| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.1.5 | (vervallen) | | |
| | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag/Verzoek om principe-uitspraak/ Vooronderzoek rood voor rood-regeling | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
2.2.1 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: | € | 84,25 |
2.2.2 | Verzoek om principe-uitspraak | | |
| Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een verzoek om een principe-uitspraak omtrent het verlenen van medewerking door de gemeente voor een vrijstelling van, wijzigen van of het verkrijgen van een ontheffing van een geldend bestemmingsplan | € | 220,75 |
| Indien een aanvraag tot herziening (van een gedeelte) van een bestemmingsplan of het verkrijgen van een ontheffing van het geldend bestemmingsplan, op basis van dit verzoek in behandeling wordt genomen worden de daarvoor geheven leges verrekend. | | |
| Vooronderzoek rood voor rood-regeling | | |
2.2.3 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een vooronderzoek voor de Rood voor Rood-regeling | € | 8000,-- |
2.2.4 | Indien het vooronderzoek als bedoeld in 2.2.3 niet leidt tot een principebesluit tot bestemmingsplanherziening, dan wordt restitutie van 50% van het bedrag onder 2.2.3 verleend | | |
| | | |
| Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: | € | 130,-- |
| vermeerderd met: | | 1,8% |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | € | 312,-- |
| vermeerderd met: | | 1,75% |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: | € | 1040,-- |
| vermeerderd met: | | 1,70% |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: | € | 2080,-- |
| vermeerderd met: | | 1,65% |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: | € | 5200,-- |
| vermeerderd met: | | 1,60% |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: | € | 10400,- |
| vermeerderd met: | | 1,55% |
| van de bouwkosten: | | |
| | | |
| Extra welstandstoets | | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.2.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | | |
| a.voor het deel van de bouwkosten tot € 230.000,-- | | 3 ‰ |
| b.voor het deel van de bouwkosten van € 230.000,-- tot € 455.000,-- | | ½ ‰ |
| c.voor het deel van de bouwkosten van € 455.000,-- tot € 680.000,-- | | ¼ ‰ |
| d.voor het deel van de bouwkosten vanaf € 680.000,-- | | 1/8 ‰ |
| Voor de onderdelen 2.3.1.2 a t/m d geldt een minimum van € 25,50 | | |
| | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
| | | |
2.3.1.4 | Het tarief bedraagt voor het begeleiden en adviseren terzake van de landschappelijke inpassing van vergunningplichtige bouwwerken door de ervenconsulent van Het Oversticht het tarief zoals opgenomen is in de “Dienstverleningsovereenkomst Ervenconsulent” met het Oversticht dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld | | |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief van de aanlegkosten indien de kosten van het werk: | | |
| a. minder bedragen dan € 1.000,-- | € | 87,40 |
| b. € 1.000,-- of meer bedragen | € | 394,40 |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 168,55 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | | |
| a.indien niet passend in het gemeentelijk beleid | € | 364,20 |
| b.indien wel passend in het gemeentelijk beleid | € | 168,55 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
| | | 1,9% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,-- en een maximum van € 35000,--; | | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 364,15 |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | | 1% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,--; | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
| | | 1% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,--; | | |
| | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 168,55 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | | |
| a. indien niet passend in het gemeentelijk beleid | € | 364,-- |
| b. indien wel passend in het gemeentelijk beleid | € | 168,55 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 2200,-- |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € | 364,-- |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | | 1% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,--; | | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
| | | 1% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,--; | | |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 1225,-- |
2.3.5.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag ingevolge artikel 10.3 van de Bouwverordening van degene op wiens naam de vergunning is gesteld of op aanvraag van zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, | | |
| bedraagt het tarief | € | 69,70 |
| | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 126,95 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 253,90 |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artik 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 253,90 |
| | | |
| Aanleggen of veranderen weg | | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 79,05 |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale Verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 79,05 |
| | | |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de gemeentelijke kapverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 23,90 |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente Dinkelland, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 47,85 |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
| bedraagt het tarief: | € | 52,-- |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € | 52,-- |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, | | |
| bedraagt het tarief | € | 52,-- |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
| | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.1.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € | 123,80 |
2.3.14.1.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | € | 123,80 |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Reclamevergunning | | |
| een vergunning voor de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak tot het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten tot het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is; een en ander als bedoeld in artikel 4.4.2 van de A.P.V. | € | 281,95 |
| | | |
2.3.17 | Advies | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan advies moet uitbrengen of indien het gewenst is dat een andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 114,50 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 114,50 |
| | | |
2.3.19 | Aanvraag niet verder in behandeling nemen | | |
2.3.19.1 | (vervallen) | | |
2.3.19.2 | Indien een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1 (bouwactiviteiten), 2.3.2 (aanlegactiviteiten), 2.3.5 (gebruiksvergunning), 2.3.7 (sloopvergunning) of 2.3.16 (reclamevergunning) niet verder in behandeling wordt genomen (niet-ontvankelijk verklaring) wegens het niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift in de zin artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, | | |
| bedraagt het tarief | € | 55,15 |
| | | |
| Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, beoordeling van een conceptaanvraag of verzoek om principe-uitspraak als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg, de beoordeling van de conceptaanvraag of verzoek om principe-uitspraak geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 10% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | | 15% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 50% |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | |
| | | 20% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| (vervallen) | | |
| | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | |
| Een bedrag minder dan € 10,-- wordt niet teruggegeven. | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | | |
| (vervallen) | | |
| | | |
| Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € | 26,-- |
| | | |
| Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | | |
| | | 1,9% |
| van de bouwkosten met een minimum van € 2200,-- en een maximum van € 35000,-- | | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € | 1735,-- |
2.8.3 | (vervallen) | | |
2.8.4 | (vervallen) | | |
| | | |
| Hoofdstuk 9 | | |
| [vervallen] | | |
| | | |
| Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € | 124,-- |
| | | |
| Hoofdstuk 11 Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.11 | Onverminderd het bepaalde in titel 2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: | | |
| | | 50 % |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 12 Diversen | | |
2.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbeschikking voor het (in strijd met de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan) bewonen van een recreatiewoning | € | 612,-- |