Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aansluitverordening riolering 2012 |
Citeertitel | Aansluitverordening riolering 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | verordening |
Regeling vervangt de "Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering"
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Brabants Dagblad, 27-12-2011 | Onbekend |
Artikel 6. Kosten van de aansluiting
Indien de kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit bij de aanvraag van de aansluitvergunning te vermelden. De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding worden niet in rekening gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende zijn verhaald.
Afdeling IV Beheer en Onderhoud
Artikel 8. Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen of groep van personen.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 22 december 2011.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel
In 2004 is de Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering vastgesteld. Op basis van deze verordening is een aansluitvergunning vereist voor het aanbrengen of wijzigen van een aansluiting van een particulier riool op het openbare riool. Daarnaast zijn perceeleigenaren op basis van deze verordening verplicht om de kosten van de aanleg van de aansluiting te vergoeden.
De Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering is aan vernieuwing toe. Een van de aanleidingen voor vernieuwing is de vaststelling van het Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan Vught 2012-2017 (vGRP). In het vGRP is het gemeentelijke rioleringsbeleid voor de komende jaren vastgelegd. Het vGRP gaat in op de verbrede rioleringszorgplichten van de gemeente, die met de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken zijn vastgesteld:
De invulling van deze drie zorgplichten door de gemeente Vught heeft zijn weerslag op de regels voor aansluiting op de riolering.
Daarnaast zijn door wijzigingen in regelgeving (onder andere de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet en binnenkort het nieuwe Bouwbesluit) verschillende bepalingen van de aansluitverordening niet meer actueel. Ook zijn diverse bepalingen van de “oude” aansluitverordening overbodig, omdat ze regelen wat al in de Algemene wet bestuursrecht, de bouwregelgeving, de milieuregelgeving of het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Dergelijke bepalingen zijn in de nieuwe verordening geschrapt.
Gezien de omvang van de benodigde wijzigingen wordt de aansluitverordening integraal vervangen door een nieuwe verordening: de Aansluitverordening riolering 2012.
2. Aansluiting op de riolering
De aansluitverordening is slechts een sluitstuk in de regelgeving over aansluiten en lozen op de riolering. De bouwregelgeving en de milieuregelgeving, die op nationaal niveau zijn vastgesteld, stellen primair de kaders voor het aansluiten en lozen op de riolering.
De bouwregelgeving omvat de Woningwet, het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening. Het nieuwe Bouwbesluit 2012 zal het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening vervangen, maar bevat met betrekking tot de riolering geen andere eisen. Het doel van de bouwregelgeving is het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van gebouwen en percelen. Met betrekking tot afvalwater en hemelwater stelt de bouwregelgeving eisen aan de afvoervoorzieningen voor dat water (kort gezegd: de buizen).
De milieuregelgeving omvat de Wet milieubeheer, de Waterwet, de Wet bodembescherming, diverse algemene maatregelen van bestuur (waaronder het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens) en de gemeentelijke hemelwaterverordening. De milieuregelgeving heeft tot doel de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren. In de milieuregelgeving worden – voor zover hier van belang – eisen gesteld aan het lozen van afvalwater, hemelwater en grondwater op de riolering.
De aansluitverordening heeft alleen betrekking op het aansluiten van de particuliere riolering op het openbare riool. Deze aansluiting is in principe toelaatbaar (en gewenst) als voldaan is aan de bouwregelgeving en de milieuregelgeving. Het doel van de aansluitverordening is om een mogelijkheid te hebben om aansluiting op de riolering te weigeren, als niet aan de bouwregelgeving of milieuregelgeving is voldaan. Zonder aansluitverordening kan de gemeente niet voorkomen dat “foutieve” aansluitingen op de riolering tot stand worden gebracht. Natuurlijk kan de gemeente handhavend optreden tegen overtredingen van de bouwregelgeving en milieuregelgeving, maar dat kan pas als een overtreding heeft plaatsgevonden en door de gemeente is geconstateerd. De vergunningplicht in de aansluitverordening zorgt er voor dat de gemeente een middel heeft om foutieve aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te verhelpen.
Net als in de oude aansluitverordening is het uitgangspunt van deze verordening dat voor een nieuwe aansluiting op het riool of een wijziging van de bestaande aansluiting een vergunning is vereist.
De aansluitvergunning wordt verleend als aan de vigerende bouw- en milieuregelgeving wordt voldaan, maar wordt geweigerd als de aangevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouwregelgeving of de milieuregelgeving. Bij de bouwregelgeving gaat het dan bijvoorbeeld om de eis dat hemelwaterleidingen en afvalwaterleidingen gescheiden worden uitgevoerd, indien een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Met betrekking tot de milieuregelgeving is van belang dat de lozer aan de lozingseisen voor afvalwater, hemelwater en grondwater voldoet. Zo mag schoon hemelwater en grondwater niet zomaar op het vuilwaterstelsel worden geloosd.
In dit artikel zijn verschillende definities opgenomen over de onderdelen van de aansluitleiding.
De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan. Ingeval van drukriolering is dit het punt waar het particuliere riool is aangesloten op de pompput. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het openbare rioolstelsel (de perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt in openbaar terrein. Het particuliere riool wordt beheerd door de perceeleigenaar.
Verder zijn in dit artikel verschillende definities uit de Wet milieubeheer overgenomen, die betrekking hebben op afvalwater.
In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningsplicht voor het verkrijgen van een aansluiting op de riolering is een belangrijk uitgangspunt van de aansluitverordening. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen over de aanleg van de aansluiting, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding en de duur van de vergunning.
Volgens het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het openbaar riool ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen vergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van hemelwater en afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Ook kan geen vergunning worden verkregen voor de aansluiting van hemelwaterleidingen op drukriolering of op een openbaar stelsel dat uitsluitend is bedoeld voor de afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (DWA-stelsel).
De aanvraag wordt gedaan met een daartoe bestemd formulier, dat op de website van de gemeente ter beschikking wordt gesteld. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gegevens die nodig zijn om een aansluitvergunning aan te vragen, reeds bekend zijn bij de gemeente, is in het tweede lid bepaald dat de aanvrager in dergelijke gevallen niet nogmaals de gegevens hoeft aan te leveren. Dit speelt met name indien voor het betreffende perceel recent een omgevingsvergunning voor het bouwen is aangevraagd, waarbij al gedetailleerde rioleringstekeningen zijn aangeleverd.
Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning
Zoals vermeld in het algemene deel van deze toelichting, wordt de aansluitvergunning geweigerd als de gevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouw- of milieuregelgeving. Het tweede lid, onderdeel c en d, kunnen in dat verband worden gezien als verbijzondering van de zorgplicht die op de perceeleigenaar rust om zorgvuldig om te gaan met afvalwater en de nodige zorg te betrachten voor het goed functioneren van de riolering.
Onderdeel e van het tweede lid bevat daarnaast een bijzondere weigeringsgrond indien aansluiting niet op openbaar terrein kan plaatsvinden. Burgemeester en wethouders zijn niet gehouden een aansluitvergunning te verlenen indien de perceeleigenaar niet meewerkt aan de vereiste privaatrechtelijke regeling van de aansluiting op particuliere grond.
De overige artikelen van deze verordening komen inhoudelijk grotendeels overeen met de artikelen van de oude Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering. Wijzigingen ten opzichte van de “oude” aansluitverordening betreffen hoofdzakelijk het schrappen van overbodige bepalingen.