Overheidsorganisatie | Gemeente Landsmeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand (WWB) gemeente Landsmeer 2012 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand (WWB) gemeente Landsmeer 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 19-12-2012 | nieuwe regeling | 25-10-2011 Kompas, 01-11-2011 | 2011 - 106 |
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer
inkomen: Het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
1. Naast de voorwaarden genoemd in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm en die geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.
2. Personen die een reëel uitzicht op inkomensverbetering hebben, maar hier door verwijtbaar gedrag of een eigen keuze geen gebruik van maken worden uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag.
De langdurigheidstoeslag bedraagt voor gehuwden, alleenstaande ouders en alleenstaanden met een inkomen niet hoger dan 100% van de geldende bijstandsnorm 39% van de voor hen geldende bijstandsnorm.
Het genoemde percentage wordt elk jaar toegepast op de bijstandsnormen die gelden op 1 januari van dat jaar.
Voor belanghebbenden met een inkomen tussen 101 tot 110% van de voor hen geldende bijstandsnorm 50% van de in het eerste lid genoemde bedragen.
Voor belanghebbenden met een inkomen tussen 110 tot en met 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm 25% van de in het eerste lid genoemde bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze verordening wordt in ieder geval drie jaar na het inwerking treden geëvalueerd
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2010, vastgesteld op 14 december 2009.
2. Bekendmaking geschiedt via de gemeentepagina in het plaatselijke weekblad ‘Kompas’.
3. De verordening wordt gepubliceerd via de gemeentelijke website.
De verordening wordt aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand (WWB) gemeente Landsmeer 2012
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 25 oktober 2011.
De voorzitter,
De griffier,
Artikelsgewijze toelichting
In het eerste lid worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt.
Met het begrip langdurig is opgenomen dat het college op aanvraag een langdurigheidstoeslag verleent aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan 120% van de geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft;
Het tweede lid heeft een raakvlak met het re-integratie- en maatregelenbeleid. Als een persoon weigert een baan te aanvaarden of mee te werken in een re-integratietraject dan voldoet hij niet aan de voorwaarde genoemd in het eerste lid dat hij geen zicht heeft op inkomensverbetering. Hij heeft dan wel zicht op inkomensverbetering, maar blijft door eigen toedoen aangewezen op een laag inkomen. Er is dan geen recht op langdurigheidstoeslag.
In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. De in het eerste lid genoemde percentages zijn overgenomen van de reeds bestaande langdurigheidstoeslag.
Deze artikelen spreken voor zich