Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Verordening op de heffing en invordering van markt- en staangeld 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van markt- en staangeld 2012
CiteertitelVerordening markt- en staangeld 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Nieuwe regeling, de datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-201101-01-2013Nieuwe regeling

22-12-2011

Stadskrant, 30-12-2011

RV 11.0115

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van markt- en staangeld 2012

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 11.0115 van 2011), mede gezien het advies van de commissie.

Gelet op artikel 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van markt- en staangeld 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 0.00 uur tot 24 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een tijdvak van maandag tot en met de eerstvolgende zaterdag, waarbij een gedeelte van een week als een hele week wordt aangemerkt;

  • c.

    'maand': een kalendermaand, waarbij een gedeelte van een maand als een hele maand wordt aangemerkt;

  • d.

    'jaar': een kalenderjaar, tot en met de laatste dag van het kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam van "marktgeld" worden rechten geheven ter zake voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen tot het hebben van een standplaats op of een ligplaats aan de onderscheidene markten gedurende de voor die markten aangewezen marktdagen.

  • 2.

    Onder de naam van "staangeld" worden rechten geheven:

    • a.

      ter zake voor het op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond ten verkoop uitstallen van goederen en waren van elke aard voor winkels;

    • b.

      voor het op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond hebben van een standplaats, anders dan de in het eerste lid bedoelde standplaatsen, voor wagens, tenten, kramen en dergelijke inrichtingen, dienende tot het verkopen of het ten verkoop uitstallen van goederen en waren van elke aard.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven:

  • 1.

    van degene, die het in het eerste lid van artikel 2 omschreven gebruik of genot heeft;

  • 2.

    van degene, die de in het tweede lid van artikel 2 bedoelde uitstallingen of standplaatsen heeft.

Artikel 4 Tarieven

  • 1.

    De markt- en staangelden worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de markt- en staangelden wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

De markt- en staangelden worden geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1.

    De betaling van het marktgeld geschiedt op de eerste aanvraag, en wel:

    • a.

      voor zover het per dag wordt berekend, op de dag van het in het eerste lid van artikel 2 omschreven gebruik of genot, behalve voor de 3-oktobermarkt, waarvoor de betaling van het marktgeld moet geschieden tegelijk met het indienen van de aanvrage voor een plaats op deze markt;

    • b.

      voor zover het per week wordt berekend, bij de aanvang van de week;

    • c.

      voor zover het per kwartaal wordt berekend, bij de aanvang van het kwartaal;

    • d.

      voor zover het per jaar wordt berekend, bij de aanvang van het jaar.

  • 2.

    De betaling van het staangeld geschiedt op de eerste aanvraag, en wel:

    • a.

      voor zover het per week wordt berekend, bij de aanvang van de week van het in artikel 2, tweede lid, sub a. omschreven gebruik of genot;

    • b.

      voor zover het per maand wordt berekend, bij de aanvang van de maand van het in artikel 2, tweede lid, sub a. omschreven gebruik of genot;

    • c.

      voor zover het per jaar wordt berekend, bij de aanvang van het jaar van het in artikel 2, tweede lid, sub a. omschreven gebruik of genot;

    • d.

      voor zover het per dag wordt berekend, bij de aanvang van de dag van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot;

    • e.

      voor zover het per week wordt berekend, bij de aanvang van de week van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot;

    • f.

      voor zover het per maand wordt berekend, bij de aanvang van de maand van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot;

    • g.

      voor zover het per kwartaal wordt berekend, bij de aanvang van het kwartaal van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot;

    • h.

      voor zover het per halfjaar wordt berekend, bij de aanvang van het halfjaar van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot;

    • i.

      voor zover het per jaar wordt berekend, bij de aanvang van het jaar van het in artikel 2, tweede lid, sub b. omschreven gebruik of genot.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Teruggaaf

  • 1.

    Indien de belastingplichtige, door omstandigheden, onafhankelijk van zijn wil, gedurende een aaneengesloten periode van tenminste zes weken geen gebruik heeft kunnen maken van de standplaats, wordt het bedrag, dat bij toepassing van het tarief, bedoeld in artikel 4, minder verschuldigd zou zijn geweest, terug gegeven. De teruggaaf wordt alleen voor volle kalendermaanden terug gegeven.

  • 2.

    Er vindt geen teruggaaf plaats indien de standplaats, met toestemming van het college van burgemeester en wethouders, door een aangewezen plaatsvervanger wordt ingenomen.

  • 3.

    Het verzoek tot teruggaaf op grond van het eerste lid wordt schriftelijk gedaan bij het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de markt- en staangelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de markt- en staangelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening markt- en staangeld 2011" van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening markt- en staangeld 2012".

Tarieventabel behorende bij de verordening markt- en staangeld 2012

I.

Het in het eerste lid van artikel 2 bedoelde marktgeld bedraagt:

 

 

1.

op de dinsdag-, woensdag-, donderdag-, vrijdag- en zaterdagmarkt:

 

 

 

voor een standplaats of ligplaats

 

 

 

a.per m2, per dag

2,01

 

b.per m2, gedurende een kwartaal, per onderscheiden markt

19,44

 

c.per m2, gedurende een jaar, per onderscheiden markt

70,13

 

 

 

 

2.

op de door het College van Burgemeester en Wethouders van Leiden aan te wijzen dagen waarop Leidens Ontzet wordt gevierd:

 

 

 

a.voor de eerste dag, waarop de (feest)markt om 18.00 uur begint per m2 en voor de overige dagen niet zijnde 3 oktober waarop de (feest)markt om 9.00 uur begint, per m2

8,63

 

b.op 3 oktober, waarop de (feest)markt om 9.00 uur begint per m2

12,82

 

c.voor een vaartuig, bestemd tot het nuttigen van spijzen en/of dranken, per ingenomen meter kadelengte, per dag

3,12

 

met een minimum van

66,77

 

 

 

 

3.

Op de Lakenmarkt en andere (door de gemeente georganiseerde) bijzondere markten die door het college zijn vastgesteld:

 

 

 

per m2 per dag

1,89

 

 

 

 

II.

Het staangeld, bedoeld in het tweede lid, sub a, van artikel 2 bedraagt per m2:

 

 

 

a.per week

1,40

 

b.per maand

3,98

 

c.per jaar

39,89

 

 

 

 

III.

Het staangeld, bedoeld in het tweede lid, sub b., van artikel 2 (standplaats), bedraagt

 

 

1.

indien sprake is van een standplaats t.b.v. activiteiten zoals genoemd in

 

 

 

a.de Lijst standplaatsen laag tarief, zoals door het college vastgesteld, per m2 per dag

1,04

 

b.de Lijst standplaatsen nul tarief, zoals door het college vastgesteld

0,00

2.

indien sprake is van een standplaats, per m2

 

 

 

a.per dag

2,08

 

b.per week

8,24

 

c.per maand

28,59

 

d.per kwartaal

73,64

 

e.per half jaar

119,32

 

f.per jaar

178,80

3.

Indien sprake is van een standplaats op de door het college van burgemeester en wethouders van Leiden aan te wijzen dagen waarop Leidens Ontzet wordt gevierd, per m2

 

 

 

a.voor de eerste dag, waarop de (feest)markt om 18.00 begint per m2 en voor de overige dagen niet zijnde 3 oktober waarop de (feest)markt om 9.00 uur begint per m2

8,63

 

b.op 3 oktober, waarop de (feest)markt om 9.00 uur begint, per m2

12,82

4.

het tarief genoemd onder punt 2 wordt verhoogd met indien sprake is van een activiteit die plaatsvindt op een gefiscaliseerde parkeerplaats (een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting in rekening wordt gebracht)

0,50

5.

voor de standplaatsen welke, blijkens de op de daarvoor verstrekte vergunning gestelde aantekening, slechts mogen worden ingenomen tijdens de bezoekuren van de ziekenhuizen, is slechts 50% van de onder punt 2 genoemde tarieven verschuldigd.

 

 

6.

voor standplaatsen, die worden ingenomen op de weekmarkten, is, naast het staangeld, het in het eerste lid van artikel 2 bedoelde marktgeld verschuldigd.

 

 

Gedaan in de openbare raadsvergadering van,

de Griffier, de Voorzitter,

Toelichting op de verordening op de heffing en invordering van markt- en staangeld 2012.

Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. Dit gebeurt door vaststelling van de nieuwe belasting- en rechtenverordeningen of wijzigingen in bestaande verordeningen door de Raad.

Indexeringspercentage

De trendverhoging voor 2012 is berekend op 2% voor de belastingen en andere heffingen.

Voor 2012 worden de tarieven van markt- en staangeld verhoogd met 2%. Overigens wordt voor de berekening van de verhoging gewerkt met niet-afgeronde tarieven van voorgaande jaren. Hierdoor kan het voorkomen dat het tarief 2012 (rekenkundig afgerond op centen) iets afwijkt van 1,02 maal het tarief van 2011.

Tarieven voor standplaatsen

Met het vaststellen van de Verordening markt- en staangeld 2009 d.d. 16 december 2008 is ervoor gekozen een stapsgewijze verhoging van de tarieven voor standplaatsen door te voeren. Hierdoor zal na 4 jaar een marktconform tarief worden bereikt. Tot en met 2012 zal het tarief verhoogd worden met 5%, bovenop de indexering. In 2012 zal voor het laatst deze verhoging worden doorgevoerd, waarmee de tarieven voor standplaatsen in 2012 marktconform zijn.

Nieuwe tarieven

Onder III. 3 onder a en b zijn twee tarieven opgenomen. Deze zijn gelijk aan de tarieven van I 2 onder a en b. Er wordt dus geen verhoging ingevoerd, maar is bedoeld als een verduidelijking van een bestaande situatie.