Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Landsmeer

Verordening op de heffing en de invordening van liggelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Landsmeer
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordening van liggelden 2012
CiteertitelVerordening liggelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening liggelden 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 299, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013Intrekking

11-12-2012

Kompas Regiokrant, 24-12-2012

2012-83D
21-12-201101-01-2013nieuwe regeling

12-12-2011

Kompas, 20-12-2011

2011 - 124D

Tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als,of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of inhoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot te worden ingenomen;

  • c.

    dag: een etmaal of gedeelte daarvan;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    maand: een kalendermaand;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'liggeld woonschepen' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot.

Artikel 3 Ingangstijdstip belastbaar feit

Het liggeld wordt geheven vanaf de dag waarop het verblijf binnen de gemeente met een woonschip een termijn veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te bovengaat.

Artikel 4 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats

heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de ligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 5 van de Woonschepenverordening Landsmeer, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar omstandigheden beoordeeld.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt per strekkende meter:

  • a.

    per dag: € 0,10

  • b.

    per week: € 0,60

  • c.

    per maand: € 2,35

  • d.

    per jaar: € 28,00

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,worden de in artikel 5 vermelde tarieven naar evenredigheid van tijdsduur aangepast.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de resterende periode van dat tijdvak naar evenredigheid van tijdsduur.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 4,50 worden niet geheven.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het liggeld als bedoeld in artikel 2 wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een liggeld per jaar betreft;

  • b.

    door middel van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld, indien het een liggeld per dag, week of maand betreft.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten als bedoeld in artikel 7, onder a. zijn invorderbaar twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid zijn de rechten waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien de toepassing van de eerste volzin niet leidt tot meer dan twee maandelijkse termijnen, vindt het tweede lid toepassing.

  • 3.

    De rechten als bedoeld in artikel 7, onder b zijn invorderbaar 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening liggelden 2011' van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening liggelden 2012'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2011.

De voorzitter,

De griffier,