Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | verordening |
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking met dien verstande dat de onderdelen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2013 hebben voorgedaan
Gemeentewet, art. 228a
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2012 | 01-01-2014 | art. 5, lid 4, art. 6 en art. 14, lid 3 | 15-11-2012 Het Klaverblad,21-11-2012 | Onbekend | |
22-11-2012 | 01-01-2014 | art. 5, lid 4, art. 6 en art. 14, lid 3 | 15-11-2012 Het Klaverblad,21-11-2012 | Onbekend | |
28-12-2011 | 22-11-2012 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Brabants Dagblad, 27-12-2011 | Onbekend |
Artikel 2. Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4. Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
De gebruiker van een eigendom, die voor de verkrijging van water gebruik maakt van een eigen pompinstallatie, kan worden verplicht te gedogen dat deze installatie op kosten van de gebruiker wordt voorzien van
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door de gemeente plaatsvindt, de verbruiksperiode van afrekening van Brabant Water N.V. zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt, voor zover geen water ten behoeve van bronbemaling dan wel bodem- of grondwatersanering is afgevoerd.
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden opgenomen op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de jaarnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de belasting, bedoeld in artikel 2, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de belasting, bedoeld in artikel 2, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 wordt het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag betaald tegelijk met, en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. wordt betaald.
De belasting, bedoeld in artikel 2, wordt niet geheven indien door of in opdracht van de gemeente ten behoeve van bronbemaling dan wel bodem- of grondwatersanering in de openbare ruimte water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
Kwijtschelding wordt verleend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsregeling.
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeerartikel
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 7, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2012, en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2012 lopende gebruiksperiode eindigt.