Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld Oosterhout 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgeld Oosterhout 2012
CiteertitelVerordening marktgeld Oosterhout 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201101-01-2013nieuwe regeling

13-12-2011

Weekblad Oosterhout, 21-12-2011

Gemeenteraad 2011, nota 0110094

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld Oosterhout 2012

De raad van de gemeente Oosterhout:

gezien het voorstel van het college van 7 november 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld Oosterhout 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het gebruik maken van een standplaats op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke door het college als marktterrein is aangewezen, alsmede voor het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur hiermee samenhangende verstrekte diensten.

  • 2.

    Onder de naam "reclamegeld" wordt een recht geheven voor het door een vergunninghouder gebruik maken van een standplaats op de woensdagse en zaterdagse weekmarkt op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Het recht wordt geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld als bedoeld in artikel 1 onder 1.

  • 2.

    Het reclamegeld wordt geheven van elke vergunninghouder aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld als bedoeld in artikel 1 onder 2.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De grondslag, waarnaar het marktgeld wordt geheven, is het aantal vierkante meters dat is opgenomen in de verleende vergunning voor het innemen van de standplaats.

  • 2.

    De grondslag, waarnaar het reclamegeld wordt geheven, is de aanwezigheid van een vergunning voor het ter beschikking krijgen van een standplaats op de woensdagse en zaterdagse weekmarkt op grond van de Marktverordening Oosterhout.

Artikel 4 Belastingtarief en tijdvak

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor het op kramen, tenten, tafels, in wagens of anderszins uitstallen of ten verkoop voorhanden hebben van waren, goederen en andere voorwerpen van handel op de marktterreinen binnen de gemeente Oosterhout per dag of een gedeelte van een dag:

    • a.

      per m² ingenomen ruimte volgens de verleende vergunning: € 0,72 voor de zaterdagse weekmarkt;

    • b.

      per m² ingenomen ruimte volgens de verleende vergunning: € 0,65 voor de woensdagmiddagmarkt.

  • Bij de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een m² voor een gehele m² gerekend.

  • 2.

    Het reclamegeld bedraagt een vast bedrag ad € 120,00 per jaar, tenzij de vergunninghouder vooraf schriftelijk heeft aangegeven een evenredig vastgesteld bedrag per kwartaal te willen betalen.

  • 3.

    Aan vergunninghouders, die vooraf schriftelijk aangeven het verschuldigde marktgeld per kwartaal te willen betalen, wordt per kwartaal 12 maal het tarief, als verschuldigd op grond van het eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht. Aan vergunninghouders, die vooraf schriftelijk aangeven het verschuldigde marktgeld per jaar te willen betalen, wordt per jaar 45 maal het tarief, als verschuldigd op grond van het eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De in artikel 4 bedoelde rechten worden geheven bij wege van aanslag, voor zover deze rechten per kwartaal of per jaar in rekening worden gebracht.

  • 2.

    Voor zover de rechten niet per kwartaal of jaar in rekening worden gebracht worden de in artikel 4 bedoelde rechten geheven door middel van een genummerde kwitantie, waarop het verschuldigde bedrag staat vermeld.

Artikel 6 Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De in artikel 5, tweede lid, bedoelde rechten moeten worden betaald op het moment dat de kwitantie wordt uitgereikt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde belastingplicht in de loop van het tijdvak

  • 1.

    Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid zijn de bij wege van een kwitantie geheven rechten verschuldigd bij de aanvang van het in artikel 1 bedoelde gebruik.

  • 2.

    De bij wege van aanslag geheven rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of jaar of, zo dit later is, bij de aanvang van het in artikel 1 bedoelde gebruik.

  • 3.

    Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het kwartaal is het recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde recht als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het jaar is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken van een vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde recht als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken van een vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het markt- en reclamegeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening marktgeld Oosterhout 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgeld Oosterhout 2012".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2011.

voorzitter,

griffier.