Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Participatieverordening |
Citeertitel | Participatieverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de verordening cliëntenparticipatie 2006
Onbekend
nvt
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Udens Weekblad 28-12-2011 | 2011/4351 |
overwegende dat de Verordening cliëntenparticipatie 2006 inwoners die een direct belang hebben bij het gemeentelijk beleid op een aantal genoemde terreinen de mogelijkheid biedt via overlegplatforms bij te dragen aan de vorming van dat beleid;
dat het wenselijk is de betrokkenheid van burgers bij de vorming van gemeentelijk beleid inzake maatschappelijke ondersteuning en gebiedsontwikkeling integraal respectievelijk meer direct te organiseren;
dat daartoe de Verordening cliëntenparticipatie 2006 moet worden vervangen door een nieuwe verordening, die voorziet in burgerparticipatie op de genoemde terreinen;
dat de verordening daarnaast de cliëntenparticipatie in het gemeentelijk bijstandsbeleid en minimabeleid regelt;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 1 november 2011 en het memorie van antwoord;
gelet op artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 149 van de Gemeentewet;
Deze verordening laat de toepassing van de Algemene inspraakverordening in daarvoor in aanmerking komende gevallen onverlet.
Toelichting Participatieverordening
Mensen die in politieke bestuurs- of adviesorganen actief zijn, kunnen daar hun opvattingen uitdragen. Hiervoor zijn de gebiedsplatforms niet bedoeld. Door burgerparticipatie en politiek gescheiden te houden, komt de inbreng van burgers het best tot zijn recht. Tevens dient deze keuze de integriteit en zuiverheid van verhoudingen. Wettelijk zijn er geen belemmeringen om deze bepaling op te nemen.
De intentie van dit artikel is om ervoor te zorgen dat het overleg werkbaar blijft.
Het biedt het gebiedsplatform de mogelijkheid om een lid uit te sluiten als deze bij herhaling het overleg ondermijnt of anderszins onaanvaardbaar gedrag (bv. door racistische of seksistische uitlatingen) aan de dag legt dat anderen belemmert een constructieve bijdrage te leveren.
Het vereiste dat het gebiedsplatform een voorstel doet, onderstreept de eigen verantwoordelijkheid van het gebiedsplatform. Het college is niet verplicht het voorstel te volgen. Zo nodig hoort het college de betrokken deelnemer.
Niet elk onderwerp leent zich voor burgerparticipatie. Als een van de adviesorganen van mening is hun advies toch van belang is, geeft artikel 6.2 hen de ruimte het college ongevraagd te adviseren.
De bevoegdheid om ongevraagd te adviseren houdt uiteraard ook in dat er de mogelijkheid is om proactief te adviseren en nieuwe ontwikkelingen te initiëren.