Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Mandaten hoofd afdeling Ruimtelijk Beheer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaten hoofd afdeling Ruimtelijk Beheer
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmandaten voor bouwen, ruimtelijke ordening, bijzondere wetten en apv

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De mandaten zijn vastgesleld door de burgemeester voor zover het gaat om bevoegdheden van het burgemeestersambt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-201201-01-2013bijlage

20-12-2011

Groot Voorschoten, 17 februari 2012

1929

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaten hoofd afdeling Ruimtelijk Beheer

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten en

de burgemeester van de gemeente Voorschoten;

 

overwegende dat de aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijk Beheer verleende mandaten moeten worden aangepast aan de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

overwegende dat in de afgelopen jaren beslistermijnen zijn verkort en/of bij overschrijding van sancties zijn voorzien;

 

overwegende dat de het verlenen van mandaat bijdraagt aan het halen van beslistermijnen;

 

overwegende dat de “Algemene regels voor de uitoefening van mandaatbevoegdheden” van toepassing zijn;

 

overwegende dat bovendien “Interne instructies voor de uitoefening van mandaatbevoegdheden” gelden, welke niet van invloed zijn op de omvang van verleende mandaten en de geldigheid van met de mandaten genomen besluiten;

 

gelet op artikel 10:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

  • 1.

    mandaat te verlenen aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijk Beheer overeenkomstig het bijbehorende overzicht van de verleende mandaten.

  • 2.

    daarbij de voorheen aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijke Beheer verleende mandaten in te trekken met dien verstande dat deze blijven gelden voor zover deze de uitvoering betreffen van oud recht dat ingevolge de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing blijft.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 7 september 2010,

 

 

 

secretaris burgemeester

 

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 7 september 2010.

 

 

 

burgemeester

 

 

 

Overzicht van de aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijk Beheer verleende mandaten behordend bij het besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2011, nr. 545.

 

 

Procedure algemeen

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

1

Schriftelijk of mondeling verstrekken van feitelijke informatie.

-

Betreft geen besluit.

-

Ja.

2

Verzenden van een ontvangstbevestiging.

-

Betreft geen besluit.

-

Ja.

3

Verlengen van een beslistermijn.

-

De wettelijke bevoegdheid bestaat niet meer na het verstrijken van de beslistermijn.

Algemene wet bestuursrecht art. 4.14, 1e of 3e lid.

Nee

4

Doen van een verzoek aan een aanvrager om in te stemmen met uitstel van het geven van een beschikking.

-

Betreft geen besluit. Instemming heeft als rechtsgevolg opschorting van de beslistermijn. Dat is nuttig als snel beslissen tot een voor de aanvrager onwenselijk resultaat zou leiden.

-

Nee

5

Mededelen dat de beslistermijn verandert door overmacht aan de zijde van het bestuursorgaan.

-

De mededeling leidt tot opschorting zolang het bestuursorgaan niet in staat is om een beschikking te geven.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:15, 3e lid.

Nee.

6

Uitnodigen tot het aanvullen van een aanvraag en het daarvoor stellen van een termijn.

-

De uitnodiging leidt tot opschorting van de beslistermijn tot de aanvraag is aangevuld of de gegeven termijn ongebruikt is verstreken.

Onder aanvulling van de aanvraag wordt mede begrepen het verstrekken van een vertaling of een samenvatting als bedoeld in art. 4.5, 2e onderscheidenlijk 3e lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:5 en 4:15, 1e tot en met 3e lid

Ja.

7

Mededelen dat voor de beschikking redelijkerwijs noodzakelijke informatie is opgevraagd bij een buitenlandse instantie.

-

De mededeling leidt tot opschorting van de beslistermijn tot dat de informatie is ontvangen of totdat verder uitstel niet meer redelijk is

Algemene wet bestuursrecht, art. 4.15, 1e lid

Ja.

8

Mededelen dat de opschorting van de termijn voor de beschikking is geëindigd.

-

Vermeld moet worden binnen welke termijn de beschikking alsnog moet worden gegeven.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4.15, 4e lid.

Ja.

9

Verlenging van de beslistermijn bij toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Het mandaat betreft mede het in de gelegenheid stellen van de aanvrager om een zienswijze naar voren te brengen op de voorgenomen verlenging van de beslistermijn.

De aanvrager moet eerst in de gelegenheid gesteld worden om een zienswijze te geven op de verlenging van de beslistermijn. De termijn moet voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerpbesluit worden verlengd.

Algemene wet bestuursrecht. art. 3:18, 2e lid.

Nee.

10

Vaststellen of een dwangsom aan de aanvrager is verschuldigd wegens niet tijdig beslissen en zo ja, het vaststellen van de hoogte van de dwangsom.

Het mandaat geldt niet wat betreft het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift.

-

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:18.

Nee.

11

Geven van een beschikking als de rechtbank daarvoor ingevolge artikel 8:55d van de Algemene wet bestuursrecht een termijn van twee weken heeft gesteld.

Het mandaat geldt niet wat betreft het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift.

Na afloop van de termijn verbeurt de gemeente een in de uitspraak vastgestelde dwangsom totdat alsnog is beslist.

Afhankelijk van de gevraagde beschikking.

Nee.

12

Geven van een gelegenheid aan een aanvrager om binnen een te stellen termijn een zienswijze naar voren te brengen op een voorgenomen gehele of gedeeltelijke weigering van de aanvraag.

Het mandaat geldt niet als op de voorbereiding van het besluit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

De zienswijze kan naar keuze van de aanvrager schriftelijk of mondeling naar voren worden gebracht. “Horen” is in beginsel verplicht als de afwijzing zou steunen op feiten en gegevens die de aanvrager betreffen en afwijken van de gegevens die de aanvrager zelf heeft verstrekt. “Horen” is echter niet verplicht bij een afwijking van de aanvraag die slechts van gering belang voor de aanvrager kan zijn.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:7.

Nee.

13

Geven van gelegenheid aan een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd om binnen een te stellen termijn een zienswijze te geven op een voorgenomen beschikking.

Het mandaat geldt niet als op de voorbereiding van het besluit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

Het mandaat geldt niet voor de voorbereiding van de intrekking van een vergunning.

De zienswijze kan naar keuze van de belanghebbende schriftelijk of mondeling naar voren worden gebracht. “Horen” is verplicht als de belanghebbende naar verwachting bedenkingen zal hebben.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:8.

Nee.

14

Geven van een beschikking als binnen de daarvoor gestelde termijn geen gebruik is gemaakt van de gelegenheid om zienswijzen naar voren te brengen.

Het mandaat geldt uitsluitend als het

voorgenomen besluit aan het bevoegde bestuursorgaan is voorgelegd.

Het mandaat geldt niet als het besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

-

Afhankelijk van het onderwerp van de voorgenomen beschikking.

Ja.

15

Opstellen van een schriftelijke reactie op een ingekomen bezwaarschrift ten behoeve van de in art. 7:13, 1e lid van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde commissie.

-

-

-

Nee.

16

Vertegenwoordigen van het bestuursorgaan in een hoorzitting van de in art. 7:13, 1e lid van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde commissie.

-

-

Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13, 5e lid.

Ja.

17

Opstellen van een schriftelijke reactie op een bij een bestuursrechter ingediend verzoek om een voorlopige voorziening te treffen.

-

-

-

Nee

18

Opstellen van een schriftelijke reactie op een bij een bestuursrechter ingesteld beroep of hoger beroep.

-

-

-

Nee

 

 

 

Wet openbaarheid van bestuur

 

Nr.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

19

Doorzenden of helpen preciseren van een verzoek om informatie als bedoeld in art. 3 van de Wet openbaarheid van bestuur.

Het verzoek wordt doorgezonden naar het wel bevoegde bestuursorgaan.

-

Wet openbaarheid van bestuur,

art. 6, 1e lid.

Ja.

20

Verdagen van de beslissing op een verzoek om informatie.

-

-

Wet openbaarheid van bestuur, art. 6, 2e lid.

Nee.

21

Opschorten van de beslissing op een verzoek om informatie.

-

Opgeschort wordt in verband met het horen van een derde-belanghebbende.

Wet openbaarheid van bestuur, art. 6, 3e lid.

Nee.

22

Mededelen dat de opschorting van de termijn voor de beslissing op het verzoek om informatie is geëindigd.

-

Vermeld moet worden binnen welke termijn alsnog moet worden beslist.

Wet openbaarheid van bestuur, art. 6, 4e lid.

Ja.

 

 

Handhaving algemeen

 

Nr.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVEOGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

23

Toezending van het bezoekrapport van een toezichthouder over een controle.

Het mandaat betreft mede de vermelding in een begeleidend schrijven dat geen overtredingen geconstateerd zijn.

-

-

Ja

24

Verzoek doen aan een overtreder om een overtreding binnen een hersteltermijn ongedaan te maken.

-

Is geen beschikking.

Als legalisatie niet zonder meer is uitgesloten, kan de overtreder gewezen worden op de mogelijkheid om vergunning te vragen, ontheffing te vragen, melding te doen enzovoort.

-

Nee.

25

Ambtshalve of op verzoek beschikken ten aanzien van herstelsancties.

Het mandaat betreft niet de intrekking van vergunningen of ontheffingen.

 

 

De in de titels 4.4 en 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheden om te beschikken.

Nee

26

Uitvoeren van een herstelsanctie.

Het mandaat betreft het daadwerkelijk doen toepassen van bestuursdwang, het doen uitvaardigen van een dwangbevel en het doen uitvoeren van een dwangbevel.

Het mandaat houdt mede het informeren van betrokkenen en de in art. 5:27 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde aanzegging in.

Het mandaat betreft niet de uitvoering van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Is geen beschikking

De aanzegging betreft het betreden van een niet bij de overtreding betrokkenplaats.

De deurwaarder wordt ingeschakeld voor het uitbrengen van het exploit waarmee het dwangbevel wordt betekend.

De deurwaarder wordt ingeschakeld om beslag te leggen op inkomsten en tegoeden alsmede het leggen van beslag op en vervreemden van roerende en onroerende zaken.

Algemene wet bestuursrecht, artikelen 5:10, 5:27 t/m 5.30.

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nee.

27

 

Aanmanen van de overtreder tot betaling van een verbeurde dwangsom, verschuldigde kosten van bestuursdwang of wettelijke rente dan wel het mededelen aan de overtreder dat het recht op betaling uitdrukkelijk wordt voorbehouden.

Het mandaat betreft het innen van verbeurde dwangsommen, voor bestuursdwang verschuldigde kosten en wettelijke rente.

 

Zonder deze of een andere stuitingshandeling vervalt het recht op invordering van een verbeurde dwangsom een jaar nadat deze door de overtreder is verbeurd.

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:107.

Nee

 

 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVEOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

28

Mededeling doen als bedoeld in art. 3.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van aanhouding van de beslissing op een aanvraag om omgevingsvergunning.

-

-

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art.3.3 of 3.5

Ja

29

Beschikken op een aanvraag om omgevingsvergunning waarop § 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is.

-

Dit betreft de eenvoudigere aanvragen waarop wordt beslist na een reguliere voorbereidingsprocedure.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.4, 1e lid.

 

Wat betreft de aanvraag van een omgevings-vergunning voor bouwen en mits het welstands-advies positief is.

30

Beschikken op een aanvraag om omgevingsvergunning waarop § 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is.

Het mandaat geldt uitsluitend indien geen zienswijzen naar voren zijn gebracht tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbesluit.

Dit betreft de omgevingsvergunningen met minstens één zwaardere toestemming die alleen verleend kunnen worden na het doorlopen van de uitgebreide voorbereidingsprocedure.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.4, 1e lid.

Ja.

 

 

Wet basisregistraties adressen en gebouwen

 

NR

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS

GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

31

Beheer basisregistraties adressen en personen

Als onder 3 omschreven in het door burgemeester en wethouders op 7 september 2010 vastgestelde Mandaat- en aanwijzingsbesluit Wet bag.

De taken en bevoegdheden betreffen onder andere:

het opstellen van ambtelijke verklaringen:

- het toetsen van brondocumenten, het uitgeven van inschrijf en identificatienummers:

het inschrijven van brondocumenten;

- het dragen van zorg voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressen- en de gebouwenregistratie alsmede het adressenregister en het gebouwenregister;

- het op basis van brondocumenten opnemen van gegevens in de adressen- en de gebouwenregistratie;

- het melden en corrigeren van onjuiste registraties;

het (doen) onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening, het verlenen van inzage in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie.

 

De beslissing van over wijziging of opneming van een gegeven naar aanleiding van een verzoek van een belanghebbende is een besluit.

Wet basisregistraties adressen en gebouwen, artikelen 9 en 10, tweede lid, 14, 31, 32, eerste lid onder a, 37 en 38.

 

 

Uitsluitend aan als beheerder of plaatsvervangend beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen personen.

 

 

 

Drank- en horecawet

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

32

Beschikken op een aanvraag om vergunning om het horecabedrijf of slijterbedrijf uit te oefenen.

Als titel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, geldt het mandaat uitsluitend indien geen zienswijzen naar voren zijn gebracht tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbesluit.

Ingevolge art. 6 van de Drank- en horecawet is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing wat betreft de vergunning voor van een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

Drank- en horecawet, art. 3.

Nee.

33

Ontheffing van het verbod om het horecabedrijf of slijterbedrijf uit te oefenen.

-

De ontheffing kan alleen worden verleend wat betreft zwak-alcoholische drank en voor een in de beschikking genoemde bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard met een duur van ten hoogste 12 dagen.

Drank- en horecawet, art. 35, 1e lid.

Nee.

 

 

 

Wet op de kansspelen

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVEOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

34

Beschikken op een aanvraag om vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten

-

-

Wet op de kansspelen, art 30b, 1e lid.

Nee.

 

 

Wet milieubeheer

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

35

In ontvangst nemen van een melding als bedoeld in art. 8.41, 1e lid van de Wet Milieubeheer.

Tot het mandaat behoort het doen van de mededeling dat geen melding is vereist.

Tot het mandaat behoort het doen van de mededeling dat nog aanvullende gegevens moeten worden verstrekt.

Tot het mandaat behoort het doen van de mededeling dat omgevingsvergunning is vereist voor een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Geen besluit. Ook de bij de beperkingen en uitbreidingen genoemde mededelingen zijn geen besluit. Rechtsgevolgen vloeien voort uit de feiten en de regelgeving. Regels over de verstrekking van gegevens en de manier van verstrekking van gegeven hebben hun grondslag in art. 8.41, 2e of 3e lid van de Wet milieubeheer.

-

Ja.

 

 

Telecommunicatiewet

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

36

Beschikken op een aanvraag van een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk

om instemming met de plaats, het tijdstip en de manier van uitvoering van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels.

 

-

-

Telecommunicatiewet, art. 5.4, 1e lid onder b.

Ja.

 

 

Wegenverkeerswet 1994

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

37

Beschikken op een verzoek om een verkeersbesluit te nemen.

Het mandaat geldt uitsluitend voor de aanwijzing van een individuele invalidenparkeerplaats.

 

-

Wegenverkeerswet 1994, art. 18.

Ja.

38

Beschikken op aanvragen om ontheffing van het inrijverbod voor de Schoolstraat.

Het mandaat betreft mede het overhandigen en innemen van de sleutel van de poller.

-

Wegenverkeerswet 1994 + art. 149 en Reglement verkeersregel en verkeerstekens 1990, art. 87.

Ja.

 

 

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010 (inclusief specifieke mandaten voor handhaving)

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJK BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

39

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het gebruiken van de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke bestemming daarvan.

-

Met dit mandaat kan vergunning worden verleend voor het plaatsen van (bouw)materialen, keten, loodsen, containers, straatmeubilair, aankondigingsborden en tijdelijke reclameborden, vaste reclameborden en –zuilen, abri’s, elektriciteitskasten, kabels en leidingen en dergelijke.

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 2:10, 1e lid.

Wat betreft aanvragen om vergunning voor het plaatsen van aankondigings-borden rond lantarenpalen.

40

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor een evenement als bedoeld in art. 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 2:25, 1e lid.

Nee.

41

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf.

-

Voor bij het horecabedrijf behorende terrassen die zich op de weg bevinden kan ingevolge art. 2:28, 6e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010 het in gebruik nemen van de weg in de vergunning worden toegestaan als de aanvraag daarop betrekking heeft.

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 2:28, 1e lid.

Nee.

42

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk als bedoeld in art. 2:71 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

 

-

Het verbod in art. 2.3.2 van het Vuurwerkbesluit om aan een particulier consumentenvuurwerk beschikbaar te stellen geldt niet op 29, 30 en 31 december met dien verstande dat als een van deze dagen een zondag is het verbod eveneens op die zondag geldt, in welk geval het verbod om vuurwerk ter beschikking te stellen dan niet geldt op 28 december.

 

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 2:72.

Nee

43

Beschikken op een aanvraag om ontheffing van het verbod om buiten een inrichting geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op zodanige manier dat geluid- of lichthinder wordt veroorzaakt.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening

Voorschoten 2010, art. 4:6, 3e lid.

Nee.

44

Beschikken op een aanvraag om ontheffing van het verbod om voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 4:18, 3e lid.

Nee.

45

Beschikken op een aanvraag om ontheffing van het verbod om grote voertuigen te parkeren

Het mandaat betreft uitsluitend parkeren ten behoeve of ten gevolge van evenementen.

Het verbod betreft voertuigen welke met in begrip van lading:

- een lengte hebben van meer dan 6 m en/of

- een hoogte hebben van meer dan 2,4 m.

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 5:8, 3e lid.

Nee.

46

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor een openbare inzameling van geld of goederen dan wel het daartoe aanbieden van een intekenlijst.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 5:13, 1e lid.

Nee.

47

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor venten als bedoeld in art. 5:14 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening

Voorschoten 2010, art. 5:15, 3e lid.

Nee.

48

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats als bedoeld in art. 5:17 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010, art. 5:18, 1e lid.

Nee

49

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

-

-

Algemene Plaatselijke Verordening

Voorschoten 2010, art. 5:23, 1e lid.

Nee.

50

Beschikken op een aanvraag om vergunning voor het met een vaartuig innemen van een ligplaats of het ter beschikking stellen van een ligplaats voor het innemen van een ligplaats.

Het mandaat betreft mede het stellen van nadere regels en beperkingen als bedoeld in art. 5:25, 2e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

Het mandaat betreft mede het geven van aanwijzingen als bedoeld in art. 5:26, 1e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voorschoten 2010.

Het verbod op het handelen zonder vergunning ter en wethouders aangewezen gedeelten van openbaar water.

Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten, art. 5:25, 1e lid.

Nee.

51

Opleggen van een last onder bestuursdwang en de toepassing van bestuursdwang wegens overtreding van art. 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2010.

Het mandaat geldt uitsluitend wat betreft bij ontruimingen op de weg geplaatste zaken en wat betreft uitstallingen van winkels.

Het mandaat betreft mede het opstellen en ondertekenen van de nota/ingebrekestelling voor de aan de toepassing van bestuursdwang verbonden kosten.

Algemene wet bestuursrecht, afdeling 5.3.1 + Gemeentewet, art. 125

Wat betreft bij ontruimingen op de weg geplaatste zaken.

52

Opleggen van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van art. 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2010.

Het mandaat geldt uitsluitend wat betreft de uitstalling van goederen of voorwerpen behorende bij winkels.

 

 

-

Algemene wet bestuursrecht, art. 5:32 + Gemeentewet, art. 125

Nee

53

Beschikken over de invordering van een verbeurde dwangsom en het vervolgens aanmanen tot betaling.

Het mandaat geldt uitsluitend wat betreft de overtreding van art. 2:10 van de Algemene Plaatselijk Verordening Voorschoten 2010 door de uitstalling van goederen of voorwerpen bij winkels.

-

Algemene wet bestuursrecht art. 5:37 of 4:112, 1e lid + Gemeentewet, art. 125.

Nee

54

Opleggen van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van art. 2:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010.

-

Art. 2:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Voorschoten 2010 verbiedt het aanbrengen van beplanting of voorwerpen als daardoor het voor het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of anderszins hinder of gevaar ontstaat.

Algemene wet bestuursrecht, art. 5:32 + Gemeentewet, art. 125

Nee.

 

 

Erfgoedverordening gemeente Voorschoten 2010

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

55

Kennis geven van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument.

Het mandaat geldt alleen voor het geval een derde aanwijzing als gemeentelijk monument verzoekt.

-

Erfgoedverordening gemeente Voorschoten 2010, art. 4.

Nee.

 

 

 

Verordening naamgeving en nummering (adressen) Voorschoten 2010

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS GEMANDATEERDE BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

56

Toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.

 

-

-

Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Voorschoten, art. 3, 2e lid.

Nee.

 

 

Overig

 

NR.

OMSCHRIJVING BEVOEGDHEID

BEPERKINGEN EN UITBREIDINGEN

OPMERKINGEN

WETTELIJKE BASIS BEVOEGDHEID

ONDERMANDAAT TOEGESTAAN

57

Beschikken op aanvragen voor het verkrijgen van aansluiting op het gemeenteriool.

-

Betreft geen besluit.

-

Nee.