Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westland 2009, vastgesteld op 7 juli 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012nieuwe regeling

20-12-2011

Gemeenteblad Westland, 29-12-2011

Gbw 2011, 66

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012

De raad van de gemeente Westland;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011, betreffende de vaststelling van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

 

Gelet op het positieve advies van de commissie […] van […];

 

BESLUIT

 

Vast te stellen:

 

De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012

Leeswijzer

De huidige Verordening langdurigheidstoeslag dient aangepast te worden. Dit is het gevolg van de wijzigingen in de WWB per 1 januari 2012 en tevens vindt een kwaliteitsslag plaats.

 

Als gevolg van de wetswijziging is de term “gehuwden” vervangen door de term “gezin”.

 

In het kader van de kwaliteitsslag zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • -

    Wijziging definitie peildatum. De periode van 36 maanden is gewijzigd in 60 maanden. De periode van 36 maanden miste een wettelijke grondslag. Door de periode te wijzigen in 60 maanden wordt een koppeling gemaakt met de verjaringstermijn voor financiële aanspraken jegens de overheid. Na een periode van 60 maanden (5 jaar) zijn deze namelijk niet langer in rechte afdwingbaar.

  • -

    De wet geeft aan dat er slechts recht op een langdurigheidstoeslag bestaat als er geen sprake is van uitzicht op inkomensverbetering. Hiertoe is een bepaling aan de verordening toegevoegd. Deze bepaling houdt in dat mensen die een opleiding volgen in het kader van de WSF 2000 of de WTOS niet voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking komen. Het volgen van een studie betekent namelijk dat er wel sprake is van uitzicht op inkomensverbetering.

  • -

    In de huidige verordening staan bedragen genoemd. Deze bedragen zijn gebaseerd op een berekening. Door slechts de achterliggende berekening op te nemen (en dus concrete bedragen te vermijden), wordt voorkomen dat de verordening jaarlijks opnieuw door de raad moet worden vastgesteld.

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;

    • d.

      inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede "een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan", moet worden gelezen "de referteperiode". Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;

    • e.

      peildatum: de datum als bedoeld in artikel 36, vierde lid van de wet, waarbij de peildatum maximaal 60 maanden voorafgaand aan de datum aanvraag kan liggen;

    • f.

      referteperiode: de periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

    • g.

      WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • h.

      WSF 2000: de Wet studiefinanciering 2000.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

ARTIKEL 2 VOORWAARDEN

  • 1. Er is sprake van "langdurig een laag inkomen" in de zin van artikel 36, eerste lid van de wet als de belanghebbende gedurende de referteperiode is aangewezen op een inkomen dat gemiddeld per maand niet hoger is dan 101% van de voor hem geldende bijstandsnorm.

  • 2. Ten aanzien van perioden waarin geen inkomen is genoten wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid tenminste geacht een inkomen te hebben genoten ter hoogte van 100 procent van de bijstandsnorm.

  • 3. Ten aanzien van perioden waarin bij een gezin één gezinslid is uitgesloten van het recht op bijstand worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100 procent van de gezinsnorm, waarbij voor "bijstandsnorm" gelezen moet worden "gezinsnorm".

  • 4. Niet voor een langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

ARTIKEL 3 HOOGTE VAN DE TOESLAG

  • 1. De hoogte van de langdurigheidstoeslag bedraagt het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 22 van de wet. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende normen:

    • a.

      Alleenstaande,

    • b.

      Alleenstaande ouder en

    • c.

      Gezin.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op 1 januari in het jaar van de peildatum bepalend.

  • 3. Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt een rechthebbend gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

ARTIKEL 4 ONVOORZIENE GEVALLEN

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

ARTIKEL 5 INWERKINGTREDING

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westland 2009, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 7 juli 2009.

ARTIKEL 6 CITEERTITEL

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 20 december 2011,

De griffier, de voorzitter,

N.Broekema J. van der Tak