Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek
CiteertitelAVOI gemeente Hilvarenbeek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Intrekking van de Telecommunicatieverordening gemeente Hilvarenbeek en vaststelling Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek inclusief toelichting op de AVOI.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

De artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmringwet Privaatrecht, de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet en artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-201123-03-2019Nieuwe regeling

15-12-2011

In De Hilverbode van week 52, 2011

BW, 1 november 2011
30-12-2011Nieuwe regeling

15-12-2011

In De Hilverbode van week 52, 2011

BW, 1 november 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek

De raad van de gemeente Hilvarenbeek;

gelezen het voorstel van het college van 1 november 2011;

gelet op de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet en artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor de realisatie van één uniform regime voor al het werk in en onder de grond in de openbare ruimte en de gemeente in staat te stellen de gewenste regierol optimaal in te vullen;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek.

Titeldeel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    net: verzameling van een of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), inclusief lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie (netten van nutsbedrijven) of van informatie (openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet);

  • c.

    kabels en leidingen: (ondergrondse) openbare kabels en/of (buis)leidingen als onderdeel van een net;

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken (waaronder buizen) ten behoeve van kabels en leidingen;

  • e.

    huisaansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een net verbindt met een netwerkaansluitpunt, ten behoeve van een onroerende zaak, of met een ander net;

  • f.

    netbeheerder: degene die een kabel- cq leidingennet beheert;

  • g.

    aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die aan het college instemming, vergunning of toestemming verzoekt voor het leggen, hebben, onderhouden, verwijderen etc. van kabels en leidingen in openbare gronden die door de gemeente beheerd worden;

  • h.

    opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon, zijnde een netbeheerder, die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • i.

    grondroerder: de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de werkzaamheden worden verricht;

  • j.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in de Belemmeringenwet Privaatrecht of de Telecommunicatiewet;

  • k.

    openbare gronden: openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken en wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor eenieder toegankelijk zijn;

  • l.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • m.

    aanleggen: het aanbrengen, leggen, onderhouden, omleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels en leidingen en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden;

  • n.

    voorschriften: de door het college vast te stellen beleidsregels en bepalingen betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen

  • o.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden die dusdanig beperkt zijn dat, ter beoordeling door het college, een lichter procedureel regime toegepast kan worden voor ondervermelde werkzaamheden indien en voor zover daarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist en geen boringen toegepast worden:

    • -

      het aanbrengen/verwijderen van kabels/leidingen van minder dan 25 meter in een aanwezig net;

    • -

      reparaties aan het net(werk) over een lengte van minder dan 25 meter dan wel van lasgaten;

    • -

      werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2;

    • -

      (incidentele) huisaansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan 25 meter in of op openbare gronden;

  • p.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een schriftelijke melding van voorgenomen werkzaamheden aan kabels en/of leidingen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet;

  • q.

    vergunning: vergunning die door het college op schriftelijke aanvraag kan worden verleend voor werkzaamheden aan kabels en/of leidingen bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of van energie;

  • r.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of niet gewenst is;

  • s.

    niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

  • t.

    herstel: het op vakkundige wijze terugbrengen van verhardingsmaterialen in de oorspronkelijke toestand;

  • u.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1

    Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden, onderhouden, verleggen en verwijderen van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover wettelijke coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2

    Het college voert de regie over de efficiënte ordening van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden.

  • 3

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

  • 4

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning, instemming of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd krachtens deze verordening regels en/of nadere regels te stellen.

Titeldeel 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning

Artikel 4 Vereiste van instemming of vergunning

  • 1

    Het is verboden kabels van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te onderhouden, te verleggen of te verwijderen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit conform de Telecommunicatiewet respectievelijk een voorafgaand door het college verleende vergunning.

  • 2

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden, is geen instemming of vergunning, als bedoeld in het eerste lid noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college.

  • 3

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 5 Procedure van melding of aanvraag

  • 1

    Een aanvrager doet minimaal acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden bij het college melding voor een instemmingsbesluit dan wel aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening.

  • 2

    Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, dient de aanvrager deze toestemming te regelen en uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding of aanvraag, het college een bewijs van toestemming te overleggen.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid van dit artikel geldt:

    • a.

      in geval van voorgenomen werkzaamheden van niet ingrijpende aard, moet de aanvrager minimaal vijf werkdagen voor uitvoering deze werkzaamheden bij de gemeente melden op een door de gemeente aan te geven wijze. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8, eerste lid, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

    • b.

      in geval van spoedeisende werkzaamheden volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

  • 4

    Het college is bevoegd via nadere regels delen van het grondgebied aan te wijzen waarop het derde lid van dit artikel niet van toepassing is.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1

    Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze van verstrekking bij een melding of aanvraag als bedoeld in deze verordening.

  • 2

    Het college stelt de voor een melding of aanvraag, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening, te gebruiken formulieren vast.

Artikel 7 Beslistermijnen en geldigheidsduur

  • 1

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening. Betreft het een melding of aanvraag waarbij meer grondeigenaren/beheerders zijn betrokken, dan wordt de beslissing pas genomen als deze andere toestemmingen verkregen en overlegd zijn.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met de werkzaamheden een omgevingsvergunning als bedoeld in de ‘Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht’ is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 3

    Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 4

    Binnen 12 maanden na verlening van het instemmingsbesluit of van de vergunning moeten de werkzaamheden zijn voltooid, tenzij anders is bepaald. De geldigheidsduur kan door het college met maximaal 6 maanden worden verlengd, na een schriftelijk met redenen omkleed verzoek.

  • 5

    Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de netbeheerder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer daarvan te willen maken.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1

    Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    a. de openbare orde;

    b. de openbare veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    c. het voorkomen of beperken van overlast;

    d. het voorkomen of beperken van schade;

    e. de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en van beplantingen;

    f. het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    g. de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    h. de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit en de riolering;

    i. de bescherming van het milieu.

  • 2

    De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

  • 3

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform de door het college vast te stellen voorschriften.

  • 4

    Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratiekosten.

  • 5

    Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.

Titeldeel 3 Overige bepalingen

Paragraaf 3a Algemeen

Artikel 9 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding, als bedoeld in deze verordening, wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, stelt de voormalige netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis en is de voormalige netbeheerder verplicht zorg te dragen voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe netbeheerder.

Artikel 10 Nieuw Artikel

  • 1

    De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2

    Dit overleg is mede gericht op de beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden.

  • 3

    Netbeheerders kunnen desgewenst om overleg verzoeken.

Artikel 11 Informatieplicht

  • 1

    De netbeheerder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar net in of op openbare gronden.

  • 2

    De netbeheerder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Paragraaf 3b Netten voor transport van informatie

Artikel 12 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1

    Het college kan een vergunning weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van toestemming is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.

  • 2

    Niet-openbare kabels en/of leidingen dienen op verzoek van het college, op kosten van de eigenaar van de kabels en/of leidingen, te worden verlegd.

Artikel 13 Medegebruik van voorzieningen

  • 1

    Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg van kabels zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.

  • 2

    Indien de netbeheerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, is deze verplicht van deze voorzieningen gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is of de voorzieningen tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld.

Paragraaf 3c Netten van nutsbedrijven

Artikel 14 Verleggingen

  • 1

    1. Voor verleggingen van leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden op verzoek van de gemeente, gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    • b.

      De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen en/of kabels elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • c.

      Na een schriftelijk verzoek van het college tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo spoedig mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan twaalf weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

  • 2

    Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

Artikel 15 Verwijderen van kabels en leidingen

  • 1

    De netbeheerder is verplicht na het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de kabel of leiding binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen.

  • 2

    Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen bij reconstructies op aanzegging van de gemeente te worden verwijderd.

  • 3

    De procedure uit deze verordening voor het verkrijgen van instemming of vergunning is van overeenkomstige toepassing op de verwijderingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Titeldeel 4 Straf-, toezicht-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Toezicht en handhaving

  • 1

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2

    Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij bekend is gemaakt.

  • 2

    Bij het inwerkingtreden van deze verordening vervalt de Telecommunicatieverordening gemeente Hilvarenbeek

Artikel 18 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule

  • 1

    De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen of andere rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

  • 2

    Instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening en vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot kabels en leidingen, blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip waarop zij met toepassing van deze verordening worden ingetrokken.

  • 3

    Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 4

    Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “AVOI gemeente Hilvarenbeek”.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 15 december 2011.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, de voorzitter,

de heer drs. G.J. de Ruiter de heer drs. R.F.I. Palmen

Nadere Regels 1  

officiële titel Nadere regels inzake de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek

citeertitel Nadere regels AVOI gemeente Hilvarenbeek

wettelijke grondslag De artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet en artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

datum aanmaak 26 maart 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek;

gelet op artikel 3 van de AVOI gemeente Hilvarenbeek waarin het college de bevoegdheid krijgt nadere regels te stellen en op de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is dergelijke nadere regels te stellen;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels inzake de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren van de gemeente Hilvarenbeek

Artikel 1. Voorwaarden

Het college stelt hiermee vast de voorwaarden die conform de artikelen 6 en 8 van de verordening van toepassing zijn op een melding of aanvraag voor werkzaamheden, respectievelijk voorschriften en beperkingen voor een vergunning of instemmingsbesluit, op grond van de AVOI gemeente Hilvarenbeek.

Artikel 2. Formulieren

Het college stelt hiermee vast de formulieren, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de verordening, voor de melding of aanvraag:

1. Het Aanvraag-/Meldingsformulier kabel- en leidingwerkzaamheden voor de aanvragen en meldingen conform artikel 4, eerste lid, van de verordening.

2. Het Meldingsformulier niet ingrijpende of spoedeisende kabel- en leidingwerkzaamheden (bestemd voor de melding of aanvraag voor instemming of vergunning voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard conform artikel 4, tweede lid, van de verordening).

Artikel 3. Te verstrekken gegevens (reguliere melding of aanvraag)

Bij de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening verstrekt de aanvrager in elk geval de volgende gegevens:

1. een machtiging bij een melding of aanvraag namens een netbeheerder;

2. naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van de netbeheerder, opdrachtgever en/of grondroerder, en van de (te machtigen) uitvoerder waarvan de contactpersoon de Nederlandse taal machtig moet zijn;

3. een opgave van aantal, soort en beoogd gebruik van de kabels die direct of niet direct (indien het betreft elektronische communicatie-netwerken) in gebruik worden genomen en de lengte en breedte van de kabelsleuf;

4. een opgave van belanghebbenden/omwonenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de aanvang, einde en aard van de werkzaamheden;

5. het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

6. een opgave van onder- of bovengrondse kasten incl. de situering en afmetingen;

7. een opgave van hetgeen ondernomen is om te voldoen aan de verplichting van artikel 12 van de verordening inzake het (mede)gebruik van voorzieningen;

8. toestemmingen en vergunningen van derden;

9. een opgave van alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 8, eerste lid, van de verordening genoemde belangen:

10. een uitvoeringsplan inclusief:

a. in drievoud volledige en duidelijk leesbare tekeningen, op basis van GBKN (grootschalige basiskaart Nederland), van het gewenste tracé inclusief opgave van de te verbinden locaties, met als minimale schaal 1:1000;

b. de sleuflengtes en soorten kabels of leidingen;

c. te plaatsen objecten, alsmede de situering daarvan;

d. de maatregelen voor de bereikbaarheid en bescherming van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

e. eventuele opbrekingen van de verhardingen;

f. een verkeersplan conform CROW-richtlijn 96b;

g. maatregelen ter bescherming van openbare voorzieningen (bomen etc.);

h. de maatregelen voor de bereikbaarheid van percelen en opstallen;

11. de planning van het gehele werk inclusief de fasering en werkvolgordes.

Artikel 4. Te verstrekken gegevens (uitzonderingen)

1. Bij de melding als bedoeld in artikel 5, derde tot en met vijfde lid, van de verordening verstrekt de netbeheerder in elk geval de volgende gegevens:

2. naam, adres en ondertekening van de netbeheerder (of diens gemachtigde) en de uitvoerenden, waarbij de contactpersoon de Nederlandse taal machtig dient te zijn;

3. de dagtekening van de melding;

4. de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

5. het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

6. Voor de volgende delen van het gemeentelijk grondgebied, te weten het beschermd dorpsgezicht, Vrijthof, in de kern Hilvarenbeek, is het gestelde in het eerste lid en in artikel 5, derde lid, niet van toepassing.

Artikel 5. Digitale gegevens

Gegevens die digitaal beschikbaar zijn, worden door of namens de netbeheerder op het door de gemeente bekend te maken e-mailadres digitaal ingediend.

Artikel 6. Zekerheidsstelling

Ter bescherming van de belangen als genoemd in artikel 8, eerste lid, van de verordening kan het college aan de instemming/vergunning het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor nakoming van voorschriften en beperkingen.

Artikel 7. Omwonenden

De netbeheerder moet omwonenden (inclusief bedrijven en instellingen) ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk informeren over aanvang, duur, aard en plaats.

 

 

 

Artikel 8. Uitvoering en herstelwerk

1. Op de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen zijn van toepassing de lokale voorschriften (zoals vermeld in het instemmingsbesluit of vergunning), de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her)straatwerkzaamheden (uitgave 1990; hoofdstuk I tot en met III) en – voor zover van toepassing - de specifiek met de netbeheerders overeengekomen herstraatafspraken.

2. De ondergrond en de verharding worden, met in acht name van in of krachtens het eerste lid gestelde uitvoeringsvoorwaarden, na voltooiing van werkzaamheden minimaal teruggebracht in de oude staat, zijnde de hoedanigheid en kwaliteit zoals deze bestond voor aanvang van de werkzaamheden. Indien de gemeente dit wenst wordt een nulmeting uitgevoerd om vooraf een gezamenlijk beeld te hebben van de uitgangssituatie.

3. Aan herstel van de bestrating c.q. verharding kan het college nadere voorwaarden stellen, waarbij de mogelijkheid wordt voorbehouden deze werkzaamheden zelf, dan wel door een door de gemeente aan te wijzen partij, uit te voeren. Een en ander voor rekening van de netbeheerder.

4. Het herstel van de ondergrond en de verharding geschiedt door of vanwege de netbeheerder voor diens rekening.

5. De netbeheerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit herstel gedurende een termijn van 12 maanden, waarna de gemeente het onderhoud, middels een overdrachtsopname en proces-verbaal van oplevering en gebleken geschiktheid, overneemt.

6. De netbeheerder stelt de gemeente tijdig in staat een opleveringsopname uit te voeren.

7. Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, zal het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 9. Schadevergoeding

1. De netbeheerder is gehouden tot het in redelijkheid en billijkheid vergoeden van alle schade, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden.

2. De berekening van de vergoeding van de schaden is gebaseerd op vijf optredende kostensoorten: herstel-, onderhouds, beheers en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente. Voor de berekening van de schadevergoeding wordt als basis gehanteerd de herstraattarieven conform de landelijke ‘Richtlijn Tarieven Graafwerkzaamheden (Telecom): Richtlijn voor gemeenten ten behoeve van het berekenen van tarieven voor herstel-, onderhouds-, beheer- en degeneratiekosten bij (graaf)werkzaamheden door aanbieders in openbare gronden die in eigendom of beheer zijn van gemeenten’ uit 2004 en volgens de laatst vastgestelde landelijke tarieven.

Artikel 10. Toezicht en handhaving

1. Gelet op afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 16, eerste lid, van de verordening, worden personen aangewezen die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de verordening bepaalde voor het gehele grondgebied van de gemeente. De toezichthoudende bevoegdheden die uit de Algemene wet bestuursrecht voortvloeien gelden onverkort.

 

 

 

2. In het geval door de gemeente ter plaatse geconstateerd wordt dat een werk in uitvoering is zonder dat de vereiste instemming of vergunning is verleend, en het werk valt niet onder spoedeisend werk/calamiteit, kan de gemeentelijk vertegenwoordiger een beschikking uitreiken aan de grondroerder, waarbij de grondroerder direct het opbreek-, graaf- en legwerk moet staken dan wel kan deze grondroerder de verplichting opgelegd krijgen om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van de betreffende instemming of vergunning weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen.

3. De in het tweede lid genoemde bevoegdheid tot het stil leggen van werk is eveneens van toepassing indien:

a. aanwijzingen en geboden die door vertegenwoordigers van de gemeente worden gegeven niet onverwijld worden opgevolgd;

b. uitvoerend personeel van grondroerder zich onbehoorlijk, kwetsend en/of overlastgevend gedraagt;

c. er onacceptabele verkeershinder en/of gevaarzetting voor het publiek ontstaat.

4. Indien de netbeheerder bij de in het tweede en derde lid genoemde vorderingen op eerste aanzegging in gebreke blijft zal de gemeente de benodigde werkzaamheden (laten) uitvoeren. Alle kosten en gevolgen terzake, alsmede de kosten voortvloeiend uit de opschorting en eventuele verdere herstelverplichtingen worden verhaald op de netbeheerder.

Artikel 11. Inwerkingtreding

1. Dit reglement treedt in werking op de dag na die waarop zij bekend is gemaakt.

2. Bij het inwerkingtreden van dit reglement komt het vorige reglement nadere

regels AVOI gemeente Hilvarenbeek d.d. 23 december 2011 te vervallen.

Artikel 12. Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als “Nadere regels AVOI gemeente Hilvarenbeek”.

Hilvarenbeek, 2 april 2013

Het college van gemeente Hilvarenbeek

de secretaris, |

mevrouw drs. M.J. Horeman

de burgemeester

de heer drs. R.F.I. Palmen

 

Toelichting 1 Algemene toelichting