Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregels met betrekking tot het Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies. |
Citeertitel | Beleidsregels met betrekking tot Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financieel kader, subsidies |
Geen
Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, Algemene wet bestuursrecht
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 02-11-2015 | nieuwe regeling | 28-06-2011 Provinciaal Blad, 2011, 62 | onbekend |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
publicatieverplichting: de verplichting om bij een of meer publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, door middel van het actuele logo van de provincie plus de vermelding “mede gesubsidieerd door de Provincie Limburg” aan te geven dat het project (mede) gerealiseerd wordt met financiële steun van de Provincie Limburg.
Artikel 2 Reikwijdte/toepassingsbereik
Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies waarop de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg (ASV 2012) van toepassing is, dan wel van toepassing wordt verklaard.
Op grond van artikel 4:35 Awb en artikel 15 van de ASV 2012 kan de subsidie preventief geweigerd worden. In aanvulling op beide artikelen kan de subsidie preventief geweigerd worden indien de subsidieontvanger bij de Provincie Limburg wegens misbruik geregistreerd staat.
Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie
Indien de subsidieontvanger zich niet aan de voorwaarden/verplichtingen houdt die gesteld worden aan de subsidie, kan de subsidie worden verlaagd of ingetrokken of lager of op nihil worden vastgesteld en het subsidiebedrag of een gedeelte hiervan worden teruggevorderd, in de volgende gevallen:
Indien een subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit gedeeltelijk niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) gedeeltelijk niet gerealiseerd wordt/worden, wordt de subsidie verlaagd met het kortingspercentage of kortingsbedragen zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking, dan wel, indien er geen kortingspercentages of kortingsbedragen in de beschikking opgenomen zijn, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken of lager of op nihil vastgesteld, afhankelijk van de aard en de oorzaak van de afwijking (maatwerk).
Indien een subsidieontvanger niet voldoet aan de administratieverplichting, zoals opgenomen in artikel 17, vijfde lid, van de ASV 2012 en eventueel in de beschikking tot subsidieverlening, wordt de subsidie lager vastgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 50% van het vast te stellen subsidiebedrag.
Indien de subsidieontvanger die een subsidie van € 25.000,00 of meer heeft ontvangen met een looptijd langer dan 12 maanden niet voldoet aan de verplichting om (tijdig) een tussentijdse rapportage toe te zenden, zoals opgenomen in artikel 17, derde lid, van de ASV 2012 en zoals vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening, wordt de subsidie lager vastgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 5% van het vast te stellen subsidiebedrag.
Indien een subsidieontvanger niet voldoet aan de publicatieverplichtingen zoals opgenomen in artikel 17, tweede lid, van de ASV 2012 en eventueel in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking, wordt de subsidie (alsnog) lager vastgesteld. Indien niet is gepubliceerd volgens de voorgeschreven procedures, bedraagt het kortingspercentage 5% van het vast te stellen dan wel vastgestelde subsidiebedrag. Indien niet is gepubliceerd volgens de voorgeschreven procedures, maar wel melding is gemaakt van de provinciale financiële steun, bedraagt de verlaging 3% van het vast te stellen dan wel vastgestelde subsidiebedrag.
Indien de subsidieontvanger een subsidie kleiner dan € 125.000,00 ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking overschrijdt en niet conform artikel 2 van de Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten schriftelijk aan Gedeputeerde Staten om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, wordt de subsidie (alsnog) lager vastgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 15% van het vast te stellen subsidiebedrag.
Indien de subsidieontvanger een subsidie van € 125.000,00 of meer ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking overschrijdt en niet conform artikel 2 van de Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten schriftelijk aan Gedeputeerde Staten tijdig om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, zijn de kosten die gemaakt zijn na het einde van de projectperiode niet subsidiabel.
Indien een subsidieontvanger de overige verplichtingen, vastgelegd in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking, (gedeeltelijk) niet nakomt, wordt de subsidie verlaagd met het kortingspercentage dan wel kortingsbedrag zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking of wordt de subsidie, afhankelijk van de aard en oorzaak van de afwijking, verlaagd of ingetrokken of lager of op nihil vastgesteld (maatwerk).
Indien de subsidieontvanger die een subsidie kleiner dan € 25.000,00 heeft ontvangen, niet voldoet aan de meldingsplicht zoals omschreven in artikel 18, lid 1, onderdeel a, van de ASV 2012 en eventueel in de subsidievaststellingsbeschikking, wordt de subsidievaststelling ingetrokken en het uitbetaalde subsidiebedrag teruggevorderd.
Indien de subsidieontvanger die een subsidie van € 25.000,00 of meer heeft ontvangen, niet voldoet aan de meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 18, lid 1, onderdeel a, van de ASV 2012 en eventueel in de subsidieverlenings- dan wel vaststellingsbeschikking, wordt de subsidie ingetrokken dan wel op nihil vastgesteld.
Voor registratie gelden de Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies.
Gedeputeerde Staten voornoemd, L.J.P.M. Frissen, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 30 juni 2011 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon
Per 1 januari 2012 treedt een nieuwe Algemene subsidieverordening 2012 Provincie Limburg in werking. Hiermee wordt met ingang van 2012 een nieuw subsidiestelsel geïntroduceerd, dat is gebaseerd op het Rijksbreed subsidiekader.
In 2009 is in het kader van deregulering en vermindering van Administratieve Lasten het Kader financieel beheer rijkssubsidies vastgesteld. Het is een rijksbreed bindend kader dat de uitvoering en verantwoording van rijkssubsidies vereenvoudigt en uniformeert. Dit Rijksbreed subsidiekader beoogt vermindering van de regeldruk en administratieve lasten en uitvoerings- en controlelasten bij subsidies. Per 1 januari 2010 zijn de rijksdepartementen verplicht hun subsidies te verstrekken conform de door de Tweede Kamer in december 2009 vastgestelde Aanwijzingen voor subsidieverstrekking1 .
Ook de Provincie Limburg heeft deregulering en klantgerichtheid hoog in het vaandel staan en beoogt verdere reductie van Administratieve Lasten te bevorderen. Provinciale Staten hebben daarom besloten om het gedachtegoed van het Rijksbreed Subsidiekader inclusief de drie standaard arrangementen voor verantwoording en controle in een nieuw subsidiekader in de vorm van een nieuwe provinciale Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg (ASV 2012) te verankeren. Deze ASV 2012 vormt een bindend provinciebreed kader voor het verstrekken van subsidies en treedt per 1 januari 2012 in werking.
Het nieuwe subsidiesysteem is een outputgericht stelsel en gaat uit van proportionaliteit, sturen op hoofdlijnen en prestaties, (verdere) vereenvoudiging en uniformering en vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico’s uit het oog te verliezen. De subsidieontvanger krijgt in het nieuwe stelsel meer vertrouwen van de Provincie doordat niet altijd standaard (financiële) verantwoording hoeft te worden afgelegd. Dit betekent dat wordt gewerkt vanuit het vertrouwen in de subsidieontvanger. Hieraan wordt dan vorm gegeven door niet meer alle subsidieontvangers altijd te belasten met (financiële) verantwoordingen, rapportages en controles. De aandacht verschuift naar risicogroepen en naar de uitzondering. Door op deze wijze invulling te geven aan het principe van vertrouwen worden goedwillende burgers, bedrijven en instellingen minimaal belast en hoeven de goeden niet onder de kwaden te lijden.
Doordat meer wordt uitgegaan van vertrouwen is het van belang dat er voldoende checks en balances in het systeem worden ingebouwd om te borgen dat deze aanpak niet leidt tot (verruiming van) het misbruik. Bij de subsidieverlening en subsidievaststelling moet slimmer worden omgegaan met de beheersing van de risico’s om zo misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies te bestrijden. Met de invoering van het nieuwe subsidiekader wordt ook een provinciebreed beleid geïntroduceerd c.q. aangescherpt om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies te bestrijden.
Tegenover meer vertrouwen staat méér eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger, wat een belangrijke factor is in het nieuwe stelsel. Er komt meer verantwoordelijkheid bij de subsidieontvanger te liggen, bijvoorbeeld door een actieve meldingsplicht als een activiteit (deels) niet wordt uitgevoerd of aan opgelegde verplichtingen (deels) niet wordt voldaan. Daarbij krijgt de subsidieontvanger de plicht om omstandigheden te melden die van invloed zijn op de hoogte van het subsidiebedrag. Na zo’n melding kunnen Gedeputeerde Staten opgelegde verplichtingen eventueel aanpassen dan wel het subsidiebedrag lager of op nihil vaststellen of verlagen of intrekken en tot terugvordering overgaan. Verder verschuift de aandacht naar een streng regime van het aanpakken van onregelmatigheden, waaronder misbruik.
1 Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 december 2009, nr 3086451, houdende vaststelling van Aanwijzingen voor subsidieverstrekking, Staatscourant 2009 nr. 20306
Méér vertrouwen gaat ook hand in hand met een strikte handhaving en consequent toepassen van beschikbare handhavingsmogelijkheden. Bij constatering van onregelmatigheden, waaronder misbruik, zal dan ook consequent worden opgetreden en ‘bestraft’ op basis van de beschikbare sanctiemogelijkheden. Daartoe zijn deze beleidsregels met betrekking tot het Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies opgesteld.
Artikel 3 Doelstelling Het toepassen van een sanctiebeleid is onderdeel van het consequent toepassen van handhavingsmogelijkheden. Men vergroot daardoor de handhaafbaarheid. Echter deze beleidsregel heeft ook een belangrijke preventieve functie, namelijk het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de beschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen. Door het (gedeeltelijk) terugvorderen of lager vaststellen van subsidiebedragen verkleint men de schade die ontstaan is door het misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidiegelden. Hiermee wordt verkleining van de financiële schade die door de Provincie wordt geleden bedoeld, wanneer de subsidiemiddelen niet overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie is verstrekt worden besteed en eraan gekoppelde verplichtingen niet worden nageleefd. Dan wordt het gegeven vertrouwen beschaamd en zal consequent worden gehandhaafd en gesanctioneerd.
Artikel 4 Sancties In titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn artikelen weergegeven waarmee een subsidieverstrekker een subsidie preventief kan weigeren of een subsidie (gedeeltelijk) kan terugvorderen dan wel lager kan vaststellen. Deze artikelen zijn leidend bij de uitvoering van sancties bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de opgelegde verplichtingen aan de subsidieontvanger. Echter op deze artikelen is een aanvulling nodig, deze beleidsregels geven deze aanvulling weer.
Artikel 5 Preventief weigeren Art 4:35 Awb geeft een aantal preventieve weigeringsgronden weer. Artikel 15 van de ASV 2012 geeft een aanvulling op dit artikel uit de Awb. Daarnaast kan een subsidie ook geweigerd worden indien de subsidieontvanger wegens misbruik bij de Provincie Limburg geregistreerd staat.
Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie Lid 1 onderdeel c Diegene, die een project- of exploitatiesubsidie als bedoeld in artikel 1 van de ASV 2012 ontvangt voor een bedrag van € 25.000,00 of meer, neemt de bepalingen van de 'Regels aanbesteding Provincie Limburg bij subsidiëring’ in acht bij de verlening van opdrachten voor leveringen, diensten of werken in het kader van de uitvoering van activiteiten die (mede) met die subsidie worden gefinancierd. Lid 1 onderdeel d De voorschriften inzake het bijhouden en bewaren van een administratie hebben tot doel dat kan worden geverifieerd of de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, welke kosten daarmee zijn gemoeid en of de investeringen duurzaam waren. Indien niet aan de administratieve voorschriften wordt voldaan, wordt de subsidie lager vastgesteld. Lid 1 onderdeel e Indien het subsidiebedrag € 25.000,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van de activiteiten meer dan 12 maanden duurt, kan één keer per 12 maanden een tussentijdse voortgangsrapportage worden gevraagd. In de verleningsbeschikking wordt deze verplichting en het tijdstip van aanleveren van de voortgangsrapportage vermeld. Lid 1 onderdeel f Indien er sprake is van een of meer publicaties die door de subsidieontvanger worden gedaan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, dient door middel van het actuele logo van de provincie plus de vermelding “mede gesubsidieerd door de provincie Limburg” te worden aangegeven dat het project gerealiseerd wordt met financiële steun van de provincie Limburg. Lid 1 onderdeel i Overige verplichtingen die niet in deze beleidsregel genoemd zijn, maar wel zijn opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking dienen nagekomen dan wel uitgevoerd te worden. Lid 2 Indien geconstateerd is dat de subsidieontvanger meerdere verplichtingen niet is nagekomen, wordt per geconstateerde niet-naleving een verlaging vastgesteld en worden deze verlagingen bij elkaar opgeteld. Het totaal aan opgetelde kortingspercentages bedraagt maximaal 100% van de subsidie.
Artikel 7 Het niet voldoen aan de meldingsplicht levert een extra kortingspercentage op. Dit houdt in dat indien de subsidieontvanger wel meldt dat hij niet aan een bepaalde verplichting voldaan heeft of zal voldoen, men minder gekort wordt dan bij niet melden. Zie voorbeeld:
Niet gemeld 5% Wel gemeld 0% Niet nakomen van aanbestedingsverplichting 20% Niet nakomen van aanbestedingsverplichting 20% Niet nakomen van publicatieverplichting 5% Niet nakomen van publicatieverplichting 5% Totaal gekort: 30% Totaal gekort: 25