Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Medemblik

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 1e wijziging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMedemblik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 1e wijziging
CiteertitelVerordening rioolheffing 2011 1e wijziging
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

01-12-2011

De Medemblikker Courant 15-12-2011

IVR-11-00446
26-03-201101-01-2012nieuwe regeling

03-03-2011

De Medemblikker Courant 17-03-2011

IVR-11-00153

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 1e wijziging

De gemeente stelt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 1e wijziging vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. perceel: een roerende zaak of een onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij of voor rekening van de gemeente;

c. onder voorziening of combinatie van voorzieningen worden mede begrepen in eigendom of beheer van de gemeente zijnde oppervlaktewateren of individuele systemen van afvalwaterbehandeling (IBA’s);

d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De rioolheffing wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

1. Van een perceel dat in hoofdzaak tot woning dient, wordt de rioolheffing geheven van een vast bedrag per perceel.

Voor een perceel met een stacaravan worden vaste bedragen geheven.

2. Ingeval het perceel niet in hoofdzaak tot woning dient, is de waarde in het economische verkeer de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals deze voor het in artikel 7 bedoelde kalenderjaar geldt.

3. Ingeval het perceel niet in hoofdzaak tot woning dient en voor het perceel geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van dat perceel bepaald op een vast bedrag per perceel, overeenkomstig een perceel dat in hoofdzaak tot woning dient.

Artikel 6 Belastingtarieven

1. Het tarief van de rioolheffing bedraagt voor:

a. percelen die in hoofdzaak tot woning dienen     € 160,00;

b. een perceel met een stacaravan, per afzonderlijke stacaravan  €   80,00.

2. Het tarief van de rioolheffing bedraagt voor percelen die niet in

hoofdzaak tot woningen dienen 0,0572 % van de WOZ-waarde, met dien verstande dat

per perceel niet minder dan € 80,00 en niet meer van € 1.000,00 wordt geheven.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De rioolheffing is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zeven gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rioolheffing van percelen die in hoofdzaak tot woning dienen kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 100% van de aanslag waarbij 100% van de normbedragen voor bestaanskosten wordt gehanteerd.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening rioolheffing 2010’ vastgesteld op 14 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2011’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik van

3 maart 2011.

de griffier,       de voorzitter,