Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Beheersverordening begraafplaatsen 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening begraafplaatsen 2012
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012nieuwe regeling

01-12-2011

Borselse Bode 20-12-2011

raadsstukken 01-12-2011, nr. B6

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen 2012

Besluit van de raad gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012

 

De raad van de gemeente Borsele;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het gewenst is om nieuwe regels vast te stellen voor het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen;

besluit vast te stellen de:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012. 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. begraafplaats(en): de gemeentelijke begraafplaats(en) in Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, ’s-Gravenpolder, ’s-Heer Abtskerke, ’s-Heerenhoek (gesloten), Heinkenszand (Kerklaan en Noordlandseweg), Hoedekenskerke, Nieuwdorp, Nisse, Oudelande en Ovezande;b. graf: een zandgraf of een keldergraf;c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie of kunststof grafkelder waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;3. het doen verstrooien van as;De rechthebbende bepaalt welk lijk wordt begraven of wiens as wordt bezorgd;g. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;3. het doen verstrooien van as van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;h. particuliere urnenruimte: een ruimte, zijnde een urnenkelder, urnennis of columbarium, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen. De rechthebbende bepaalt wiens as wordt bezorgd;i. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;j. familiegraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon de gebruiksmogelijkheid is verleend tot:1. het doen begraven van lijken;2. het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;3. het doen verstrooien van as;De gebruiker bepaalt welk lijk wordt begraven of wiens as wordt bezorgd;k. kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon de gebruiksmogelijkheid is verleend tot:1. het doen begraven van lijken van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar; 2. het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar; 3. het doen verstrooien van as van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;De gebruiker bepaalt welk lijk wordt begraven of wiens as wordt bezorgd;l. urnenruimte: een ruimte, zijnde een urnenkelder, urnennis of columbarium, bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon de gebruiksmogelijkheid is verleend tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen. De gebruiker bepaalt wiens as wordt bezorgd. Urnennissen zijn uitsluitend aanwezig op de algemene begraafplaatsen Heinkenszand (Noordlandseweg – gesloten model) en Ovezande (open model). Columbaria zijn uitsluitend aanwezig op de algemene begraafplaatsen ’s-Gravenpolder en Heinkenszand (Noordlandseweg);m. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;n. grafbedekking: gedenkteken, grafbeplanting en andere materialen of voorwerpen op een graf, een urnenruimte of een verstrooiingsplaats;o. uitgiftetermijn: de uitgifteperiode van graven, urnenruimten en strooivelden;p. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;q. rechthebbende: natuurlijk of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of particuliere urnenruimte, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;r. gebruiker: natuurlijk of rechtspersoon aan wie een gebruiksrecht is verleend op een familiegraf, kindergraf of urnenruimte, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;s. belanghebbende: natuurlijk of rechtspersoon die het aanspreekpunt vormt voor de gemeente inzake een algemeen graf of verstrooiingsplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; t. college: het college van burgemeester en wethouders van Borsele. 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

a.     Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particuliere urnenruimte.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats(en)

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1

    De begraafplaats(en) is (zijn) voor een ieder dagelijks toegankelijk vanaf zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2

    Ter handhaving van de orde en rust alsmede de uitvoering van werkzaamheden op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen, steenhouwers en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaatsen verwijderen of laten verwijderen.

  • 3

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;b. sneller dan 10 km per uur 

  • 4

    Het is verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, zich met huisdieren, rijdieren of vee op de begraafplaatsen te bevinden.

  • 5

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats(en) kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk (fax en e-mail inbegrepen) kennis aan de beheerder met gebruikmaking van een door de gemeente vastgesteld standaardformulier. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 09.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk (fax en e-mail inbegrepen) aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. De werkzaamheden geschieden voor risico van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende.

  • 3

    Voor het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, mag een grafbedekking van een (naastgelegen) graf, niet inbegrepen de grafbedekking op een dubbel (gereserveerd) graf waarin een bijzetting plaatsvindt, op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder tijdelijk worden verwijderd. De beheerder draagt er zorg voor dat de verwijderde grafbedekking zo spoedig mogelijk terug wordt geplaatst. Het tijdelijk wegnemen geschiedt voor rekening en risico van het college.

Artikel 8 Het luiden van de torenklok

Op verzoek van degene die in de uitvaart of asbezorging voorziet, kan tijdens de plechtigheid de torenklok - of ingeval van de begraafplaats ’s-Heer Abstkerke de stoelklok - geluid worden gedurende maximaal 30 minuten.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overlegd aan de beheerder.

  • 2

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3

    Indien de begraving of de bezorging van as in een familiegraf, kindergraf of urnenruimte zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de gebruiker of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4

    Begraving of bezorging van as in een particulier graf waarvan het uitsluitend recht binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn dan wel ruimingstermijn van asbussen afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het uitsluitend recht met een periode van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, zodat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn dan wel ruimingstermijn van asbussen. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 5

    Begraving of bezorging van as in een familiegraf, kindergraf of urnenruimte waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn dan wel ruimingstermijn van asbussen afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, zodat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn dan wel ruimingstermijn van asbussen. De verlenging dient te worden aangevraagd door de gebruiker of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 6

    De beheerder onderzoekt of de overlegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10 Kisten, omhulsels en grafgiften

  • 1

    Het is verboden om in een kist of andere omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren, anders dan kleine vergankelijke voorwerpen van persoonlijke aard. Het is niet toegestaan om (resten van) dieren mee te begraven met een overledene.

  • 2

    Bij gebruikmaking van een metalen of kunststof (binnen)kist, een lijkhoes of andere schadelijke materialen en voorwerpen in de vorm van grafgiften dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring omtrent materialen te worden overlegd volgens een door de gemeente vastgesteld standaardformulier. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen:a. een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het Lijkomhulselbesluit 1998 enb. een gespecificeerd en origineel bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht. 

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:a. op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur;b. op zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur. 

  • 2

    Geen begrafenis, bijzetting of verstrooiing vindt plaats op zondagen of op algemeen erkende feestdagen. Als algemeen erkende feestdagen worden beschouwd de Nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, Bevrijdingsdag en de dag waarop de verjaardag van de Koning(in) wordt gevierd.

  • 3

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van de tijden in het eerste en tweede lid afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging

  • 1

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:a. algemene graven;b. familiegraven;c. kindergraven;d. urnenruimten;e. verstrooiingsplaatsen;Op de begraafplaats in Ovezande worden geen familiegraven uitgegeven. Op de gesloten begraafplaats in ’s-Heerenhoek kunnen geen lijken worden begraven, geen asbussen worden bijgezet en geen as worden verstrooid op een verstrooiingsplaats. Op de begraafplaats aan de Kerklaan in Heinkenszand kan uitsluitend in gereserveerde particuliere graven worden begraven en as worden bezorgd. Er kan hier geen as worden verstrooid op een verstrooiingsplaats. 

  • 2

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken er kunnen worden begraven in de algemene graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgiftetermijn van de algemene graven.

  • 3

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven, particuliere kindergraven, familiegraven en kindergraven en hoeveel asverstrooiingen er kunnen plaatshebben op de particuliere graven, particuliere kindergraven, familiegraven en kindergraven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgiftetermijn van de familiegraven en kindergraven.

  • 4

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere urnenruimten en urnenruimten. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgiftetermijn van de urnenruimten.

  • 5

    Op de verstrooiingsplaatsen mag uitsluitend as worden verstrooid. Verstrooiingsplaatsen zijn door het college aangewezen. Een asverstrooiing vindt plaats onder toezicht van de beheerder. Het college bepaalt tevens de uitgiftetermijn van de verstrooiingsplaatsen.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1

    De algemene graven worden slechts voor directe begraving van lijken en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2

    Het college kan een familiegraf, kindergraf of urnenruimte toewijzen anders dan voor directe begraving van lijken en bezorging van as en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Uitgiftetermijnen graven, urnenruimten en verstrooiingsplaatsen

  • 1

    Algemene gravenHet college stelt ruimte beschikbaar tot het doen begraven van lijken op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, naar keuze voor de tijd van twintig, dertig of veertig jaar. 

  • 2

    FamiliegravenHet college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, naar keuze voor de tijd van twintig, dertig of veertig jaren het gebruiksrecht tot het doen begraven van lijken, het doen bijzetten van asbussen en het doen verstrooien van as. Familiegraven worden ter beschikking gesteld als een enkel of dubbel familiegraf (twee aanéénsluitende graven), dan wel een combinatie hiervan. De termijn begint te lopen op de datum waarop het familiegraf is uitgegeven. 

  • 3

    KindergravenHet college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van zestig jaren het gebruiksrecht tot het doen begraven van lijken, het doen bijzetten van asbussen en het doen verstrooien van as. De termijn begint te lopen op de datum waarop het kindergraf is uitgegeven.  

  • 4

    UrnenruimtenHet college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, naar keuze voor de tijd van twintig, dertig of veertig jaren het gebruiksrecht tot het doen bijzetten van asbussen. De termijn begint te lopen op de datum waarop de urnenruimte is uitgegeven. 

  • 5

    VerstrooiingsplaatsenHet college stelt ruimte beschikbaar tot het doen verstrooien van as op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van veertig jaren.  

Artikel 15 Termijnen verlengen graven, urnenruimten en verstrooingsplaatsen

  • 1

    Algemene gravenDe in artikel 14 lid 1 bedoelde termijn wordt op aanvraag van de belanghebbende verlengd met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en de situatie op de begraafplaats dit toelaat. 

  • 2

    FamiliegravenDe in artikel 14 lid 2 bedoelde termijn wordt op aanvraag van de gebruiker verlengd met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en de situatie op de begraafplaats dit toelaat. 

  • 3

    KindergravenDe in artikel 14 lid 3 bedoelde termijn wordt op aanvraag van de gebruiker verlengd telkens met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 

  • 4

    UrnenruimtenDe in artikel 14 lid 4 bedoelde termijn wordt op aanvraag van de gebruiker verlengd met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en de situatie op de begraafplaats dit toelaat. 

  • 5

    Particuliere gravenHet uitsluitend grafrecht van particuliere graven wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 

  • 6

    Particuliere kindergravenHet uitsluitend grafrecht van particuliere kindergraven wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 

  • 7

    Particuliere urnenruimtenHet uitsluitend recht van particuliere urnenruimten wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van naar keuze vijf, tien, vijftien of twintig jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 

Artikel 16 Grafkelder

  • 1

    Het college kan aan een rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overschrijving van uitsluitend recht en gebruiksrecht

  • 1

    Het gebruiksrecht van een familiegraf, kindergraf of urnenruimte kan op aanvraag van de gebruiker worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk of rechtspersoon.

  • 2

    Na het overlijden van de gebruiker kan het gebruiksrecht van een familiegraf, kindergraf of urnenruimte worden overgeschreven op naam van een natuurlijk of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de gebruiker. Indien de overleden gebruiker in het graf moet worden begraven of diens as in het graf of de urnenruimte moet worden bezorgd, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3

    Indien na het overlijden van de gebruiker de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het gebruiksrecht van het familiegraf, kindergraf of de urnenruimte te doen vervallen.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het familiegraf, kindergraf of de urnenruimte alsnog op naam stellen van een nieuwe gebruiker, tenzij het gebruiksrecht betrekking heeft op een familiegraf, kindergraf of urnenruimte die inmiddels is geruimd.

  • 5

    Het uitsluitend recht van een particulier graf, particulier kindergraf of particuliere urnenruimte kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk of rechtspersoon.

  • 6

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het uitsluitend recht van een particulier graf, particulier kindergraf of particuliere urnenruimte worden overgeschreven op naam van een natuurlijk of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient moet worden begraven, of diens as in het particuliere graf moet worden bezorgd, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 7

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het zesde lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het uitsluitend recht van het particuliere graf te doen vervallen.

  • 8

    Na het verstrijken van de in het zesde lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit uitsluitend recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven en urnenruimten

  • 1

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het uitsluitend recht op een particulier graf, particulier kindergraf of particuliere urnenruimte. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de gebruiker schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het gebruiksrecht op een familiegraf, kindergraf of urnenruimte. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de gebruiker.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

  • 1

    Voor het hebben van een grafbedekking, uitgezonderd de grafbeplanting, is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2

    De rechthebbende van een particulier graf, particulier kindergraf of particuliere urnenruimte, de gebruiker van een familiegraf, kindergraf of urnenruimte of de belanghebbende van een algemeen graf of een verstrooiingsplaats vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4

    Het college kan de vergunning weigeren indien:a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 

  • 5

    Grafbedekking die in strijd met deze verordening of een uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen is geplaatst, dient door de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende te worden verwijderd, ongeacht of de strijdigheid met de regels door zijn toedoen of medeweten is ontstaan.

Artikel 20 Onderhoud door de gemeente

  • 1

    Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken, het na verzakking opnieuw stellen van de grafbedekking en de zorg voor de door de gemeente aangebrachte winterharde beplantingen. Onder het onderhoud van beplantingen wordt verstaan het snoeien, het verwijderen van onkruid, het verwijderen van gevallen blad en het verwijderen en zonodig vervangen van dode beplanting.

  • 2

    Het onderhoud van de grafbedekking eindigt op het moment dat de uitgiftetermijn van graven, urnenruimten en verstrooiingsplaatsen verstrijkt.

  • 3

    Het is de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende toegestaan zelf verdergaand onderhoud te verrichten.

Artikel 21 Onderhoud door rechthebbende, gebruiker of belanghebbende

  • 1

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, in stand houden, onderhouden, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende.

  • 2

    De rechthebbende, gebruiker of belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt begrepen het herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van zelf aangeplante winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.

  • 3

    Indien de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende niet bekend is, maakt het college de verklaring op het mededelingenbord op de begraafplaats bekend. Bij het graf, de urnenruimte of verstrooiingsplaats wordt een verwijzing naar de publicatie aangebracht.

  • 5

    Het college kan de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de uitgiftetermijn van het graf, de urnenruimte of verstrooiingsplaats door het college worden verwijderd. Bij wijze van uitzondering blijft de grafbedekking gehandhaafd op graven uitgegeven voor 1970 en graven waarvoor minimaal 40 jaar grafrechten zijn betaald, tenzij sprake is van ruimtegebrek en om deze reden tot ruiming op een begraafplaats wordt overgegaan. Ook blijft de grafbedekking gehandhaafd op kindergraven.

  • 2

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een verklaring op het mededelingenbord op de begraafplaats bekend. Bij het graf, de urnenruimte of verstrooiingsplaats wordt een verwijzing naar de publicatie aangebracht.

  • 3

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na het verstrijken van de uitgiftetermijn nog gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende door handhaving hiervan op het graf, de urnenruimte of verstrooiingsplaats. Pas na de termijn van dertien weken wordt de grafbedekking verwijderd van het graf, de urnenruimte of verstrooiingsplaats en aansluitend vernietigd. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:a. geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;b. de grafbedekking niet binnen de in het derde lid genoemde termijn van dertien weken is afgehaald.  

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven en urnenruimten

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1

    Het voornemen van het college om een graf of urnenruimte te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of de urnenruimte geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende, gebruiker of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een verklaring op het mededelingenbord op de begraafplaats bekend. Bij het graf of de urnenruimte wordt een verwijzing naar de publicatie aangebracht.

  • 2

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijk resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf, familiegraf of kindergraf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een familiegraf, kindergraf of urnenruimte kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5

    De rechthebbende van een particulier graf kan gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijk resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particuliere urnenruimte kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7 Instandhouden historische graven

Artikel 25 Lijst

  • 1

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn. Voor deze lijst komen in aanmerking de graven van militaire en civiele oorlogsslachtoffers.

  • 2

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 26 Voorschriften

  • 1

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2010’, vastgesteld op 3 juni 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepaling

  • 1

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2010’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op de grond van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2010’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Strafbepaling

  • 1

    Hij die handelt in strijd met enige bepaling van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2

    Overtreding van enige bepaling van deze verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Borsele 2012'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 december 2011.

De griffier,                                   De voorzitter,