Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Besluit voorzieningen WMO Gemeente Hoorn 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit voorzieningen WMO Gemeente Hoorn 2012
CiteertitelBesluit voorzieningen WMO Gemeente Hoorn 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp620 maatschappelijke begeleiding en advies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.3
  2. Gemeentewet, art. 147, eerste lid
  3. Wet Maatschappelijke Ondersteuning, art. 5
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201219-07-2012nieuwe regeling

13-12-2011

Gemeenteblad 2011-47c

2011 11.37461

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit voorzieningen WMO Gemeente Hoorn 2012

 

Corsaregistratienummer: 11.37461

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • -

    gelezen het voorstel van de afdeling Sociale Zaken, bureau Beleid en Bedrijfsvoering van 29 november 2011;

  • -

    gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 147, eerste lid, Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

     

besluit

 

vast te stellen de volgende

BESLUIT VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HOORN 2012

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      Verordening

      Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2012;

    • c.

      Instelling

      Instelling: het organisatorisch verband dat strekt tot verlening van zorg.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 EIGEN BIJDRAGEN EN EIGEN AANDEEL

Artikel 2 Omvang eigen bijdragen en aandeel

  • 1.

    De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn:

    • a.

      Voor ongehuwde personen jonger dan 65: € 17,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.636,-- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 1/13 deel van 15% bedraagt;

    • b.

      Voor ongehuwde personen van 65 jaar of ouder: € 17,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 15.838,-- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 1/13 deel van 15% bedraagt;

    • c.

      Voor gehuwde personen indien (een van) beiden jonger zijn dan 65 jaar: € 25,40 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 27.902,-- dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 1/13 deel van 15% bedraagt;

    • d.

      Voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn: € 25,40 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.100,-- dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 1/13 deel van 15% bedraagt;

  • 2.

    Een eigen bijdrage geldt alleen voor personen van 18 jaar en ouder. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) berekend en bij de belanghebbende in rekening gebracht;

  • 3.

    Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning van de aanvrager, kan gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoet-koming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in mindering worden gebracht.

Artikel 3 Duur en maximalisering van de eigen bijdrage en het eigen aandeel

  • 1.

    Voor een voorziening die in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt en resulteert in een schoon en leefbaar huis en/of het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, is een eigen bijdrage verschuldigd ter hoogte van het bepaalde in artikel 2 van dit besluit. Deze eigen bijdrage wordt gemaximeerd op de periodieke kosten van de voorziening.

  • 2.

    Voor een voorziening van meer dan € 7.000,-- die in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt en resulteert in het wonen in een geschikt huis, is eenmalig een eigen bijdrage verschuldigd ter hoogte van € 500,--. Dit bedrag wordt vastgesteld en geïnd door het C.A.K. (Centraal Administratie Kantoor) over 13 zorgperioden van 4 weken, gerekend vanaf de 4-weekse zorgperiode waarin de voorziening is verstrekt.

  • 3.

    Voor een voorziening die in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt en resulteert in het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, is jaarlijks een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ter hoogte van € 50,--. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld en geïnd door het C.A.K. (Centraal Administratie Kantoor) in 1 zorgperiode van 4 weken, gerekend vanaf de 4-weekse zorgperiode volgend op de datum waarin de voorziening is toegekend.

HOOFDSTUK 3 HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 4 De hoogte van een persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het bedrag voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, wordt bepaald als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt;

  • 2.

    Als de goedkoopst compenserende voorziening in natura een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;

  • 3.

    Als de goedkoopst compenserende voorziening in natura niet een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 5 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het                 huishouden

  • 1.

    Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op basis van het aantal geïndiceerde uren, de geïndiceerde categorie hulp bij het huishouden en het aantal daadwerkelijk ingekochte uren;

  • 2.

    Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH1:

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 15,71 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden door een persoon werkzaam voor een instelling: € 20,95 per uur;

  • 3.

    Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH2:

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 15,71 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden door een persoon die werkzaam is voor een instelling: € 25,14 per uur.

HOOFDSTUK 4 WOONVOORZIENINGEN

Artikel 6 Financiële tegemoetkomingen

  • 1.

    Verhuiskostenvergoeding

    • a.

      De forfaitaire financiële tegemoetkoming voor de verhuiskosten bedraagt € 2.500,-;

    • b.

      Indien men afziet van verhuizing naar een andere meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien wordt een forfaitaire tegemoetkoming toegekend van € 2.500,-.

  • 2.

    Bezoekbaar maken van een woning

    • a.

      De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 6.000,-. De tegemoetkoming in de kosten is alleen mogelijk voor het aanpassen van de toegang tot de woonruimte, de toegang tot de woonkamer en de toegang en het gebruik van de toiletruimte.

    • b.

      Indien een verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Indien de woningaanpassing van de bezoekbaar te maken woning het bedrag van € 6.000,- of minder bedraagt, kan het college afzien van deze beoordeling.

  • 3.

    Terugbetaling van meerwaarde

    • a.

      De eigenaar-bewoner die een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van vijf jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden;

    • b.

      De meerwaarde van de woning dient volgens onderstaand afschrijvingsschema te worden terugbetaald:

  • 1.

    voor het eerste jaar: 100% van de meerwaarde;

  • 2.

    voor het tweede jaar: 80% van de meerwaarde;

  • 3.

    voor het derde jaar: 60% van de meerwaarde;

  • 4.

    voor het vierde jaar: 40% van de meerwaarde;

  • 5.

    voor het vijfde jaar: 20%van de meerwaarde.

In alle gevallen verminderd met het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gebleven.

HOOFDSTUK 5 ZICH LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL

Artikel 7 (Forfaitaire) financiële tegemoetkoming bij gebruik (eigen) auto en (rolstoel)taxi

  • 1.

    Het bedrag van de forfaitaire financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 1.080,00 per jaar;

  • 2.

    Voor zover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen, wordt niet meer dan twee maal 75% van een vergoeding als genoemd in lid 1 van dit artikel vergoed;

  • 3.

    Het bedrag van de financiële tegemoetkoming voor gebruik van een (rolstoel)taxi wordt op declaratiebasis verstrekt. Het te vergoeden bedrag is gebaseerd op een verplaatsing van maximaal 2.000verreden kilometers op jaarbasis verminderd met een algemeen gebruikelijk deel van € 0,08 per kilometer.

Artikel 8 Tarieven Regiotaxi West-Friesland

  • 1.

    De belanghebbende is voor het vervoer met de Regiotaxi West-Friesland een betaling verschuldigd, waarbij het tarief gebaseerd is op het reizigerstarief van het openbaar vervoer.

  • 2.

    De betaling van de belanghebbende wordt door de vervoerder in ontvangst genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

HOOFDSTUK 6 DE MOGELIJKHEID OM CONTACTEN TE HEBBEN MET MEDEMENSEN EN DEEL TE NEMEN AAN RECREATIEVE, MAATSCHAPPELIJKE OF RELIGIEUZE ACTIVITEITEN

Artikel 9 Forfaitaire financiële tegemoetkoming sportrolstoel

Voor een sportrolstoel wordt een forfaitaire financiële tegemoetkoming verstrekt. De hoogte van deze tegemoetkoming bedraagt € 2.725,-. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 12 Intrekking

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012 wordt het “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2007” ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn op 13 december 2011,

 

De secretaris,                                  de burgemeester,