Organisatie | Koggenland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Koggenland 2012 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Koggenland 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2014 | Onbekend | 06-12-2011 Onbekend | Koggen Nieuws, 01-01-2012 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten.
Niet subsidiabel zijn activiteiten die partijpolitiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk van aard zijn, voortvloeien vanuit partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke motieven of niet openstaan voor een ieder, zonder onderscheid in sociaal, godsdienstig, levensbeschouwelijk of politiek opzicht.
Hoofdstuk 2 Subsidieplafond, begrotingsvoorbehoud en subsidieprogramma.
Artikel 6 Vaststelling subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud.
Het college maakt jaarlijks, in het kader van de voorbereiding van de begrotingsbehandeling, zo mogelijk voor 1 mei voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvragen betrekking hebben, het op de subsidieverstrekking te hanteren indexpercentage bekend aan de professionele instellingen en de daaruit voortvloeiende maximaal te verstrekken subsidies. Een en ander onder begrotingsvoorbehoud en voorbehoud betreffende de vaststelling van de subsidieplafonds door de raad.
6.Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan is artikel 10 lid 2 van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie
Artikel 9 Subsidiabele kosten.
De baten worden in mindering gebracht op de kostensoorten waarop zij betrekking hebben.
3.Niet in mindering gebracht worden de baten van incidentele acties die er specifiek op zijn gericht inkomsten te verwerven. Dat met in achtneming van het gestelde in artikel 25 betreffende de egalisatiereserve.
Artikel 10 Tijdstip indiening aanvraag.
1. a. een aanvraag tot verlening van een waarderingssubsidie wordt ingediend vóór 1 juni voorafgaand aan het boekjaar.
een aanvraag tot verlening van een investering waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, wordt ingediend tenminste zestien weken voorafgaand aan het moment waarop de opdracht tot de investering wordt gegeven.
Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op aanvragen die weliswaar tijdig, maar niet volledig zijn ingediend. Alvorens hiertoe te besluiten geeft het college de instelling een termijn waarbinnen men het verzuim kan herstellen. Indien daaraan binnen de gestelde termijn niet is voldaan, besluit het college de aanvraag niet in behandeling te nemen.
Artikel 11 Vereisten aanvraag.
Indien een instelling voor de eerste keer subsidie aanvraagt, wordt naast de gegevens die worden genoemd in het eerste en - voor zover van toepassing - tweede lid, een exemplaar van de oprichtingsakte, statuten of reglement overgelegd.
Naast de in het eerste en - voor zover van toepassing - tweede lid genoemde gegevens bevat deze aanvraag tevens:
Naast de in het eerste en - voor zover van toepassing - tweede lid genoemde gegevens bevat deze aanvraag tevens:
a.een beschrijving van bestuurlijke, organisatorische dan wel andersoortige verhoudingen met andere instellingen en de wijze van samenwerking daarbij,
b een beschrijving van de beoogde resultaten en effecten van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen, uitgedrukt in meetbare resultaten,
Naast de in het eerste en - voor zover van toepassing - tweede lid genoemde gegevens bevat deze aanvraag tevens:
de continuïteit van het huisvesten van door de gemeente gewenste of gesubsidieerde activiteiten.
het aanwezig zijn van een sluitende meerjaren exploitatie over een periode van tien jaar van de (ver)nieuw(d)e accommodatie.
Hoofdstuk 4 Verlening van de subsidie
Het college beslist op de aanvraag voor subsidieverlening in het kader van waarderingssubsidie, structurele activiteitensubsidie en budgetsubsidie voor 1 januari van het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd. Deze beslissing houdt tevens een beoordeling in van alle door de aanvrager over te leggen bescheiden. De beslissing wordt uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft bekendgemaakt.
Indien een uitvoeringsovereenkomst wordt afgesloten wordt daarin vastgelegd dat de subsidieontvangende instelling zich verplicht de overeengekomen activiteiten en de prestaties conform de vastgelegde kwalitatieve en kwantitatieve eisen te realiseren. Dit volgens het gestelde in artikel 4:36 lid 2 van
Artikel 15 Betaling en bevoorschotting.
Indien feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 4:46 lid 2 van de wet aanleiding geven tot een lagere vaststelling van de subsidie over het betreffende jaar, vindt verrekening zo mogelijk plaats door inhouding op de voorschotbetalingen in het jaar waarin het besluit tot subsidievaststelling wordt
Hoofdstuk 5 Weigering van de subsidie
Subsidieverlening wordt geweigerd indien de instelling een subsidie aanvraagt anders dan een waarderingssubsidie en de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd binnen de gemeente al door een andere, al dan niet gesubsidieerde, instelling worden verzorgd op een kwalitatief en qua toegankelijkheid tenminste gelijkwaardige wijze.
Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 18 Administratie en verzekering.
Als verplichtingen als bedoeld in artikel 4:37 van de wet legt het college de subsidieontvanger de volgende verplichtingen op:
de instelling verleent aan het college, of de door hem aangewezen personen, desgevraagd inzage in de administratie. Daarnaast verstrekt de instelling inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie en voor het naleven van de voorschriften die aan de subsidieverstrekking zijn verbonden;
gemeente gesubsidieerde, maar door professionele instellingen uit te voeren activiteiten;
Artikel 19 Overige verplichtingen.
beschikking verbonden verplichtingen zal worden voldaan;
in geval van opheffing en liquidatie.
Indien sprake is van omstandigheden als bedoeld in lid 2 sub e, dient een met subsidie verworven batig liquidatiesaldo, met toepassing van het bepaalde in artikel 4:41 van de wet, zo spoedig mogelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het bedrag dat in totaliteit over de laatste vijf jaren aan subsidie is verstrekt
en mogelijkheden van de doelgroep(en), de organisatoren en deelnemers van gesubsidieerde activiteiten.
Instellingen waarbij de personeelsformatie een van de subsidiegrondslagen is, hebben voor de subsidiabele personeelsformatie, alsmede wijziging daarin, vooraf schriftelijke goedkeuring van het college nodig. Het college treedt daarbij niet in de rechten en verplichtingen van de desbetreffende werkgever.
Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 21 Aanvraag tot subsidievaststelling.
3 indien de begrote kosten van de gesubsidieerde activiteiten minder bedragen dan € 25.000,- bepaalt het college de wijze waarop de controle plaatsvindt.
Wanneer de aanvraag tot vaststelling qua verslaglegging niet voldoet aan de vereisten zoals die gesteld zijn in de wet en / of hetgeen is gesteld in artikel 21, wordt een hersteltermijn gehanteerd van maximaal vier weken na dagtekening van het verzoek om de aanvraag aan te vullen.
Hoofdstuk 8 Reserves, voorzieningen en afschrijvingen
Artikel 24 Egalisatie- bestemmingsreserve en afschrijvingen.
Op dit hoofdstuk is artikel 4:41 van de wet is van toepassing. De hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel 4:41 lid 1 sub b. wordt met toepassing van de artikelen 3:2 en 3:4 van de wet door het college vastgesteld.
Het vormen dan wel het voeden van een egalisatiereserve met gemeentelijke subsidiegelden, is uitsluitend mogelijk wanneer er sprake is van een positief jaarresultaat. Dit voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet, of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.
Artikel 26 Bestemmingsreserve.
Het vormen van, dan wel het doen van toevoegingen aan, een bestemmingsreserve met gemeentelijke subsidiegelden is uitsluitend mogelijk wanneer er sprake is van een positief jaarresultaat, voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet, of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Artikel 30 Ontheffing, buiten toepassing laten van (delen van) de verordening.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 31 Bijzondere gevallen.
In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet beslist het college.