Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 13-12-2012 | Nieuwe regeling | 07-11-2011 De Berkelbode, 23 november 2011 | 2011-011395 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet als gevolg van een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onder 1, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onder b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieven tabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onder 1, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 9 Ontheffing van parkeerbelasting
Indien de belasting voor een vergunning, bedoeld in artikel 2, onder 2, is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die vergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien een vergunninghouder de belasting, bedoeld in artikel 2, onder 2, heeft voldaan over een tijdvak van langer dan één kalendermaand, als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, andere dan die bedoeld in het eerste lid, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een plaats waarop zijn vergunning betrekking heeft, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.
Artikel 10 Vrijstelling van parkeerbelasting voor gehandicapten
Houders van een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van parkeerbelasting, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst. Indien dit niet mogelijk is, dient de vergunning op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht.
Artikel 11 Bevoegdheid tot aanwijzen parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onder 1, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onder 1, bedragen € 54,-.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
De "Verordening parkeerbelastingen 2011" vastgesteld door de raad van Lochem op 8-11-2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de belastingschuld in die periode plaatsvindt.
behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2012.
1.Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, bedraagt:
a.voor de Markt, Noorderwal, Oosterwal, Zuiderwal, Westerwal, Walderstraat en de parkeerterreinen hoek Julianaweg - Walderstraat en hoek Prins Bernhardweg - Oosterbleek:
per 13 minuten € 0,10 met een maximum parkeerduur van 130 minuten;
2.Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, bedraagt voor de Noorderwal, Oosterwal, Oosterbleek (voor het gedeelte gelegen tussen de Nieuwstad en de Kastanjelaan), Zuiderwal, Westerwal en de parkeerterreinen hoek Julianaweg - Walderstraat en hoek Prins Bernhardweg - Oosterbleek alsmede voor de parkeervakken in het gebied binnen voornoemde straten en terreinen doch met uitzondering van de Markt en de parkeerschijfplaatsen in de Oosterbleek en de Westerwal::
voor een bewonersvergunning voor de bewoners aan de Noorderwal, Oosterwal, Oosterbleek (voor het gedeelte gelegen tussen de Nieuwstad en de Kastanjelaan), Zuiderwal Westerwal en het parkeerterrein hoek Julianaweg - Walderstraat alsmede voor de bewoners in het gebied binnen voornoemde straten en terreinen, per jaar € 42,50;
behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2012.
3.Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, bedraagt:
a.voor de Markt, Noorderwal, Oosterwal, Zuiderwal, Westerwal, Walderstraat en de parkeerterreinen hoek Julianaweg - Walderstraat en hoek Prins Bernhardweg - Oosterbleek:
per 13 minuten € 0,10 met een maximum parkeerduur van 130 minuten;
4.Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, bedraagt voor de Noorderwal, Oosterwal, Oosterbleek (voor het gedeelte gelegen tussen de Nieuwstad en de Kastanjelaan), Zuiderwal, Westerwal en de parkeerterreinen hoek Julianaweg - Walderstraat en hoek Prins Bernhardweg - Oosterbleek alsmede voor de parkeervakken in het gebied binnen voornoemde straten en terreinen doch met uitzondering van de Markt en de parkeerschijfplaatsen in de Oosterbleek en de Westerwal::
voor een bewonersvergunning voor de bewoners aan de Noorderwal, Oosterwal, Oosterbleek (voor het gedeelte gelegen tussen de Nieuwstad en de Kastanjelaan), Zuiderwal Westerwal en het parkeerterrein hoek Julianaweg - Walderstraat alsmede voor de bewoners in het gebied binnen voornoemde straten en terreinen, per jaar € 42,50;