar voor één of meer welzijnsactiviteiten;
een bedrag gedurende een meerjarige projectperiode voor een bepaalde welzijnsactiviteit;
een bedrag gedurende een van tevoren overeengekomen budgetperiode voor één of meer welzijnsactiviteiten.
2. Voor de participatie van mensen met een beperking kan een bijdrage in de exploitatie van een rolstoelbus worden toegekend.
Om voor subsidie voor één of meer welzijnsactiviteiten in aanmerking te komen, dient de aanvraag naast het bepaalde in de algemene subsidieverordening aan de volgende voorwaarden te voldoen:
indien een aanvrager subsidie vraagt voor een kortlopende welzijnsactiviteit kan de aanvraag worden ingediend tot een maand voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt, maar in ieder geval vóór 1 november van het jaar waarin de activiteit plaatsvindt;
ingeval van een aanvraag om subsidie voor de exploitatie van een rolstoelbus wordt naast een begroting en jaarrekening een overzicht gegeven van het aantal kilometers, vrijwilligers en het aantal personen dat de bus gebruikt op jaarbasis. Ook dient inzage te worden verstrekt in de gebruikersintensiteit. Bij de aanvraag blijkt ook op welke wijze de buurt gebruik kan maken van de rolstoelbus om een bijdrage te leveren aan de bereikbaarheid van en de leefbaarheid in het dorp of wijk.
Bij de aanvraag wordt aangegeven, dat er voor de rolstoelbus tevens een verzoek om cofinanciering bij (een) derde(n) is ingediend.
1. Voor vakantiespelen en vakantiekampen bedraagt de subsidie ten hoogste € 8,00 per deelnemer en/of begeleider.
2. De subsidie voor buurt-, wijk- en dorpskranten bedraagt op jaarbasis ten hoogste 50 eurocent per oplage-exemplaar.
3. Voor speeltuinverenigingen is jaarlijks een subsidie van € 850,00 beschikbaar voor kleine reparaties, onderhoud en reserveringen, € 40,00 voor deskundigheidsbevordering en € 112,00 voor het afsluiten van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
4. Voor activiteiten georganiseerd voor en door de jeugd rondom Oud & Nieuw is een stimuleringssubsidie beschikbaar met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 500,00.
5. Voor activiteiten georganiseerd voor de viering van Koninginnedag en Bevrijdingsdag is een bedrag van € 0,27 per inwoner beschikbaar. Hierbij geldt als uitgangspunt het aantal inwoners per dorp of stad binnen de gemeente Delfzijl per 1 januari van het jaar waarin de activiteit plaatsvindt.
6. De subsidie voor de exploitatie van een rolstoelbus bedraagt maximaal € 4.500,00.
7. Voor palliatieve zorg is jaarlijks een subsidie van maximaal € 2.600,00 beschikbaar.
8. Voor jeugdsozen is jaarlijks een subsidie in het tekort van de exploitatie beschikbaar van € 1.500,00 per jeugdsoos, waarvan:
€ 500,00 voor het volgen van een cursus Instructie Verantwoord Alcoholgebruik (IVA) en/of Verklaring Sociale Hygiëne ten behoeve van alcohol- en jongerenbeleid; en
€ 1.000,00 voor:
- activiteiten;
- huur (indien van toepassing);
- nutskosten (gas, water en elektra);
- vergaderkosten, porti e.d.;
- buma/stemra rechten;
- verzekeringen onder de voorwaarde dat de stichting of vereniging beschikt over een bestuursreglement, twee leidinggevenden, en barvrijwilligers die een training IVA hebben gevolgd.
1. Aanvragen worden, met uitzondering van de subsidie voor buurt-, wijk- en dorpskranten, behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
2. Als het totaal van de subsidieaanvragen voor buurt-, wijk- en dorpskranten het subsidieplafond overschrijdt dan wordt het subsidieplafond naar evenredigheid over de op tijd en volledig ingediende aanvragen verdeeld.
1. Voor de hoogte van de subsidie per kalenderjaar geldt de regel dat, voor zover de subsidie niet geheel is gebruikt, deze subsidie gereserveerd mag worden. Deze reservering mag echter niet meer bedragen dan 15% van de totale jaaromzet volgens de laatste exploitatierekening. Het meerdere wordt verrekend met de verstrekte subsidie.
2. De hoogte van de subsidie per kalenderjaar wordt vastgesteld overeenkomstig de subsidieverlening met dien verstande dat voor zover de subsidie niet geheel gebruikt is voor de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, het bedrag van de niet gebruikte subsidie gereserveerd mag worden tot maximaal 15% van het maximale bedrag, waarvoor subsidie is verleend. Indien daarna nog een restbedrag van de niet gebruikte subsidie overblijft, wordt de subsidie dienovereenkomstig lager vastgesteld. In de situatie dat sprake is van meerdere subsidiegevers wordt het bedrag dat geacht wordt niet te zijn gebruikt door ons college bepaald op basis van een toerekening van de niet benodigde middelen aan de verschillende subsidiegevers naar rato van het door ieder verstrekte subsidiebedrag.
3. Indien sprake is van een onverschuldigd betaald subsidiebedrag wordt dit verrekend met de aan dezelfde subsidieontvanger voor een ander tijdvak verstrekte subsidie voor dezelfde activiteiten
Toelichting Voorbeeld
“Stel, aan een instelling is door ons college in een subsidieverleningbeschikking een bedrag van maximaal € 1.000,00 toegekend. Dit bedrag is via een voorschot betaald. Daarnaast heeft een andere subsidiegever de instelling een subsidie van € 500,00 toegekend. De verhouding is dus 2/3 gemeentelijke subsidie en 1/3 van de andere subsidiegever. De activiteiten hebben € 1.200,00 gekost. Het beoogde gemeentelijke aandeel daarin is 2/3 van € 1.200,00 is € 800,00. De niet gebruikte subsidie is in totaal € 300,00. Op basis van de aangegeven verhouding is het bedrag van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie derhalve 2/3 van € 300,00 is € 200,00.
Van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie mag maximaal 15% van het totale subsidiebedrag dat verleend is, gereserveerd worden. In dit geval maximaal 15% van € 1.000,00 is € 150,00.
Bij de vaststelling wordt vervolgens het definitieve subsidiebedrag bepaald op € 800,00 plus € 150,00 is € 950,00.
Het voorgaande houdt in dat € 1.000,00 (het voorschot) minus € 950,00 (de vastgestelde subsidie) is € 50,00 teveel is betaald. Dit bedrag wordt als onverschuldigd teruggevorderd en vervolgens verrekend met de subsidie voor een ander tijdvak.
Het college kan in bijzondere gevallen beargumenteerd afwijken van bovenstaande bepalingen.
1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012.
2. De regeling wordt aangehaald als: nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders op 13 december 2011.
E.A. Groot
(burgemeester)
K.J. Havinga
(secretaris)