Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goirle

Algemene Subsidieverordening gemeente Goirle 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoirle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening gemeente Goirle 2012
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Goirle 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

deze regeling vervangt de Algemene Subsidieverordening Goirle 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201119-12-2013nieuwe regeling

20-12-2011

Goirles Belang, 28-12-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Gemeente Goirle 2012

 

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beleidsperiode: een tijdvak van vier achtereenvolgende subsidiejaren waarvoor beleid is vastgesteld voor de verdeling en toewijzing;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle;

  • c.

    raad: gemeenteraad van de gemeente Goirle;

  • d.

    structurele subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

  • e.

    incidentele subsidie: subsidie ten behoeve van incidentele activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager. Aan de subsidieverlening zijn specifieke voorwaarden verbonden.

  • f.

    subsidieverklaring: een door een accountant te verstrekken verklaring waarin wordt aangegeven dat de subsidiegelden zijn besteed conform de daaraan gestelde voorwaarden.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1.

    De raad stelt vast dat deze verordening betrekking heeft op het verstrekken van subsidies voor de volgende beleidsterreinen:

    • a.

      maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      onderwijs;

    • c.

      sport;

    • d.

      kunst en cultuur,

      welke nader zijn uitgewerkt in het beleidsplan 'Back to Basics: De Nieuwe Koers 2012 -2015' of opvolgers van dit beleidsplan.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

     

Artikel 3 Bevoegdheid college

  •  

    • 1.

      Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

       

    • 2.

      Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad maakt het subsidieplafond jaarlijks bekend door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting.

  • 2.

    Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3.

    Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4.

    Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3.

    Indien een aanvrager voor de eerste maal een structurele subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van de beleidsperiode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Op basis van deze vierjaarlijkse aanvraag wordt jaarlijks een subsidiebeschikking afgegeven.

  • 3.

    Voor het indienen van aanvragen voor een incidentele subsidie gelden twee termijnen:

  • a.

    1 april voor een activiteit die plaatsvindt in de tweede helft van het lopende begrotingsjaar;

  • b.

    1 oktober voor een activiteit die plaatsvindt in de eerste helft van het komende begrotingsjaar.

  • 4.

    Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor incidentele subsidie binnen 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid gestelde termijn, met redenen omkleed, met ten hoogste 13 weken verdagen.

  • 3.

    Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

HOOFDSTUK 4. Incidentele SUbsidieS

Artikel 8. Categorieën incidentele subsidie

Er worden de volgende categorieën incidentele subsidie onderscheiden:

  • -

    Activiteitensubsidie: een incidentele subsidie voor activiteiten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, onderwijs en sport.

  • -

    Subsidie Bruisfonds: een incidentele subsidie voor activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.

  • -

    Subsidie Samen buurten: een incidentele subsidie voor activiteiten gericht op verbetering van de leefbaarheid en sociale samenhang in de straat of buurt.

Artikel 9. Aanvullende voorwaarden incidentele subsidies

  • 1.

    Het in de gemeentebegroting beschikbare budget voor incidentele subsidies wordt jaarlijks verdeeld in twee gelijke delen: deze dienen als subsidieplafond voor respectievelijk het eerste en het tweede halfjaar.

  • 2.

    Het budget voor het eerste halfjaar wordt - indien niet of niet geheel besteed - overgeheveld naar het budget voor het tweede halfjaar.

  • 3.

    Het college kan besluiten niet besteed budget voor activiteitensubsidie over te hevelen naar het Bruisfonds en vice versa.

Artikel 10. Specifieke voorwaarden en criteria activiteitensubsidie en subsidie Bruisfonds

  • 1.

    Om een activiteitensubsidie en/of subsidie uit het Bruisfonds te verkrijgen, gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    de aanvraag heeft betrekking op een activiteit;

  • -

    de activiteit is niet bedoeld om winst te maken;

  • -

    loon- of onkostenvergoeding voor de organisatie komt niet voor subsidie in aanmerking;

  • -

    consumpties komen niet voor subsidie in aanmerking;

  • -

    de subsidie heeft een aanjaagfunctie en wordt maximaal 2 jaar voor dezelfde activiteit verstrekt.

  • 2.

    Subsidie in de vorm van een activiteitensubsidie en/of subsidie uit het Bruisfonds wordt slechts verleend indien is voldaan aan de volgende criteria:

  • -

    De activiteit heeft een vernieuwend en/of bijzonder karakter.

  • -

    De activiteit is zichtbaar en openbaar toegankelijk voor inwoners van de gemeente Goirle.

  • -

    De activiteit wordt uitgevoerd voor, met of door inwoners van de gemeente Goirle.

  • -

    De activiteit draagt bij aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid.

  • 3.

    Indien het geheel aan subsidieaanvragen het beschikbare budget overschrijdt, beoordeelt het college welke activiteit het meest bijdraagt aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid.

Artikel 11. Specifieke voorwaarden subsidie Samen Buurten

Voor een subsidie in het kader van Samen buurten gelden aparte formulieren waarin specifieke voorwaarden voor de aanvraag en de vaststelling van de subsidie zijn opgenomen.

HOOFDSTUK 5. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 12. Weigeringsgronden

Naast de voorwaarden en criteria waaraan een aanvraag voor structurele en/of incidentele subsidie moet voldoen, kan een aanvraag geweigerd worden indien:

  • -

    de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • -

    de activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn.

     

Artikel 13 Wet Bibob

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 6. VERLENING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 14. Verlening subsidie

  • 1.

    Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.

  • 2.

    Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 15. Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 16. Uitvoeringsovereenkomst

Aan de beschikking tot verlening van een structurele subsidie kan het voorschrift worden verbonden dat een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesloten.

Artikel 17. Tussentijdse rapportage

Het college kan bij de subsidieverlening de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten waarvoor de subsidie is verleend en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 18. Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 19. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

  • a.

    besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

  • b.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • c.

    ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

  • d.

    wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 20. Verantwoording subsidies tot € 5.000,00

  • 1.

    Subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:

  • a.

    direct vastgesteld of;

  • b.

    vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2.

    Bij vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 21. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00 maar minder dan € 50.000,00 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een incidentele subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

  • b.

    bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en welke kosten hiermee gepaard zijn gegaan.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 22. Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een incidentele subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

  • b.

    bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • b.

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • c.

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • d.

    een subsidieverklaring. In voorkomende gevallen kan het college bepalen dat een controleverklaring bij de jaarrekening wordt overlegd.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 23. Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2.

    Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3.

    Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4.

    Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

HOOFDSTUK 9. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 24. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen en met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 12, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing - gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger - leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 25. Intrekking

De volgende verordeningen worden, gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening, ingetrokken:

  • a.

    Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2006.

  • b.

    Deelverordening Incidentele Subsidies 2006.

  • c.

    Deelverordening Jeugdsportsubsidieregeling.

  • d.

    Subsidieregeling peuterspeelzalen.

Artikel 26. Overgangsbepalingen

  • 1.

    De beschikkingen voor structurele subsidie voor 2012 zijn afgegeven op grond van de Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2006. Op de subsidiebeschikkingen voor 2013 en volgende jaren is de Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2012 van toepassing.

  • 2.

    Op aanvragen tot vaststelling van subsidie die zijn verleend op grond van de Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2006, blijft de Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2006 van toepassing.

  • 3.

    Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening in behandeling zijnde aanvraag om subsidieverlening wordt aangemerkt als een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze verordening.

Artikel 27. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 28. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2012.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 20-12-2011.

, de voorzitter

, de griffier