Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2012 | 01-01-2013 | Wijziging tariefpost f en invoeging nieuwe tariefpost gin de tarieventabel. Deze wijzigingen gaan in op 1 januari 2012. | 03-07-2012 Stadskrant, 13 juli 2012 | RV 12.0050 | |
14-04-2012 | 14-07-2012 | Wijziging artikel 1 en onderdeel c en d van de tarieventabel | 05-04-2012 Stadskrant, 13 april 2012 | RV 12.0016 | |
31-12-2011 | 14-04-2012 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Stadskrant, 30 december 2011 | RV 11.0113 |
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van het havengebied en ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de eigenaar van het vaartuig, de reder, de schipper, de kapitein, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het bepaalde in artikel 6.
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
vaartuigen, welke het havengebied binnenkomen en doorvaren naar een binnen het havengebied aan het water gelegen scheepsmakerij, machinefabriek of motorherstelplaats, teneinde aldaar een herstelling te ondergaan, mits het betreffende bedrijf precariobelasting betaalt voor het gebruik of genot van gemeentegrond.
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van aanslag, indien een vaste ligplaatsvergunning is afgegeven. In alle overige gevallen bij wege van voldoening op aangifte.
Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de wateren binnen de gemeentegrenzen aanvangt.
Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte aan de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, worden betaald op de eerste werkdag volgende op de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, doch vóór het tijdstip waarop het vaartuig uit het havengebied vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, mits ten genoegen van de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.
Indien het vaartuig in de loop van een termijn, die in de tarieventabel is aangeduid als een termijn per reis, uit het havengebied vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert, begint bij de terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang.
Bij voortgezet verblijf in het havengebied, na afloop van de termijn waarvoor binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang. Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het 2e lid plaatsvinden.
Van het binnenhavengeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van het havengebied is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van het havengebied volle kwartalen overblijven, met dien verstande dat bedragen beneden € 11,48 niet worden teruggegeven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatst genoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengelden.
Tarieventabel behorende bij de verordening binnenhavengeld 2012
Toelichting op de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012
Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. Dit gebeurt door vaststelling van de nieuwe belasting- en rechtenverordeningen of wijzigingen in bestaande verordeningen door de Raad.
Bij bespreking van de Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2011 in de raadscommissie Werk en Financiën op 7 december 2010 is discussie ontstaan over een nieuwe categorie in de tarieventabel voor de bedrijfsvaartuigen. De discussie ging voornamelijk over de hoogte van liggelden die ondernemers met een bedrijfsvaartuig moeten betalen. Er heeft in 2011 onderzoek plaats gevonden naar de kostendekkendheid en marktconformiteit van de binnenhavengelden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn leidend geweest voor de tarieven en tarieventabellen van de onderhavige verordening.
In de gemeentewet is bepaald dat de tarieven zodanig moeten worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitgaan (artikel 229b, lid 1). Voor de kostentoerekening kan worden aangesloten bij de gemeentebegroting.
Binnen de verordening binnenhavengeld is sprake van de baten en lasten van het beleidsproduct 221.01 “exploitatie havens en waterwegen”. Onder dit beleidsproduct vallen de beheerproducten: havenbeheer, passantenhaven en vergunningen en handhaving havenbeheer. Volgens de baten en lasten opgenomen in de begroting bedraagt de kostendekkendheid van het binnenhavengeld-tarief momenteel circa 32%. Na invoeren van de in de verordening voorgestelde tarieven wordt de kostendekkendheid zo’n 40%.
In artikel 1 van de verordening zijn de begrippen bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen toegevoegd en gedefinieerd.
In de nieuwe tarieventabel wordt een onderscheid gemaakt tussen (h) pleziervaartuigen, (i) charterschepen, (j) passagiersschepen (rondvaartboten en partysloepen), (k) roeiboten, kano’s en waterfietsen bestemd voor de verhuur, (l) dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten, (m) voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Sleepboothaven Oude Singel / Houtmarkt, (n) voormalige bedrijfsvaartuigen Galgewater, (o) elektrisch aangedreven vaartuigen en (p) overig.
Met deze indeling wordt aansluiting gezocht op de huidige situatie op het water. Hierbij is gekozen voor een systeem waarbij gekeken wordt naar de ruimte die wordt ingenomen door vaartuigen met een vaste ligplaats en dus te heffen naar vierkante meter oppervlakte.
De heffingsmaatstaf voor deze categorieën is de in gebruik genomen openbare ruimte in vierkante meters. De hoogte van het tarief wordt bepaald door het gebruik van het binnenhavengebied en of een vaartuig motorisch wordt aangedreven of niet. Hoe intensiever het binnenhavengebied van Leiden gebruikt wordt, hoe hoger het tarief. Niet motorisch aangedreven vaartuigen betalen vanaf 2013 een lager tarief dan motorisch aangedreven vaartuigen. Voor elektrisch aangedreven vaartuigen geldt vanaf 2013 ook een lager tarief, waarmee getracht wordt het gebruik van milieuvriendelijke vaartuigen te stimuleren.
Het tarief voor pleziervaartuigen bedraagt in 2011 € 14,45. Het tarief wordt verhoogd met 25% naar € 18 per vierkante meter. Deze verhoging is vorig jaar door de Raad vastgesteld bij de behandeling van de begroting 2011 in het kader van de bezuinigingsvoorstellen. Het is echter vorig jaar niet verwerkt in de vastgestelde verordening binnenhavengelden. Dit jaar wordt dit besluit alsnog verwerkt.
In de tarieventabel behorende bij de verordening binnenhavengeld 2011 is geen tarief opgenomen voor de categorie grote passagiersschepen, genaamd charterschepen. Deze grote vaartuigen bestemd voor het vervoer van personen kunnen, gezien de grootte en de hoogte van de vaartuigen, niet in de binnenstad van Leiden varen. Door de beperkte mogelijkheden om in Leiden te varen, is een tarief van € 4 opgenomen.
Post k passagiersschepen (rondvaartboten en partysloepen)
De tarieventabel 2011 kent geen categorie voor rondvaartboten en partysloepen. Gezien het specifieke en intensieve gebruik van het binnenhavengebied van Leiden door deze vaartuigen is hetzelfde tarief als voor de categorie pleziervaartuigen opgenomen. Het gebruik en de belasting op het binnenhavengebied is namelijk min of meer gelijk.
Voor dit type vaartuigen is nog nooit een tarief in rekening gebracht. Om rekening te houden met de diverse ondernemers wordt daarom het tarief gefaseerd ingevoerd. Per 1 januari 2012 50% van het definitieve tarief, per 1 januari 2013 zal het 75% en per 1 januari 2014 100% van het definitieve tarief worden. Dat betekent dat per 1 januari 2014 het definitieve volledige tarief in rekening gebracht wordt van € 18,00 per vierkante meter per jaar. Uiteraard geldt daarnaast wel dat jaarlijks een reguliere indexering van de tarieven zal plaatsvinden.
Post l roeiboten, kano’s en waterfietsen bestemd voor de verhuur
De belasting van dit type niet motorisch aangedreven vaartuigen in het binnenhavengebied van Leiden is beperkt en dat legitimeert een lager tarief dan de motorisch aangedreven vaartuigen.
Post m dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten
Het gebruik van dit type is in Leiden zeer beperkt en wat betreft de belasting op het binnenhavengebied vergelijkbaar met dat van de categorie passagiersschepen. Dat betekent een tarief van € 4,00 per vierkante meter per jaar voor dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten. Wanneer dekschuiten in Leiden in gebruik zijn als bijvoorbeeld terrasboot geldt een tarief van € 21,78 per vierkante meter per jaar.
Post n voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Sleepboothaven Oude Singel / Houtmarkt
De sleepboten in de Historische Sleepboothaven vielen voorheen in categorie j van de tarieventabel. Het tarief voor dit type vaartuigen was vastgesteld op € 14,24 per vierkante meter per jaar. Gezien het zeer beperkte gebruik van de binnenhaven van Leiden is een lager tarief gerechtvaardigd. Het tarief wordt gelijkgetrokken met dat van de categorie charterschepen. De sleepboten maken namelijk op een zelfde soort manier gebruik van de binnenhaven van Leiden. Het tarief voor deze categorie wordt dus € 4,00 per vierkante meter per jaar.
Post o voormalige bedrijfsvaartuigen Galgewater
Het tarief voor de historische bedrijfsvaartuigen in het Galgewater is gelijk aan dat van de categorie voor de historische sleepboten in de Sleepbotenhaven.
Voor historische vaartuigen die niet in categorie n of o vallen en die aantoonbaar ingeschreven zijn bij het Nationaal Register Varende Monumenten wordt een tarief van € 4 per vierkante meter gehanteerd.
Post q elektrisch aangedreven vaartuigen
Het gebruik van elektrisch aangedreven vaartuigen wordt gestimuleerd door voor deze vaartuigen in 2014 50% van het tarief van de categorieën h en j op te leggen.
Voor vaartuigen die niet in één van de categorieën te plaatsen zijn, wordt een tarief van € 18 per vierkante meter gehanteerd.
Vaststellen nieuwe tarieven bedrijfsvaartuigen
Bedrijfsvaartuigen zijn vanaf 2004 niet meer in de heffing van de binnenhavengelden betrokken. Voor de meeste bedrijfsvaartuigen die nu in Leiden voorkomen is zelfs nog nooit een tarief in rekening gebracht. Het type vaartuigen wat nu in Leiden vaart, is moeilijk te vatten in de oude tarieventabellen; heffing op basis van tonnage. Dat is ook primair de reden geweest om met nieuwe tarieven en nieuwe categorieën te komen, heffing op basis van een tarief per vierkante meter vaartuig. Omdat de meeste bedrijfsvaartuigen nog nooit betaald hebben kan er niet gesproken worden van een tariefstijging. Daarom wordt hier aangegeven wat een aantal soorten en maten vaartuigen op basis van het voorstel in 2012 gaan betalen. Een rondvaartboot van 8 bij 2,60 meter gaat in 2012, 187 euro per jaar betalen, een rondvaartboot van 15,60 x 3,35 meter gaat in 2012, 470 euro per jaar betalen. Een dekschuit van 17,75 x 4,20 meter gaat in 2012, 300 euro per jaar betalen en een duwboot van 8,50 x 3,40 meter zo’n 115 euro per jaar.
De trendverhoging voor 2012 is berekend op 2% voor de belastingen en andere heffingen.
Voor 2012 worden de tarieven van de categorieën a tot en met g verhoogd met 2%. Overigens wordt voor de berekening van de verhoging gewerkt met niet-afgeronde tarieven van voorgaande jaren. Hierdoor kan het voorkomen dat het tarief 2012 (rekenkundig afgerond op centen) iets afwijkt van 1,02 maal het tarief van 2011.