Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011 |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 81o lid 1 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-03-2021 | Onbekend | 31-10-2011 Weekblad Gilze en Rijen, 28-12-2011 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: de rekenkamercommissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan.
Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie
Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie
De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie
De voorzitter is belast met de bewaking van de kwaliteit en de voortgang van onderzoeken. Hij draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeen roepen van vergaderingen van de commissie en het leiden van de vergaderingen. Hij stuurt de ambtelijk secretaris aan. Voorts bewaakt hij de uitgangspunten en de werkwijze en bevordert hij een zorgvuldige besluitvorming.
Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap van de commissie eindigt:
b. indien het lid aftreedt als lid van de raad, dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend;
c. indien de gemeenteraad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen;
Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie
Artikel 3.3 Uitvoeren van het onderzoek en rapportage / zienswijze op onderzoeksrapport
De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De commissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtelijk secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
De commissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Na het ambtelijke en bestuurlijke hoor en wederhoor formuleert de commissie haar definitieve conclusies en aanbevelingen. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd.
Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie
Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers
Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de commissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording schuldig aan de commissie.