Organisatie | Pekela |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012 |
Citeertitel | Legesverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 20-12-2011 Pekelder Streekblad, 28-12-2011 | 2011B01818 |
De raad van de gemeente Pekela;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2011;
gelet op de artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440) en artikel 10, aanhef en onderdeel b, van de Legesverordening 2012;
vast te stellen de volgende verordening:
“Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012”
Deze verordening verstaat onder:
a ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b ‘week’: een aan een gesloten periode van zeven dagen;
c ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot en met de 1e dag in de volgende kalendermaand;
d ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de 1e dag in het volgende kalenderjaar;
e ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht;
het afgeven van stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten,
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
van zuiver redactionele aard zijn;
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
onderdeel 1.1.4 (akten burgerlijke stand);
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent gedrag);
een en ander voor zover met deze wijzingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
De ‘Legesverordening 2011’ vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.