| | |
| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | aanlegkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| bouwkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.3 | sloopkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
| Hoofdstuk 2 Principeverzoeken | |
| | |
| Principeverzoeken | |
2.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek om een omgevingsvergunning | 320,00 |
2.2.2 | Indien een principeverzoek niet verder in behandeling wordt genomen of wordt ingetrokken bedraagt het tarief voor een dergelijke aanvraag | 60,00 |
2.2.3 | Indien ten behoeve van de beoordeling van een principeverzoek een milieutoets door de Omgevingsdienst dan wel door de Milieudienst benodigd is wordt het onder 2.2.1 bedoelde tarief verhoogd met | 500,00 |
| | |
| Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunningen | |
| | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | 5,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten niet meer dan € 2.500,-- bedragen;zulks met een minimum van € 100,00 | |
2.3.1.1.2 | 5,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 2.500,- en minder dan € 5.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.3 | 5,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 5.000,- en minder dan € 7.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.4 | 4,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 7.500,- en minder dan € 10.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.5 | 4,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 10.000,- en minder dan € 12.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.6 | 4,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 12.500,- en minder dan € 15.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.7 | 4,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 15.000,- en minder dan € 17.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.8 | 4,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 17.500,- en minder dan € 20.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.9 | 4,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 20.000,- en minder dan € 22.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.10 | 4,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 22.500,- en minder dan € 25.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.11 | 4,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 25.000,- en minder dan € 27.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.12 | 4,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 27.500,- en minder dan € 30.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.13 | 4,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 30.000,- en minder dan € 32.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.14 | 3,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 32.500,- en minder dan € 35.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.15 | 3,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 35.000,- en minder dan € 37.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.16 | 3,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 37.500,- en minder dan € 40.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.17 | 3,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 40.000,- en minder dan € 42.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.18 | 3,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 42.500,- en minder dan € 45.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.19 | 3,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 45.000,- en minder dan € 47.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.20 | 3,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 47.500,- en minder dan € 50.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.21 | 3,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 50.000,- en minder dan € 52.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.22 | 3,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 52.500,- en minder dan € 55.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.23 | 3,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 55.000,- en minder dan € 57.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.24 | 2,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 57.500,- en minder dan € 60.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.25 | 2,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 60.000,- en minder dan € 62.500,- bedragen; | |
2.3.1.1.26 | 2,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 62.500,- en minder dan € 200.000,- bedragen; | |
2.3.1.1.27 | 2,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 200.000,- bedragen; | |
| | |
| Verhoging leges in verband met restitutieregeling Formulier melding aanvang werkzaamheden | |
2.3.1.1.28 | De bij onderdeel 3.2.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.27 genoemde tarieven worden verhoogd met 0,1%. | |
| | |
| Verplicht advies commissie ruimtelijke kwaliteit | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien krachtens de welstandsnota en/ of erfgoedverordening een toets van de commissie ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is, per oordeel, c.q. advies : | 175,00 |
2.3.1.2.1 | indien het gaat om een aanvraag voor toekenning van de monumentstatus, dan wel het aanwijzen van een beschermd dorpsgezicht | 50,00 |
2.3.1.2.2 | indien het gaat om een aanvraag tot doorhaling van de status van monument dan wel beschermd dorpsgezicht | 200,00 |
| | |
| Verplicht advies agrarische deskundige | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden, indien krachtens een bestemmingsplan, een gemeentelijke verordening of naar oordeel van het gemeentebestuur (in het kader van een afwijkingenprocedure) voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een agrarische deskundige noodzakelijk is worden de leges verhoogd met | 460,00 |
2.3.1.3.1 | Indien de agrarische deskundige adviseert op regiebasis zullen de leges verhoogd worden met de som van het aantal hieraan bestede uren maal een uurtarief van | 90,00 |
| | |
| Advisering door de brandweer | |
2.3.1.4 | Het verschuldigde bedrag overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en onderdeel 2.3.3 (Planologisch strijdig gebruik) wordt, indien ter zake door de brandweer een brandpreventief advies wordt uitgebracht, verhoogd met | 10% |
| | |
| Aanlegactiviteiten | |
2.3.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 497,00 |
| | |
| Planologisch strijdig gebruik | |
2.3.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b en c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) : | 266,00 |
2.3.3.2 | indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking) : | 480,00 |
2.3.3.3 | indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking, "Wabo projectbesluit" of uitgebreide planologische afwijking): | 7500,00 |
2.3.3.4 | indien het betreft artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking, bijv. meerdaags evenement): | 480,00 |
2.3.3.5 | indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) : | 399,60 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving) | 499,80 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 499,80 |
2.3.3.8 | indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 318,90 |
2.3.3.9 | Indien ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag zoals bedoeld in onderdeel 2.3.3 een milieutoets door de Omgevingsdienst/ Milieudienst wordt uitgevoerd wordt het bij de onderdelen 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 bedoelde tarief verhoogd met | 500,00 |
| | |
| Buiten behandeling stellen aanvraag | |
2.3.4 | indien besloten wordt de aanvraag buiten behandeling te stellen | 150,00 |
2.3.5.1 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheidIndien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1.1 | bij een vloeroppervlakte t/m 100 m2 | 503,20 |
2.3.5.1.2 | bij een vloeroppervlakte van 101 t/m 500m2 | 641,90 |
2.3.5.1.3 | bij een vloeroppervlakte van 501 t/m 5.000m2 | 916,20 |
2.3.5.1.4 | bij een vloeroppervlakte van 5.001 t/m 50.000m2 | 1398,70 |
2.3.5.1.5 | bij een vloeroppervlakte boven 50.000m2 | 2698,40 |
2.3.5.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft tot het aanbrengen van een beperkte wijziging in een verleende vergunning ten gevolge van een geringe uitbreiding van de inrichting c.q. aanpassing van het aanwezige aantal personen bedraagt het tarief: | 318,90 |
2.3.5.3 | indien de aanvraag betrekking heeft tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting voor een tijdelijk evenement bedraagt het tarief: | 191,50 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde dorpsgezichten (rijk en provincie) | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens een provinciale verordening aangewezen monument waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in engi opzicht wijzigen van een monument: | 196,70 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht dan wel het in enig opzicht wijzigen: | 196,70 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | 280,60 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | 280,60 |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | 280,60 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | 280,60 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 73,10 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/Inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.5 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 73,10 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de Boswet, een provinciale verordening of de vigerende kapverordening van de gemeente Kaag en Braassem een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 74,50 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | 76,10 |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | 76,10 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | 76,10 |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | 318,90 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief | 318,90 |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is en een omgevingsvergunning noodzakelijk is, bedraagt het tarief | 318,90 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 103,50 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of Keur van het Hoogheemraadschap aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | 220,50 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | 220,50 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft vermeerderd met (met een maximum van € 250,00) | 3% |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft (met een maximum van € 250,00). | 3% |
| | |
2.3.16 | Beoordeling rapportages | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: | 220,50 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: | 220,50 |
2.3.16.3 | voor de beoordeling van een akoestische rapportage: | 220,50 |
2.3.16.4 | voor de beoordeling van een asbestinventarisatierapportage: | 220,50 |
2.3.16.5 | voor de beoordeling van een bezonningsrapportage: | 220,50 |
2.3.16.6 | voor de beoordeling van een luchtonderzoek (geur-, fijnstof- en dergelijke): | 220,50 |
2.3.16.7 | voor de beoordeling van een planschaderisicoanalyse: | 220,50 |
2.3.16.8 | voor de beoordeling van een parkeer- of verkeersonderzoek | 220,50 |
2.3.16.9 | voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek | 220,50 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | 266,10 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | 266,10 |
| | |
| Hoofdstuk 4 Teruggaaf | |
2.4.1 | Teruggaaf als gevolg van de intrekking van de aanvraag van een omgevingsvergunning voordat hierop is beschikt bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.De teruggaaf bedraag: | |
2.4.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | 75% |
2.4.2.1 | In afwijking van 2.4.2 bedraagt de teruggaaf van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3 en 2.3.3.3 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" 100 % indien de aanvraag binnen een termijn van vier weken na bericht van behandeling wordt ingetrokken | |
2.4.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | 50% |
2.4.4 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | 25% |
2.4.5 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, sloop- of gebruiksactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 of 2.3.14 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | |
2.4.6 | Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan € 60,-- wordt niet teruggegeven. | |
| | |
| Teruggaaf bij tijdige inzending startformulier | |
2.4.9 | Indien minimaal twee dagen vóór de aanvang van de bouw-, aanleg- of gebruikswerkzaamheden het formulier "Formulier melding aanvang werkzaamheden" bij het gemeentebestuur is ingekomen, en, indien hierover een voorschrift in de omgevingsvergunning is opgenomen, ook de goedgekeurde constructieve gegevens tijdig zijn ingezonden, wordt een teruggaaf verleend van: | 50,00 |
2.4.10 | Met deze situatie wordt gelijkgesteld de situatie dat een formulier niet kan worden teruggestuurd wegens intrekking, weigering of buiten behandeling stellen van de aanvraag. | |
| | |
| Uitsluiting teruggaaf leges | |
2.4.10.2 | Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van advisering door externe deskundigen zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.16 en 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend indien reeds om advisering is gevraagd (geen teruggaaf van de kosten van deskundigenadviezen). | |
2.4.10.3 | Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3, 2.3.3.1, 2.3.3.2 en 2.3.3.4 tot en met 2.3.3.8 wordt geen teruggaaf verleend zoals bedoeld onder 2.4.3 (geen teruggaaf bij korte procedure indien intrekking na vier weken). | |
2.4.10.4 | Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3, 2.3.3.3 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld in onderdeel 2.4.3, indien intrekking geschiedt na 10 weken na bericht van in behandeling nemen (geen teruggaaf bij lange procedure, indien intrekking na 10 weken). | |
2.4.10.5 | Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3 en 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld onder 2.4.4 en 2.4.5 (geen teruggaaf bij weigering of intrekking na verlening). | |
| | |
| Hoofdstuk 4a Vermeerdering en vermindering | |
2.4a.1 | Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit(en) van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, verhoogd met | 100% |
| | |
| Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning | |
2.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | 62,10 |
| | |
| Hoofdstuk 6 Verlenging termijn omgevingsvergunning | |
2.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van de termijn waarbinnen gestart moet zijn met de in de omgevingvergunning genoemde bouwactiviteit: | 62,10 |
| | |
| Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | 90,10 |
| | |
| Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | 7500,00 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | 7500,00 |
2.8.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening | 7500,00 |
2.8.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.9 van de Crisis- en herstelwet | 7500,00 |
2.8.5 | Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 tezamen met een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en ex artikel 3.30 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt gecoördineerd, is voor het in behandeling nemen van deze aanvragen het bedrag dat voortvloeit uit de tarieven van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 8 (onverminderd artikel 2.5.5) van toepassing. | |
| | |
| Hoofdstuk 9 Sloopmelding | |
2.9.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening | 175,00 |
| | |
| Hoofdstuk 10 Planschade | |
2.10.1 | Het tarief (het recht zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Wro) bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tegemoetkoming in schade zoals bedoeld in artikel 6.1 van de Wro voor evt. terugstorten hiervan zie artikel 6.4, vierde lid, Wro. | 500,00 |
| | |
| Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.11.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | 517,70 |