Beleidsregel intrekken bouwvergunningen

1. Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding:

De voormalige hof-gemeenten hebben de gemeente Hof van Twente per 1 januari 2001 eenerfenis achtergelaten van ruim 1000 bouwvergunningen waarvan niet bekend is of deze zijn gerealiseerd en - zo ja – of in overeenstemming met de vergunning is gebouwd. Het betreft vergunningen die van 2 tot meer dan 20 jaar geleden vergund zijn. Op 12 juni 2001 heeft uw college besloten om de voor 1 januari 2002 verleende vergunningen conform advies van dhr.C.W. Kuijper, hoofd afdeling ruimtelijke ontwikkeling, selectief te laten controleren.

Dit advies luidde als volgt:

Splitsen wel/niet te contoleren vergunningen ;

Beperkt aantal vergunningen alsnog controleren ;

Overige vergunninghouders berichten conform conceptbrief. In deze brief wordt vermeld dat het gerealiseerde bouwplan niet meer gecontroleerd wordt en dat we ervan uitgaan dat er gebouwd is overeenkomstig de vergunning. Eventuele risico’s door af te wijken van de vergunning is geheel voor eigen rekening.

Er zijn reeds ± 200 vergunningen op deze mannier verwerkt. Meerdere keren kwam het voor dat er naar aanleiding van de conceptbrief werd gemeld, of door ons werd geconstateerd dat een vergund bouwplan (nog) niet gerealiseerd is. Dit aantal is naar inschatting, gezien de tot nu toe verwerkte bouwvergunningen, ongeveer 15 à 20 %

Een aantal niet gerealiseerde vergunde bouwplannen zijn mede op verzoek van de vergunninghouder al ingetrokken. Naar schatting zijn ongeveer 200 vergunde bouwplannen nog niet gecontroleerd en komen in aanmerking voor intrekking ervan.

Probleemstelling:

De redenen om met name bouwvergunningen in te trekken zijn als volgt:

- De kwaliteit van de bouwvergunning moet gewaarborgd blijven. De wetgeving wordt steeds weer opnieuw gewijzigd c.q aangescherpt waardoor oude vergunningen mogelijk niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Een nieuw bouwbesluit treedt per 1 juli aanstaande in werking, waarin onder andere hogere energieprestatie-eisen en eisen omtrent toegankelijkheid van gebouwen worden gesteld. Per 1 juli aanstaande wordt er tevens een vernieuwde Woningwet van kracht. Daarnaast is uw college actiever gaan toezien op o.a. brandveiligheid.

- Bouwvergunningen worden stelselmatig gecontroleerd. Hoe langer het geleden is dat de vergunning verleend is hoe meer tijd dat kost. Dit is formatie die naar ons oordeel beter voor andere actuelere doeleinden ingezet kan worden.

- Als meerdere malen geconstateerd is dat oudere bouwplannen nog niet gerealiseerd zijn verliezen zij de aandacht waardoor de kans op het bouwen, zonder dat er tijdens de bouw gecontroleerd wordt, toeneemt.

- Tevens bestaat het organisatorische probleem dat de opbergkasten vol raken en het daarom gewenst is dat relatief oude dossiers verdwijnen en plaats maken voor actuelere stukken.

2. Juridisch kader

Op basis van artikel 59 lid c van de Woningwet: “Burgemeester en Wethouders kunnen de bouwvergunning intrekken indien binnen de in de bouwverordening bepaalde termijn (26weken) geen begin met de werkzaamheden is gemaakt”.

3. Beleidsinhoudelijk kader

U moet zorgvuldig met de bevoegdheid van het intrekken van een vergunning omgaan. Het gaat immers om een belastende beschikking. Het kan niet de bedoeling zijn om een vergunde bouwaanvraag in te trekken en deze zelfde (opnieuw ingediende) bouwaanvraag een korte tijd later weer te verlenen. Bovendien kan er voorafgaand aan een verleende vergunning een langdurige en/of gecompliceerde procedure plaats hebben gevonden. Om zo goed mogelijk in te spelen op de bovenstaande situatie, stel ik voor om volgens de aangegeven criteria vergunningen in te trekken.

Vergunninghouders die een vergunning hebben waarvan geconstateerd is dat deze(nog) niet is gerealiseerd, verleend voor 31 december 2000, in kennis stellen van het voornemen om de verleende vergunning in te trekken (zie conceptbrief 1). Hierbij wordt de belanghebbende op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van de brief zijn zienswijzen in te dienen tegen het intrekken van de bouwvergunningen.

Aan de hand van de schriftelijke zienswijze wordt bepaald of de vergunning kan worden ingetrokken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als men aangeeft dat men het plan niet meer wil uitvoeren. Als men aangeeft dat door bijvoorbeeld gezondheidsredenen of financiële nood het bouwplan nog niet gerealiseerd is maar binnen een half jaar gaat bouwen, dan kan er overwogen de bouwvergunning in stand te houden en de situatie na die termijn opnieuw te bezien.

Als er binnen die termijn geen reactie is ontvangen gaan wij er van uit dat de vergunninghouder kan instemmen met ons voornemen, waarna er daadwerkelijk tot het intrekken van de bouwvergunning kan worden overgegaan. (zie conceptbrief 2). Vergunninghouders komen niet in aanmerking om een gedeelte van de geheven leges terug te ontvangen omdat het om verleende vergunningen gaat van voor 1 januari 2001. In de legesverordening is een termijn van 12 maanden genoemd.