Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning 2012 Oegstgeest |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning 2012 Oegstgeest |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 28-12-2011 Onbekend. | Onbekend. |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In dit Besluit wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, beschikken over goederen voor primaire levens-behoeften, beschikken over schone, draagbare en doel-matige kleding en het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Artikel 2 Toekenning persoonsgebonden budget
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting vindt plaats op verzoek van de aanvrager, nadat deze uitdrukkelijk is geïnformeerd over de voor- en nadelen hiervan.
Artikel 3 Omvang van het persoonsgebonden budget
De omvang van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt:
Hoofdstuk 3 Te bereiken resultaat: een geschikte woning
Artikel 7 Omvang van het persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget kan indien nodig worden aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten. Onder instandhoudingkosten worden verstaan: de kosten die noodzakelijk zijn om de verstrekte voorziening in stand te houden, in het bijzonder de kosten van onderhoud en reparatie en, voor zover noodzakelijk, de verzekeringskosten. Deze instandhoudingkosten worden jaarlijks vooraf betaald. De kosten bedragen 7% van het verstrekte persoonsgebonden budget met een maximum van € 250,- per jaar.
Artikel 9 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget/de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming dan wel het persoonsgebonden budget wordt na verzending van de beschikking beschikbaar gesteld door storting op rekening van de aanvrager dan wel de eigenaar van de woonruimte. Uitzondering hierop vormt de financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting. Deze wordt op declaratiebasis uitbetaald.
Artikel 10 Verantwoording van het persoonsgebonden budget/financiële tegemoetkoming
Verantwoording van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming door de budgethouder aan het college vindt plaats binnen drie maanden na dagtekening van het besluit. Uitzondering hierop vormt de financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting. Deze tegemoetkoming wordt op declaratiebasis verstrekt en heeft een geldigheidsduur van maximaal twee jaar.
Hoofdstuk 4 Te bereiken resultaat: Zich verplaatsen in en om de woning
Artikel 12 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het derde lid, ten hoogste:
Indien de aanvrager het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een rolstoel, ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A + B), gedeeld door het aantal gebruiksduurjaren als bedoeld in het vierde lid. Bij overlijden of verhuizen van de aanvrager of het niet meer adequaat zijn van de rolstoel wordt het persoonsgebonden budget stopgezet.
Indien vast staat dat de aanvrager de rolstoel niet meer gebruikt, is hij gehouden deze aan de gemeente in eigendom over te dragen dan wel de restwaarde ervan te vergoeden. Bij overlijden van de aanvrager binnen de gebruiksduur van de voorziening rust deze verplichting op de erfgenamen van de aanvrager.
Artikel 13 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget/de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming dan wel het persoonsgebonden budget wordt na verzending van de beschikking beschikbaar gesteld door storting op rekening van de aanvrager.
Hoofdstuk 5 Te bereiken resultaat: zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Voor de toepassing van artikel 15 lid 3 van de Verordening wordt onder inkomen verstaan het bruto inkomen van de aanvrager van 18 jaar of ouder en, indien van toepassing, dat van diens echtgeno(o)t(e) dan wel het (gezamenlijk) bruto inkomen van de ouder(s) of pleegouder(s) van de aanvrager jonger 18 jaar na aftrek van:
Artikel 17 Omvang van de voorziening
Artikel 18 Wijzigen omvang bij echtparen
Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in kosten van vervoer dan wel voor het CVV en ten minste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25%, 50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Artikel 19 Wijzigen omvang bij meerdere vervoersvoorzieningen
Indien belanghebbende gebruik kan maken van een andere, verstrekte, voorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal kilometers met 25%, 50% dan wel 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Artikel 20 Omvang van het persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget kan indien nodig worden aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten. Onder instandhoudingkosten worden verstaan: de kosten die noodzakelijk zijn om de verstrekte voorziening in stand te houden, in het bijzonder de kosten van onderhoud en reparatie en, voor zover noodzakelijk, de verzekeringskosten. Deze instandhoudingkosten worden jaarlijks vooraf betaald, voor het eerst in het jaar volgende op het jaar van aanschaf. De kosten bedragen 7% van het verstrekte persoonsgebonden budget met een maximum van € 250,- per jaar.
Artikel 21 Omvang van het persoonsgebonden budget voor scootmobielen koop en huur
Het persoonsgebonden budget voor een scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het derde lid, ten hoogste:
Indien de aanvrager het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een scootmobiel, ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A + B), gedeeld door het aantal gebruiksduurjaren als bedoeld in het vierde lid. Bij overlijden of verhuizen van de aanvrager of het niet meer adequaat zijn van de scootmobiel wordt het persoonsgebonden budget stopgezet.
Indien vast staat dat de aanvrager de scootmobiel niet meer gebruikt, is hij gehouden deze aan de gemeente in eigendom over te dragen dan wel de restwaarde ervan te vergoeden. Bij overlijden van de aanvrager binnen de gebruiksduur van de scootmobiel rust deze verplichting op de erfgenamen van de aanvrager.
Artikel 23 Verantwoording van het persoonsgebonden budget/de financiële tegemoetkoming
De budgethouder dient ter verantwoording een origineel aankoop- en betalingsbewijs alsmede het door hem afgesloten onderhouds- en servicecontract te overleggen dan wel in geval van een financiële tegemoetkoming voor individueel taxivervoer als bedoeld in artikel 17 lid 3 onder a, c en d een overzicht van de verreden ritten en daarbij behorende kosten.
Hoofdstuk 6 Te bereiken resultaat: hebben van contacten en deelname recreatieve, maatschappelijke en religieuze activiteiten
Artikel 26 Uitbetaling van de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming wordt na verzending van de beschikking beschikbaar gesteld door storting op rekening van de aanvrager.
Hoofdstuk 7 verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdrage en eigen aandeel.