Hoofdstuk 18 | Omgevingsvergunning | | |
18.1. | Algemeen | | |
18.1.1. | Vervallen | | |
18.1.2. | een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of een, op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een omgevingsvergunning zou kunnen worden verleend, 50% van het overeenkomstig 18.3.1.1.1 onderscheidenlijk 18.3.1.1.2. berekende tarief met een minimum van € 109,00. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. | 50% met een minimum van €109,00 en een maximum van € 1600,00 | OV |
18.1.3. | een aanvraag tot beoordeling van een principeverzoek met betrekking tot de vraag of in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan toch een omgevingsvergunning verleend kan worden, als bedoeld onder 18.3.3 van deze tarieventabel. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van omgevingsvergunning op basis van het principeverzoek in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend; | € 109,00 | OV |
18.2. | Vervallen | | |
18.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | OV |
18.3.1. | Bouwactiviteiten | | |
18.3.1.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, dan wel ziet op artikel 56a, derde lid, van de Woningwet (bouwvergunning tweede fase): | | OV |
18.3.1.1.1. | indien de bouwkosten minder dan € 250.000 bedragen, 2,27% van de bouwkosten met een minimum van € 109,00: | | OV |
18.3.1.1.2. | indien de bouwkosten € 250.000 bedragen of meer | € 5.675,00 | OV |
vermeerderd met 1,80% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000 te boven gaan; | | OV |
| Extra welstandstoets | | |
18.3.1.2. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € 102,00 | OV |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
18.3.1.3. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 102,00 | OV |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
18.3.1.4. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 50% | OV |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | OV |
| Beoordeling aanvullende gegevens | | |
18.3.1.5. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | € 102,00 | OV |
18.3.2. | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 22.500,00: | € 306,25 | OV |
Indien de aanlegkosten € 22.500,00 of meer bedragen | € 306,25 | OV |
Vermeerderd met 0,515% van de aanlegkosten | | OV |
18.3.3. | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1: | | OV |
18.3.3.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 222,85 | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 222,85 | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | 30% | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 222,85 | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.5. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 222,85 | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 30% | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 30% | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag; | | OV |
18.3.3.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 222,85 | OV |
van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag. | | OV |
18.3.4. | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.4.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 222,85 | OV |
18.3.4.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 222,85 | OV |
18.3.4.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 494,00 | OV |
18.3.4.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 153,00 | OV |
18.3.4.5. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 222,85 | OV |
18.3.4.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 306,00 | OV |
18.3.4.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 612,00 | OV |
18.3.4.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 222,85 | OV |
18.3.4.9. | Indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning Recreatiewoningen wordt toegepast | € 204,00 | OV |
18.3.4.10. | Indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning Recreatiewoningen wordt toegepast | € 204,00 | OV |
18.3.5. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 538,90 | OV |
18.3.6. | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
18.3.6.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.6.1.1. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 204,00 | OV |
18.3.6.1.2. | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 204,00 | OV |
18.3.6.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 204,00 | OV |
18.3.7. | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
18.3.7.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.7.1.1. | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 204,00 | OV |
18.3.7.1.2. | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | € 134,20 | OV |
18.3.7.2. | Asbesthoudende materialen | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: | € 204,00 | OV |
| Aanleggen of veranderen weg | | |
18.3.8. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 70,50 | OV |
18.3.9. | Uitweg/inrit | | OV |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 70,65 | OV |
18.3.10. | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 24,00 | OV |
18.3.11. | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.11.1. | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 204,00 | OV |
18.3.11.2. | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 204,00 | OV |
18.3.12. | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
18.3.12.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 204,00 | OV |
18.3.12.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 204,00 | OV |
18.3.13. | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | OV |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 204,00 | OV |
18.3.14. | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | OV |
18.3.14.1. | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 204,00 | OV |
18.3.14.2. | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.14.2.1. | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 204,00 | OV |
18.3.14.2.2. | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft bedraagt het tarief: | € 306,00 | OV |
18.3.15. | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | OV |
18.3.15.1. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | OV |
18.3.15.2. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | OV |
18.3.16. | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | OV |
18.3.16.1. | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 322,30 | OV |
18.3.16.2. | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 80,60 | OV |
18.3.16.3. | Voor de beoordeling van een nader bodemonderzoek | € 761,95 | OV |
18.3.17. | Advies | | |
18.3.17.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een kostenopgave van de gemeente. | | OV |
18.3.17.2. | Indien een begroting als bedoeld in 18.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | OV |
18.3.18. | Verklaring van geen bedenkingen | | OV |
18.3.18.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | OV |
18.3.18.1.1. | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 102,00 | OV |
18.3.18.1.2. | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een kostenopgave van de gemeente. | | OV |
18.3.18.2. | Indien een begroting als bedoeld in 18.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | OV |
| Vermindering | | |
18.4.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een schetsplan of principeverzoek als bedoeld in 18.1.2 en 18.1.3, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de daartoe geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning. | | OV |
18.4.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 18.3.17 en 18.3.18. De vermindering bedraagt: | | OV |
18.4.2.1. | bij 5 tot 10 activiteiten: | 5% | OV |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | OV |
18.4.2.2. | bij 10 tot 15 activiteiten: | 10% | OV |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | OV |
18.4.2.3. | bij 15 of meer activiteiten: | 15% | OV |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | OV |
| Teruggaaf | | |
18.5.1. | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | OV |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 en 18.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | OV |
18.5.1.1. | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan | 100% | |
18.5.1.2. | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 maanden na het in behandeling nemen ervan | 70% | OV |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | OV |
18.5.1.3. | indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 2 maanden na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning ,wordt | 50% | OV |
teruggaaf van de geheven leges verleend; | | OV |
18.5.2. | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | OV |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 en 18.3.7, intrekt op verzoek van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze verzoek is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 30% | OV |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | OV |
18.5.3. | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | OV |
18.5.3.1. | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 of 18.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 30% | OV |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | OV |
18.5.3.2. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | OV |
18.5.4. | Minimumbedrag voor teruggaaf | | OV |
| Een bedrag minder dan € 51,00 wordt niet teruggegeven. | | OV |
18.5.5. | Er wordt geen teruggaaf verleend voor leges ter zake van advies of een verklaring van geen bedenkingen | | OV |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 18.3.17 en 18.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | OV |
| Intrekking omgevingsvergunning | | |
18.6. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 18.5.2 van toepassing is: | € 51,00 | OV |
18.6.1 | Indien na ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning, deze overeenkomstig artikel 4:5 Awb (na de mogelijkheid tot indienen van nadere gegevens) buiten verdere behandeling wordt gesteld: | € 102,00 | |