Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kaag en Braassem

Verordening tot eerste wijziging van de Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKaag en Braassem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tot eerste wijziging van de Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012
CiteertitelAlgemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Aanpassing van de Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012 om de gewijzigde financieringssystematiek rechtmatig uit te kunnen voeren.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-201201-01-2015art. 1 sub e en f, art. 7 lid 2, art. 12 lid 4, art. 14 lid 1, art. 18 lid 4

08-10-2012

Witte Weekblad, 17-10-2012

12.087
22-12-201101-01-2011Nieuwe regeling

12-12-2011

Witte Weekblad, 21-12-2011

11.112

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot eerste wijziging van de Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2011;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

vast te stellen de

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KAAG EN BRAASSEM 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. raad: raad van de gemeente Kaag en Braassem;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem;

c. eenmalige subsidie: subsidie voor bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager;

d. jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar, voor een bepaald aantal boekjaren of jaarlijks aan een instelling wordt verstrekt voor voortdurende of jaarlijks terugkerende activiteiten.

e. Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon die voor uitvoering en bestuur primair functioneert op basis van de inzet van vrijwilligers.

f. Professionele organisatie: een rechtspersoon die voor uitvoering en bestuur primair functioneert op basis van professioneel management en/of personeel.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Subsidies kunnen worden verstrekt voor activiteiten op de volgende beleidsterreinen :

a. algemeen bestuur;

b. openbare orde en veiligheid;

c. verkeer, vervoer en waterstaat;

d. economische zaken;

e. onderwijs;

f. cultuur en recreatie;

g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

h. volksgezondheid en milieu;

i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het verstrekken van subsidies op basis van deze verordening.

  • 2

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen, de subsidieplafonds en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidie¬plafond(s).

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. Hiervoor kan een door het college vastgesteld aanvraagformulier worden gebruikt.

  • 2

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Indien voor dezelfde activiteit ook elders subsidie is aangevraagd moet dit worden vermeld inclusief de stand van zaken van die aanvraag;

    d. een opgave van met de instelling gelieerde rechtspersonen alsmede de aard van de betrekking met die rechtspersonen.

  • 3

    Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4

    Het college kan bepalen dat de instelling aanvullende gegevens en bescheiden overlegt.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1

    Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2

    De instelling is zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de gevraagde gegevens.

  • 3

    Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1

    Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2

    Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk 31 december van het jaar of uiterlijk de laatste dag van het boekjaar waarop de aanvraag is ingediend.

  • 3

    Het college kan de beslistermijn met zes weken verlengen.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringgronden

  • 1

    Het college kan een aanvraag voor subsidie afwijzen indien

    a. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    b. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate passen binnen de gemeentelijke doestellingen;

    c. de aanvrager of de activiteiten niet openstaan voor alle individuen en groeperingen, dan wel onderscheid maakt op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook;

    d. de instelling niet in staat is een correct overzicht van bezittingen en schulden en verkregen exploitatieresultaten, voorzien van bewijsstukken, te overleggen.

    e. de subsidie-aanvrager niet voldoende samenwerkt met andere instellingen die dezelfde of op hetzelfde beleidsterrein activiteiten verzorgen;

    f. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, om de kosten van de activiteiten te dekken;

    g. de aanvrager onvoldoende gebruik maakt van de mogelijkheden andere inkomsten te verkrijgen;

    h. in het beoogde doel of de voorgenomen activiteiten al op andere wijze in belangrijke mate is voorzien;

  • 2

    Subsidies onder de € 200 worden niet verstrekt.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 9 Verlening subsidie

In de beschikking waarin de subsidie wordt verleend geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

Artikel 10 Betaling en bevoorschotting

Beschikkingen vanaf € 5.000 worden bevoorschot in termijnen. Een betalingsschema wordt opgenomen in de beschikking.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 12 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden of verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3

    Het college kan op grond van artikel 4:38 ook andere doelgebonden verplichtingen opleggen aan de subsidie-ontvanger.

  • 4

    Bij subsidies, hoger dan € 5.000,-, die verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Verantwoording subsidies tot € 5.000

  • 1

    Subsidies tot € 5.000 worden door het college:

    a. vastgesteld zonder voorafgaande verlening, of;

    b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht. In dat geval kan het college de aanvrager bij de subsidieverlening verplichten binnen een bepaalde tijd na afloop van de activiteiten op bepaalde wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, kan het college andere subsidies of categorieën van subsidies aanwijzen die worden vastgesteld zonder voorafgaande verlening.

Artikel 14 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000

  • 1

    Bij een subsidieverlening vanaf € 5.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht of binnen vier maanden na het subsidietijdvak waarvoor de subsidie is verleend;

    b. bij een jaarlijkse subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na het kalenderjaar waarin de gesubsidieerde activiteit plaats vond of binnen vier maanden na het subsidietijdvak waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    b. het activiteitenverslag bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen indien de subsidie meer dan € 50.000 bedraagt;

    c. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    d. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    e. een accountantsverklaring, indien de subsidie meer dan € 50.000 bedraagt.

  • 3

    Het college kan bepalen dat andere gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Dit wordt opgenomen in de beschikking waarin subsidie wordt verleend.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1

    Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 14, eerste lid, de subsidie vast.

  • 2

    Het college kan bepalen dat andere gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Dit wordt opgenomen in de beschikking waarin subsidie wordt verleend.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 16 Vervallen

Vervallen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, gemotiveerd een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken ten gunste van de aanvrager of subsidieontvanger indien strikte toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Overgangsbepalingen

  • 1

    Aanvragen voor subsidie die zijn ingediend vóór 31 december 2010 en die betrekking hebben op het jaar 2011 en latere jaren worden afgedaan volgens deze verordening. Voor deze gevallen wordt aan deze verordening terugwerkende kracht gegeven en werkt deze verordening terug tot 1 januari 2011.

  • 2

    Aanvragen voor subsidies die zijn ingediend voor 31 december 2011 en die betrekking hebben op het jaar 2012 en latere jaren worden eveneens afgedaan volgens deze verordening.

  • 3

    Op subsidies die zijn verstrekt voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening en betrekking hebben op activiteiten die zijn uitgevoerd voor 1 januari 2011, zijn de Algemene subsidieverordening Jacobswoude 2002, Deelverordeningen overige subsidies Jacobswoude 2003, de Subsidieverordening Welzijn gemeente Alkemade 2006, Subsidieverordening oud papier Alkemade 1991, subsidieverordening recreatieve en promotioneel opgezette activiteiten 2009, bijdrageregeling voor molens in de gemeente Kaag en Braassem 2010 van toepassing zoals deze luidden op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4

    Aanvragen door vrijwilligersorganisaties voor subsidie die zijn ingediend voor 31 december 2012 en betrekking hebben op het subsidiejaar 2013 worden afgedaan volgens de Algemene Subsidieverordening Kaag en Braassem 2012.

Artikel 19 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 2

    Voor wat betreft de gevallen bedoeld in artikel 18, eerste lid, wordt aan deze verordening terugwerkende kracht verleend waardoor zij terugwerkt tot en met 1 januari 2011.

  • 3

    De Algemene Subsidieverordening Kaag en Braassem 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad van de gemeente Kaag en Braassem

gehouden op 12 december 2011

de griffier,                              de voorzitter,

B.S.M. Sepers                       mr. K.M. van der Velde-Menting