Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Nadere Subsidieregels Cultuur 2014-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingNadere Subsidieregels Cultuur 2014-2016
CiteertitelNadere Subsidieregels Cultuur 2014-2016
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpcultuur, subsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201301-01-2017nieuwe regeling

26-11-2013

Provinciaal Blad, 2013, 96

onbekend
01-01-201207-01-2016nieuwe regeling

08-11-2011

Provinciaal Blad, 2011, 96

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere Subsidieregels Cultuur 2014-2016

NADERE SUBSIDIEREGELS CULTUUR 2014 - 2016

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    Artistieke waarde/inhoudelijk belang: de waarde van het (de) intrinsieke kunst- of cultuurproduct(ie) zoals dit onderkend wordt door één, bij voorkeur meerdere, algemeen erkende specialistische autoriteiten.

  • 2

    Cultureel ondernemer: iemand (m/v) die actief is in de culturele infrastructuur in Limburg en die risico’s durft te nemen. Hij is innoverend, creatief en volhardend. Hij past zich aan zijn leefomgeving aan en weet die leefomgeving te betrekken bij het ontwikkelen van nieuwe concepten. Hij focust primair op de verrijking van het culturele klimaat in plaats van het maken van winst. Artistieke vrijheid en kwaliteit zijn belangrijke waarden.

  • 3

    Eigen schepping/creatie: een door de aanvrager zelf ontwikkeld(e) intrinsiek(e) kunst- of cultuur¬ product(ie).

  • 4

    Engagementsverklaring: een verklaring van de instelling dat de instelling zich inzet voor de inhoudelijke begeleiding van het talent, tijdens de productieontwikkeling.

  • 5

    Euregionale activiteiten: grensoverschrijdende activiteiten die qua inhoud, samenwerkingsverbanden en uitstraling op Euregionale schaal plaatsvinden, tussen tenminste twee partijen, waarvan een partner over de grens.

  • 6

    Innovatie: op inhoud baanbrekend of nieuw voor de aanvrager en de betreffende specialistische sector.

  • 7

    (Inter)nationale activiteiten: activiteiten die qua inhoud, samenwerkingsverbanden en uitstraling op nationale schaal of in meer dan één land plaatsvinden.

  • 8

    Kwalitatieve impuls: een, stimulans die (aankomende) kunstenaars en artiesten in staat stelt zich te verbeteren en verder te professionaliseren.

  • 9

    Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van culturele activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, met een duidelijk geformuleerd doel en eindresultaat.

  • 10

    Voucher: een vast subsidiebedrag dat specifieke activiteiten ondersteunt.

  • 11

    . SMART:

    • -

      Specifiek: zo concreet mogelijk aangeven wie, wat, waar, wanneer, hoe.

    • -

      Meetbaar: zo veel mogelijk in maat en getal uitdrukken.

       

      Acceptabel: doelen dienen te passen binnen het Beleidskader Cultuur 2013 - 2016, Limburg cultuur onderstreept, het uitvoeringsprogramma Cultuur van het jaar waarin de subsidieaanvraag plaatsvindt en draagvlak te hebben.

    •  Realistisch: doelen dienen binnen de gestelde tijd, financiële en personele randvoorwaarden te kunnen worden gerealiseerd.

    • -

      Tijdgebonden: vooraf vastleggen welke doelen op welk moment gehaald moeten zijn.

  • 12

    Social Return on Investment: het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en wensen in onder meer subsidieverleningstrajecten zodat de subsidieontvanger een bijdrage levert aan het provinciaal beleid ten aanzien van:  bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie.  bevorderen van maatschappelijke participatie en cultuurparticipatie. De concrete invulling hiervan gebeurt in dit verband aan de hand van een expliciete koppeling van kansarme, kwetsbare en niet actieve burgers aan activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.

  • 13

    Talent: personen van max 35 jaar die studeren aan of afgestudeerd zijn aan de erkende (inter)nationale kunstvakopleidingen met ambitie om door te groeien in hun professionele ontwikkeling.

  • 14

    Talentontwikkeling: het duurzaam creëren van kansen waardoor talent optimale mogelijkheden krijgt voor professionele doorgroei en ontwikkeling.

  • 15

    Scharnierfunctie tussen basis en top: culturele instellingen dragen op eigen en verschillende niveaus bij aan de ontwikkeling van cultureel talent in Limburg.

Artikel 2 Doel van de regeling

De regeling biedt financiële ondersteuning aan activiteiten die bijdragen aan de drie programmalijnen, zoals omschreven in het Beleidskader Cultuur 2013 - 2016:

  • 1.

    Cultuur voor iedereen:

  • a.

    Talentontwikkeling en internationalisering Limburgs cultuuraanbod (bijlage 1).

  • b.

    Instandhouding van de culturele subinfrastructuur (bijlage 2).

  • c.

    Vouchers talentontwikkeling (bijlage 3).

  • d.

    Projecten door het Huis voor de Kunsten Limburg (bijlage 4).

     

     

  • 2.

    Natuurlijk Cultuur:

  • a.

    Vouchers immaterieel erfgoed (bijlage 5)

     

     

  • 3.

    Cultuur verdient het:

  • a.

    Vouchers cultureel ondernemerschap (bijlage 6) .

Artikel 3 Doelgroepen

  • 1

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (instellingen) die een bijdrage leveren aan een van de speerpunten talentontwikkeling en internationalisering Limburgs cultuuraanbod, zoals genoemd in bijlage 1 van deze subsidieregeling, kunnen in aanmerking komen voor een projectsubsidie.

  • 2

    Rechtspersonen (instellingen) die door Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten zijn aangemerkt als subinfrastructuur 2015 – 2016 kunnen in aanmerking komen voor een projectsubsidie (bijlage 2).

  • 3

    Natuurlijke personen van max 35 jaar, die studeren aan of afgestudeerd zijn aan de erkende (inter)nationale kunstvakopleidingen die ambitie hebben om door te groeien in hun professionele ontwikkeling (talenten), mogelijk in samenwerking met rechtspersonen (instellingen), kunnen in aanmerking komen voor een voucher talentontwikkeling (bijlage 3).

  • 4

    Het Huis voor de Kunsten Limburg kan in aanmerking komen voor projectsubsidies (bijlage 4).

  • 5

    Gemeenten en rechtspersonen (instellingen) die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de activiteit(en) immaterieel erfgoed zoals genoemd in bijlage 5, kunnen in aanmerking komen voor een voucher immaterieel erfgoed (bijlage 5).

  • 6

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (instellingen) die hun culturele ondernemerschap willen versterken, zoals omschreven in bijlage 6, kunnen in aanmerking komen voor een voucher cultureel ondernemerschap.

HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN / CRITERIA

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • 1.

    Een aanvrager moet een duidelijke relatie met Limburg hebben op basis van domicilie, afkomst of werkterrein.

  • 2.

    Binnen deze regeling is per kalenderjaar per project/activiteit eenmaal subsidie mogelijk.

  • 3.

    Het project moet in de periode van 1 december 2013 t/m 31 december 2016 starten.

  • 4.

    De begroting moet reëel en sluitend te zijn en er moet een transparant dekkingsplan voorgelegd worden.

  • 5.

    Uit de subsidieaanvraag moet blijken dat projecten dan wel activiteiten, doelstellingen en resultaten ‘smart’ zijn geformuleerd.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg wordt de aanvraag afgewezen indien:

  • 1.

    de Provincie Limburg hetzelfde project of dezelfde activiteit al op een andere wijze subsidieert;

  • 2.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming of instelling, met uitzondering van de aanvragen voor de instandhouding van de culturele subinfrastructuur;

  • 3.

    er sprake is van een bovenmatig beslag op het beschikbare budget ten opzichte van de te realiseren resultaten;

  • 4.

    er niet wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 4 of de criteria in de bijlagen;

  • 5.

    aanvragen buiten de periode en specifieke termijnen, zoals vermeld in artikel 9, zijn ontvangen;

  • 6.

    aanvragen niet volledig binnen de genoemde periode, zoals vermeld in artikel 9, lid 3 zijn ontvangen;

  • 7.

    aanvragen om een projectsubsidie talentontwikkeling en internationalisering Limburgs cultuuraanbod (bijlage 1) gedurende de looptijd van het Beleidskader Cultuur 2013-2016 drie achtereenvolgende jaren zijn toegekend en voor een vierde jaar op rij worden aangevraagd voor hetzelfde project respectievelijk dezelfde activiteit;

  • 8.

    aanvragen om een voucher talentontwikkeling (bijlage 3) en om een voucher cultureel ondernemerschap (bijlage 6) gedurende de looptijd van het Beleidskader Cultuur 2013-2016 twee achtereenvolgende jaren zijn toegekend en voor een derde jaar op rij worden aangevraagd door dezelfde aanvrager.

HOOFDSTUK 3 FINANCIELE ASPECTEN

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1

    Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks de subsidieplafonds voor deze Nadere subsidieregels Cultuur 2014 – 2016 vast.

  • 2

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 7 Subsidiebedrag

  • 1

    De hoogte van de projectsubsidies wordt bepaald op basis van een begroting volgens een vastgestelde format, zoals bepaald in artikel 10 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg.

  • 2

    De hoogte van de vouchers is een vastgesteld bedrag, zoals opgenomen in de bijlagen 3, 5 en 6.

  • 3

    Projectsubsidies lager dan € 5.000,00 worden niet verstrekt.

  • 4

    Bij de bepaling van het subsidiebedrag houden Gedeputeerde Staten rekening met de mate:

    • -

      waarin het project een bijdrage levert aan de invulling van het provinciaal beleid;

    • -

      van eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de aanvrager; en

    • -

      waarin medefinanciering door derden plaatsvindt.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 8 Indienen aanvraag

  • 1

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2

    De aanvraag moet een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier bevatten en zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier en moet worden verzonden naar Gedeputeerde Staten, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht.

Artikel 9 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1

    De subsidieaanvraag voor projectsubsidies kan worden ingediend vanaf 1 december 2013 tot en met 30 september 2016. De aanvraag moet ten minste 12 weken voor de aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten worden ingediend.

  • 2

    Voor de vouchers en subsidieaanvragen voor projectsubsidies voor projecten die in december 2013, januari, februari of maart 2014 starten geldt de 12 weken termijn niet, maar de aanvraag moet wél vóór aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten, zijn ingediend.

  • 3

    Subsidieaanvragen voor de subinfrastructuur 2015-2016 moeten in de periode van 1 november 2014 tot en met 31 december 2014 worden ingediend.

Artikel 10 Behandeling aanvragen

  • 1

    Subsidieaanvragen voor de subinfrastructuur 2015-2016 worden behandeld op basis van een tendersystematiek en zullen worden beoordeeld zoals omschreven in bijlage 2.

  • 2

    Subsidieaanvragen voor de subinfrastructuur moeten binnen de genoemde periode volledig zijn ontvangen.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Provinciale Adviescommissie Cultuur

Aanvragen om subsidie kunnen voor advies worden voorgelegd aan een door Gedeputeerde Staten ingestelde onafhankelijke Provinciale Adviescommissie Cultuur, bestaande uit onafhankelijke experts op het gebied van verschillende kunst- en cultuurdisciplines.

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 2

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Overgangsrecht

Voor subsidieaanvragen die zijn ingediend en subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Cultuur 2014 - 2016 blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde Nadere subsidieregels Cultuur 2013 -2016 van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 1 december 2013.

  • 2.

    Deze nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die voor die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die voor die datum zijn genomen.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Cultuur 2014 - 2016”.

Voor de bijlagen kunt u klikken op onderstaande link

 BIJLAGEN

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 5 december 2013

De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon

 

ALGEMENE TOELICHTING

Social Return On Investment Social Return on Investment betekent letterlijk maatschappelijk rendement, m.a.w. winst voor de mensen én voor de samenleving. Door het benutten van alle talenten en veel aandacht te besteden aan enerzijds arbeidsparticipatie en anderzijds maatschappelijke participatie en cultuurparticipatie voor vooral kwetsbare mensen in achterstandssituaties. Denk aan uitkeringsgerechtigden, gepardonneerden, nieuwkomers, mensen met een handicap of beperking, leerlingen of jongeren met onvoldoende kwalificaties of mensen die anderszins op grote afstand staan tot de reguliere arbeidsmarkt. Door een deel van de subsidies te oormerken voor werkgelegenheidsprojecten of projecten gericht op maatschappelijke participatie, wordt Social Return On Investment door de Provincie Limburg gestimuleerd. Bij iedere subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger gerichte informatie over SROI- toepassingsmogelijkheden verstrekt. Of hieraan en zo ja, op welke wijze concrete invulling aan SROI wordt gegeven, wordt door de subsidie ontvanger zélf bepaald. De door Gedeputeerde Staten verstrekte informatie is in dit verband vrijblijvend bedoeld. Verdere informatie is vindbaar op www.limburg.nl en www.werkenaanvakmanschap.nl.