| TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE
FYSIEKE LEEFOMGEVING /
OMGEVINGSVERGUNNING | |
Hoofdstuk
1 | Begripsomschrijvingen | |
2.1.1. | Voor de toepassing van deze verordening wordt
verstaan onder: | |
2.1.1.1. | Aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting,
bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de
Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de
uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het
uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt,
een raming van de aanlegkosten, exclusief
omzetbelasting. Indien de werken of de werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid geschieden wordt
in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de
prijs die aan een derde in het economisch verkeer
zou moeten worden betaald voor de werken of de
werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.
| |
2.1.1.2. | Bouwkosten: de aannemingssom, exclusief omzetbelasting,
bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de
Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de
uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het
uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de bouwkosten, inclusief
omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631,
uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is
vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel
onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economisch verkeer zou moeten worden
betaald voor het tot stand brengen van het
bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft,
exclusief omzetbelasting. | |
2.1.1.3. | Sloopkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting,
bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de
Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de
uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het
uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de sloopkosten, exclusief
omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel
onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economisch verkeer zou moeten worden
betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de
aanvraag betrekking heeft, exclusief
omzetbelasting. | |
2.1.1.4. | Wabo: de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht. | |
2.1.2. | In deze titel voorkomende begrippen die in de
Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis
als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3. | In deze titel voorkomende begrippen die niet
nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking
hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader
in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt,
hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk
voorschrift is bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk
2 | Vooroverleg/beoordeling
conceptaanvraag | |
2.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag: | |
2.2.1. | tot een beoordeling in verband met het
verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen
project in het kader van de Wabo vergunbaar is
(principeverzoek vanuit planologisch
perspectief) | € 332,-- |
2.2.2. | tot vooroverleg in verband met het verkrijgen
van een beoordeling van een conceptaanvraag
omgevingsvergunning, indien deze betrekking heeft
op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onderdeel a, van de Wabo: | |
2.2.2.1. | indien de bouwkosten volgens de conceptaanvraag
niet meer dan € 30.000 bedragen en de
conceptaanvraag een reguliere Wabo-procedure
betreft | € 350,-- |
2.2.2.2. | indien de bouwkosten niet meer dan € 30.000
bedragen maar de conceptaanvraag een uitgebreide
Wabo-procedure betreft, of indien de bouwkosten
volgens de conceptaanvraag meer dan € 30.000
bedragen ongeacht of dit een reguliere of een
uitgebreide procedure betreft | € 1.000,-- |
| | |
Hoofdstuk
3 | Omgevingsvergunning | |
| | |
2.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project: de som van de verschuldigde
leges voor de verschillende activiteiten of
handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de
extra toetsen die in verband met de aanvraag
moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1. | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1. | indien de bouwsom minder dan € 250.000,--
bedraagt van de bouwsom, met een minimum van € 124,50.
| 4,4% |
2.3.1.1.2. | indien de bouwsom € 250.000,-- of meer bedraagt,
doch minder dan € 1.000.000,-- te vermeerderen met voor het gedeelte van de bouwsom dat meer dan €
250.000,-- bedraagt. | € 11.000,-- 3,3% |
2.3.1.1.3. | indien de bouwsom € 1.000.000,-- of meer
bedraagt, doch minder dan € 10.000.000,-- te vermeerderen met voor het gedeelte van de bouwsom dat meer dan €
1.000.000,-- bedraagt. | € 35.750,-- 2.2% |
2.3.1.1.4. | indien de bouwsom € 10.000.000,-- of meer
bedraagt te vermeerderen met voor het gedeelte van de bouwsom dat meer dan €
10.000.000,-- bedraagt. | € 233.750,-- 1,1% |
2.3.1.2. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1.
bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of
gereedkomen van de bouwactiviteit 200% van de op
grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
2.3.1.3. | De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en
2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige
volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is
gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.2. | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van
de Wabo | € 75,75 |
2.3.2.2. | De op grond van de onderdelen 2.3.2.1. geheven
leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige
volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is
gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.3. | Planologisch strijdig gebruik waarbij
tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van
de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1.: | |
2.3.3.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking) | € 310,60 |
2.3.3.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
kleine afwijking) | € 830,-- |
2.3.3.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking) | € 5.810,-- |
2.3.3.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 310,60 |
2.3.3.5. | indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan) | € 3.312,-- |
2.3.4. | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.4.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking) | € 310,60 |
2.3.4.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
kleine afwijking) | € 830,-- |
2.3.4.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking) | € 5.810,-- |
2.3.4.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 310,60 |
2.3.4.5. | indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan) | € 3.312,-- |
2.3.4.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1,
derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en
artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving) | € 621,20 |
2.3.4.7. | indien de aanvraag een project van nationaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3,
derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en
artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale
regelgeving) | € 931,80 |
2.3.4.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit) | € 621,20 |
2.3.5. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder d, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het
overeenkomstig voor het bouwwerk of activiteit in
hoofdstuk 3 van titel 3 opgenomen tarief. | |
2.3.6. | Sloopactiviteiten | |
2.3.6.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk
bedraagt het tarief | |
2.3.6.1.1. | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is
bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een
provinciale verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 216,40 |
2.3.6.1.2. | In gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1
van de Bouwverordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 216,40 |
2.3.7. | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
de provinciale verordening of artikel 4:11 van de
Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009: | |
2.3.7.1. | indien niet meer dan 10 bomen worden geveld | € 93,50 |
2.3.7.2. | indien meer dan 10 bomen worden geveld, wordt
het in onderdeel 2.3.7.1. bedoelde tarief verhoogd
met per te vellen boom, boven het aantal van tien te
vellen bomen. | € 9,35 |
2.3.8. | Omgevingsvergunning in twee
fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.8.1. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag
voor een beschikking met betrekking tot de eerste
fase: 100% van het bedrag dat voortvloeit uit
toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor
de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste
fase betrekking heeft; | |
2.3.8.2. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag
voor een beschikking met betrekking tot de tweede
fase: 100% van het bedrag dat voortvloeit uit
toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor
de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede
fase betrekking heeft. | |
2.3.9. | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien krachtens een wettelijk voorschrift voor de
in dat onderdeel bedoelde aanvraag een
bodemrapport wordt beoordeeld | € 302,10 |
2.3.10. | Advies | |
2.3.10.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij algemene maatregel van
bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag dat van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. | |
2.3.10.2. | Indien de begroting als bedoeld in 2.3.10.1. is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.11. | Overige tarieven
bestemmingsplannen | |
| De rechten bedragen voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van
een: | |
2.3.11.1. | bestemmingsplan op aanvraag | € 8.225,-- |
2.3.11.2. | Wijzigings- of uitwerkingsplan op grond van
artikel 3.6. Wet op de ruimtelijke ordening | € 5.810,-- |
| | |
Hoofdstuk 4 | Vermindering | |
2.4. | Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning
is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg
of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld
in hoofdstuk 2, worden de ter zake van het
vooroverleg of de beoordeling van de
conceptaanvraag geheven leges in mindering
gebracht op het bedrag van de leges die voor het
in behandeling nemen van een aanvraag om de
omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3 worden
geheven. Vermindering van de volgens hoofdstuk 2 geheven
leges vindt alleen plaats voorzover: a. het
bouwplan waarvoor een aanvraag tot een omgevingsvergunning werd gedaan, gelijk of
nagenoeg gelijk is aan het bouwplan dat ten tijde van
het vooroverleg of het verzoek om beoordeling van
de conceptaanvraag aan het college van
burgemeester en wethouders werd voorgelegd, en b.de aanvraag tot het verkrijgen van een b. omgevingsvergunning wordt gedaan binnen één
jaar b. nadat het verzoek om vooroverleg of de b. beoordeling van de conceptaanvraag aan het
college b. van burgemeester en wethouders werd gedaan.
| |
| | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | |
| | |
2.5.1. | Teruggaaf als gevolg van intrekking van
een aanvraag om een omgevingsvergunning voor
bouwactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als
bedoeld in de onderdeel 2.3., intrekt terwijl deze
reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
bestaat aanspraak op teruggaaf van de in onderdeel
2.3.1.1. geheven leges. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op
grond van onderdeel 2.3.10. geheven leges. | |
| | |
2.5.2. | Teruggaaf als gevolg van intrekking van
de verleende omgevingsvergunning voor
bouwactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als
bedoeld in onderdeel 2.3., intrekt op aanvraag van
de vergunninghouder, bestaat aanspraak op
teruggaaf van 50% van de op grond van onderdeel
2.3.1.1. geheven leges. Teruggaaf wordt alleen verleend indien de
vergunning binnen zes maanden na de verlening
daarvan wordt ingetrokken en van de ingetrokken
vergunning geen gebruik is gemaakt. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op
grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges. | |
| | |
2.5.3. | Teruggaaf als gevolg van het weigeren
van een omgevingsvergunning voor
bouwactiviteiten | |
2.5.3.1. | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.
weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van 25%
van de op grond van onderdeel 2.3.1.1. geheven
leges. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op
grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges. | |
2.5.3.2. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel
2.5.3.1. wordt mede verstaan een vernietiging van
de beschikking waarbij de vergunning is vernietigd
bij rechterlijke uitspraak. | |
2.5.4. | Teruggaaf als gevolg van een
gewijzigde, opnieuw ingediende aanvraag om een
omgevingsvergunning voor
bouwactiviteiten | |
| Teruggaaf van de op grond van het onderdeel
2.3.1.1. geheven leges wordt verleend als een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouwactiviteiten, in afwijking is van een reeds
eerder ingediende aanvraag waarvoor vergunning is
verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt. Voor het bedrag van de teruggaaf worden de voor
de eerdere aanvraag geheven leges verrekend met
het bedrag dat op grond van artikel 2.3.1.1.
verschuldigd is voor de nieuwe aanvraag. | |
| | |
2.5.5. | Minimumbedrag voor
teruggaaf | |
| Een bedrag van minder dan wordt niet teruggegeven. | € 124,50 |
| | |
2.5.6. | Geen teruggaaf legesdeel
advies | |
| Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel
2.3.10. wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 | Overige tarieven van titel 2 | |
2.6. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van: | |
2.6.1. | een verzoek tot het overdragen van een verleende
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3
van de bouwverordening | € 33,80 |
2.6.2. | een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het onttrekken van een woning aan
het woningbestand als bedoeld in de Woningwet | € 123,80 |
2.6.3. | Voor de berekening van de ouderdomsdatum van de
bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 5.14.
wordt uitgegaan van de datum van inwerkingtreding
van de geldende legesverordening. | |
2.6.4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of
een andere beschikking voor zover daarvoor niet
elders in dit hoofdstuk een tarief is
opgenomen | € 54,60 |
2.6.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verstrekken van
een: | |
2.6.5.1. | fotokopie op A4-formaat | € 1,55 |
2.6.5.2. | fotokopie op A3-formaat | € 1,90 |
2.6.5.3. | tot het verstrekken van een fotokopie
A0-formaat | € 6,65 |
| | |
| TITEL 3 DIENSTVERLENING
VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN
| |
Hoofdstuk 1 | Horeca | |
| | |
3.1.1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag om een vergunning als
bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Drank- en
Horecawet voor het uitoefenen van het “Horeca- of
slijtersbedrijf” dan wel het in zelfwerkzaamheid
niet bedrijfsmatig en anders dan om niet
verstrekken van alcoholhoudende drank | € 162,10 |
3.1.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een melding van wijziging van een
inrichting als bedoeld onder 12.1. in verband met
de wijziging van een lokaliteit een en ander zoals
bedoeld in artikel 30 van de Drank- en
Horecawet | € 81,-- |
3.1.3. | | € 81,-- |
3.1.4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een verzoek om ontheffing ingevolge
artikel 35 van de Drank- en Horecawet tot het
verstrekken van zwakalcoholische drank | € 19,95 |
3.1.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een verzoek van vergunning voor het
exploiteren van een horecabedrijf, als bedoeld in
artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke
Verordening Baarn 2009 | € 81,-- |
| | |
Hoofdstuk 2 | Organiseren van evenementen | |
3.2.1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning of een ontheffing op grond van de
Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009 voor
een: | |
3.2.1.1. | herdenkingsplechtigheid | € 21,75 |
3.2.1.2. | braderie | € 21,75 |
3.2.1.3. | optocht, niet zijnde een betoging, op de
weg | € 21,75 |
3.2.1.4. | feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op, bij
of aan de weg | € 21,75 |
3.2.1.5. | Straat- of buurtfeest van beperkte omvang | € 21,75 |
3.2.1.6. | evenement, als ten tijde van de aanvraag het te
verwachten aantal bezoekers: | |
3.2.1.6.1. | niet meer dan 750 bedraagt | € 119,70 |
3.2.1.6.2. | meer dan 750, doch niet meer dan 2.000
bedraagt | € 419,-- |
3.2.1.6.3. | meer dan 2.000 bedraagt, en de vergunning een
geldigheidsduur van niet meer dan 12 dagen
heeft | € 1.396,50 |
3.2.1.6.4. | meer dan 2.000 bedraagt, en de vergunning een
geldigheidsduur van meer dan 12 dagen heeft | € 4.029,80 |
Hoofdstuk 3 | Brandveiligheid | |
| Gebouwen of inrichtingen met een
woonfunctie | |
3.3..1.1. | Het tarief bedraagt het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning
tot het brandveilig gebruik van: | |
3.3.1.1.1. | een gebouw of inrichting met een
vloeroppervlakte tot en met 500 m2 | € 1.046,65 |
3.3.1.1.2. | kloosters en abdijen, indien de vloeroppervlakte
meer dan 500 m² bedraagt | € 1.283,80 |
3.3.1.1.3. | tehuizen of woongebouwen met inpandige gangen,
indien de vloeroppervlakte meer dan 500 m²
bedraagt | € 1.283,80 |
3.3.1.1.4. | cellen en cellengebouwen (gevangenissen) | € 859,30 |
3.3.1.1.5. | woningen voor niet-zelfstandige en
niet-zelfredzame bewoners | € 2.020,10 |
3.3.1.1.6. | bejaardenoorden | € 786,85 |
| Gebouwen of inrichtingen met een
logiesfunctie | |
3.3.1.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
hotel met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.2.1. | tot en met 250 m2 | € 1.357,25 |
3.3.1.2.2. | van 250 m2 tot en met 500 m2 | € 1.640,10 |
3.3.1.2.3. | van meer dan 500 m2 | € 1.947,60 |
3.3.1.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
pension of nachtverblijf met een vloeroppervlakte:
| |
3.3.1.3.1. | tot en met 250 m2 | € 1.119,10 |
3.3.1.3.2. | van 250 m2 tot en met 500 m2 | € 1.401,90 |
3.3.1.3.3. | van meer dan 500 m² | € 1.947,60 |
3.3.1..4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
dagverblijf met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.4.1. | tot en met 1.000 m2 | € 597,95 |
3.3.1.4.2. | van meer dan 1.000 m2 | € 1.120,45 |
| | |
| Onderwijsgebouwen of
-inrichtingen | |
3.3.1.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
onderwijsinstelling met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.5.1. | tot en met 1.000 m2 | € 763,45 |
3.3.1.5.2. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1.070,80 |
3.3.1.5.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1.826,85 |
| | |
| Kinderdagverblijven en
peuterspeelzalen | |
3.3.1.6. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal | € 597,95 |
| | |
| Gebouwen en inrichtingen voor
gezondheidszorg | |
3.3.1.7. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
gebouw voor gezondheidsdiensten: | |
3.3.1.7.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000
m2 | € 1.947,60 |
3.3.1.7.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000
m2 | € 4.287,80 |
3.3.1.8. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
ziekenhuis, kliniek, polikliniek of psychiatrische
voorziening: | |
3.3.1.8.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000
m2 | € 1.826,85 |
3.3.1.8.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000
m2 | € 4.287,80 |
3.3.1.9. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
verpleeghuis: | |
3.3.1.9.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000
m2 | € 1.826,85 |
3.3.1.9.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000
m2 | € 4.287,80 |
| | |
| Bedrijfsgebouwen of
-inrichtingen | |
3.3.1.10. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
kantoor met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.10.1. | tot en met 1.000 m2 | € 597,95 |
3.3.1.10.2. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 3.000 m2 | € 2.107,70 |
3.3.1.10.3. | van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2 | € 1.845,40 |
3.3.1.10.4. | van meer dan 6.000 m2 | € 1.971,75 |
3.3.1.11. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
fabriek met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.11.1. | tot en met 3.000 m2 | € 739,20 |
3.3.1.11.2. | van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2 | € 1.143,30 |
3.3.1.11.3. | van meer dan 6.000 m2 | € 1.971,80 |
3.3.1.12. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
studiogebouw ten behoeve van tv- of
filmopnamen | € 1.168,65 |
| Gebouwen of inrichtingen met een
publieksfunctie | |
3.3.1.13. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
theater, schouwburg, bioscoop of een aula met een
vloeroppervlakte: | |
3.3.1.13.1. | tot en met 1.250 m2 | € 763,60 |
3.3.1.13.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1.168,65 |
3.3.1.13.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1.406,75 |
3.3.1.14. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
museum of een bibliotheek met een
vloeroppervlakte: | |
3.3.1.14.1. | tot en met 1.250 m2 | € 549,65 |
3.3.1.14.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1.144,50 |
3.3.1.14.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1.168,65 |
3.3.1.15. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
buurthuis, ontmoetingscentrum of een wijkcentrum
met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.15.1. | tot en met 1.250 m2 | € 622,05 |
3.3.1.15.2. | van meer dan 1.250 m2 | € 1.168,65 |
3.3.1.16. | Het tarief bedraagt voor een gebedshuis | € 597,95 |
3.3.1.17. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
tentoonstellingsgebouw met een
vloeroppervlakte: | |
3.3.1.17.1. | tot en met 1.250 m2 | € 548,90 |
3.3.1.17.2. | van meer dan 1.250 m2 | € 1.144,50 |
3.3.1.18. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
kantine of eetzaal | € 977,60 |
3.3.1.19. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
café, discotheek of restaurant met een
vloeroppervlakte: | |
3.3.1.19.1. | tot en met 250 m2 | € 622,05 |
3.3.1.19.2. | van meer dan 250 m2 tot en met 500 m2 | € 1.001,55 |
3.3.1.19.3. | van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2 | € 1.167,45 |
3.3.1.19.4 | van meer dan 1.000 m2 | € 1.450,30 |
3.3.1.20. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
gymzaal of balletstudio | € 1.023,55 |
3.3.1.21. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
sporthal of een stadion met een
vloeroppervlakte: | |
3.3.1.21.1. | tot en met 1.250 m2 | € 975,25 |
3.3.1.21.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 5.000 m2 | € 1.845,40 |
3.3.1.21.3. | van meer dan 5.000 m2 | € 1.971,80 |
3.3.1.22. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
zwembad | € 1.826,85 |
3.3.1.23. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
winkelgebouw met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.23.1. | tot en met 500 m2 | € 549,60 |
3.3.1.23.2. | van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2 | € 1.001,55 |
3.3.1.23.3. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1.260,65 |
3.3.1.23.4. | van meer dan 2.500 m2 | € 1.905,95 |
3.3.1.24. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het brandveilig gebruik van een
stationsgebouw (weg, spoor, water, lucht) met een
oppervlakte: | |
3.3.1.24.1. | tot en met 1.000 m2 | € 598,05 |
3.3.1.24.2. | van meer dan 1.000 m2 | € 1.143,30 |
3.3.1.25. | Tijdelijke bouwsels | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning met betrekking tot het brandveilig
gebruik van een inrichting die niet bedoeld is
voor gebruik langer dan 30 dagen, zoals bedoeld in
artikel 2.1.1 van de
Brandbeveiligingsverordening | € 123,75 |