Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schinnen

Verordening Commissie bezwaarschriften 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchinnen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Commissie bezwaarschriften 2012
CiteertitelVerordening Commissie bezwaarschriften 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201108-08-2013Nieuwe regeling

19-12-2011

Goed Nieuws, 21-12-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften 2012

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2012

De Raad, het college en de burgemeester van de gemeente Schinnen;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 november 2011;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelezen het advies van de Beleidscommissie d.d. 6 december 2011;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de volgende Verordening Commissie bezwaarschriften 2012;

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.

Verwerend orgaan

: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

2.

Commissie

: vaste Commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

3.

P&O-kamer

: afzonderlijk onderdeel van de vaste Commissie van advies voor bezwaarschriften als bedoeld in artikel 2 van deze verordening en speciaal belast met de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften betreffende personele aangelegenheden;

4.

Awb

: wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992, 315), houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK 2 BEHANDELUNG VAN BEZWAARSCHRIFTEN

PARAGRAAF 1 DE COMMISSIE

Artikel 2 Inleidende bepaling Commissie

  • 1.

    Er is een Commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De Commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend:

    • a.

      tegen besluiten op grond van de Wet werk en bijstand en de overige sociale zekerheidswetten/ regelingen, dit met uitzondering van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      tegen besluiten betreffende gemeentelijke belastingen;

    • c.

      tegen besluiten betreffende de Wet waardering onroerende zaken;

    • d.

      tegen besluiten betreffende personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de Commissie

  • 1.

    De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De leden van de Commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan, dan wel lid zijn van een Commissie, als bedoeld in titel II, hoofdstuk V, paragraaf 1 van de Gemeentewet.

  • 5.

    De Commissie kiest uit haar midden een voorzitter en regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 3a Samenstelling van de P&O-kamer

  • 1.

    De voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften betreffende personele aangelegenheden vindt plaats door een daartoe afzonderlijk ingestelde P&O-kamer.

  • 2.

    De kamer als bedoeld in het voorgaande lid bestaat uit drie leden en wordt als volgt samengesteld:

    • a.

      een extern lid, te benoemen op voorstel van de vakorganisaties;

    • b.

      een extern lid, te benoemen op voorstel van de werkgever;

    • c.

      een externe voorzitter, te benoemen op gezamenlijk voorstel van de onder a. en b. genoemde leden.

  • 3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 worden de leden en eventuele plaatsvervangende leden van de kamer benoemd, geschorst en ontslagen door het college;

  • 4.

    De leden en de eventueel plaatsvervangende leden van de kamer mogen niet woonachtig zijn in de gemeente Schinnen.

  • 5.

    Het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 5a van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    Met betrekking tot de werkwijze van de P&O-kamer is hoofdstuk 2, paragraaf 2 van deze verordening onverkort van toepassing.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de Commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de Commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar.

    Herbenoeming vindt eveneens plaats voor een termijn van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de Commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

    Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de Commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5a Vergoeding voorzitter en leden Commissie

  • 1.

    De voorzitter van de Commissie ontvangt per hoorzittingsdag een vergoeding voor zijn werkzaamheden van € 150,00.

  • 2.

    De leden van de Commissie ontvangen per hoorzittingsdag een vergoeding voor hun werkzaamheden van € 120,00.

  • 3.

    De onder 1 en 2 genoemde vergoedingen worden jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als die welke geldt voor de vergoedingen van de leden van de reguliere vaste commissies van advies.

PARAGRAAF 2 PROCEDURE

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt door het verwerend orgaan zo spoedig mogelijk in handen van de Commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt vermeld dat een Commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Premediation

  • 1.

    De Commissie onderzoekt of middels premediation tot een gezamenlijke oplossing kan worden gekomen alvorens de zaak in behandeling te nemen.

  • 2.

    De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de Commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de Commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de Commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de Commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de Commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de Commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de Commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1.

    De zitting van de Commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de Commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de Commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de Commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere Commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de Commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de Commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de Commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De Commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de Commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de Commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de Commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de Commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De Commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 20 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 juni 2004.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie bezwaarschriften 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2011

de Griffier

W.A.J.M. Huisinga

de Voorzitter

B.H.M. Link