Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor uitwegen Helmond 2011 |
Citeertitel | Beleidsregel voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor uitwegen Helmond 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | wonen |
Geen.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2011 | 18-06-2013 | nieuwe regeling | 06-12-2011 Gemeenteblad, 2011, 101 | Collegebesluit, 2011, 1109314 |
In 2002 zijn de Beleidsregels voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor uitritten in Helmond (Beleidsregel) in werking getreden. Vergunningsaanvragen voor uitritten (uitwegen) worden tot nu toe aan deze Beleidsregel getoetst.
Op 1 januari 2008 is de Algemene plaatselijke verordening Helmond 2008 (APV) in werking getreden en is het voorschrift met betrekking tot uitwegen (voorheen ‘uitritten’) gewijzigd. Daarnaast is op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. In deze wet is vastgelegd dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen.
Door deze beide wijzigingen van de regelgeving is het nodig dat de oorspronkelijke Beleidsregel uit 2002 wordt aangepast aan de huidige regelgeving.
In de voorliggende ‘Beleidsregel voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor uitwegen in Helmond 2011’ zijn deze aanpassingen opgenomen. Het woord ‘uitrit’ is vervangen door het woord ‘uitweg’ omdat dit woord nu in de regelgeving gebruikt wordt. Inhoudelijk is de Beleidsregel niet gewijzigd.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
1.Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of
1. e een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen;
1. geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die
1. activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Nederland kende in 1999 6.276.000 auto's In 1986 waren dat er nog 4.642.000. Iedereen kent de problematiek die deze miljoenen auto's met zich mee brengen: milieuverontreiniging, files, verkeersongevallen. Maar ook op andere wijze leveren auto's problemen op, ze moeten namelijk ook ergens geparkeerd worden.
Deze uitgave van de gemeente Helmond beschrijft de manier waarop de gemeente omgaat met een specifiek onderdeel van parkeren, de uitweg. Met andere woorden, het traject waarop particulier eigendom (een perceel) vanaf de openbare weg bereikt of ontsloten kan worden. Als bewoners en bedrijven in Helmond een uitweg bij hun huis of bedrijf willen, moeten ze hiervoor een vergunning aanvragen. De voorwaarden die de gemeente stelt, zijn onderwerp van deze beleidsregels.
De beleidsregels geven (potentiële) aanvragers van een uitwegvergunning en de medewerkers die de vergunning behandelen inzicht in wanneer wel of niet een vergunning verleend mag worden.
In paragraaf 1 'Ambitie' staan de overwegingen van de gemeente die een rol spelen bij uitwegvergunningen, zoals het behoud van bomen of verkeersveiligheid. In paragraaf 2 en 3, respectievelijk 'Voorwaarden bij woonhuizen' en 'Voorwaarden bij bedrijven', worden de verschillende voorwaarden benoemd waaraan uitwegen moeten voldoen. Paragraaf 4 beschrijft hoe de gemeente omgaat met uitwegen waarvoor geen vergunning verleend is.
Deze beleidsregels verwezenlijken de volgende ambitie: de gemeente wil de voorwaarden die gelden bij het verlenen van vergunningen voor uitwegen bundelen en op elkaar afstemmen. Hierdoor ontstaat zowel voor de bewoners als voor de gemeente meer duidelijkheid.
Hieronder staat beschreven hoe de gemeente Helmond te werk gaat bij aanvragen voor de uitwegvergunningen. Eerst worden hier de uitgangspunten genoemd die de gemeente gebruikt bij de vergunningverlening.
De gemeente vindt het belangrijk om bij het wel of niet toekennen van een uitwegvergunning rekening te houden met de volgende zaken:
Kwaliteit en esthetiek van de openbare ruimte
De gemeente wil een nette en functionele stad en 'wildgroei' in de vormgeving van uitwegen voorkomen. Alle uitwegen moeten op soortgelijke wijze gemaakt worden, zodat er een zekere eenheid ontstaat in het straatbeeld. Deze uitwegen hebben een breedte van maximaal 3.75 meter bij woonhuizen en maximaal 8 meter bij bedrijven. Ze zijn bij woonhuizen gemaakt van hetzelfde materiaal als het materiaal van het trottoir. Indien de situatie dat noodzaakt (bijvoorbeeld in verband met draaicirkels van voertuigen), kan afgeweken worden van de norm van maximaal 3,75 meter breedte. Dit is een beoordeling van de gemeente en zal zeer zelden het geval zijn.
Bijkomend voordeel van de standaardisering van de uitwegen is dat de uitweg de aanvrager minder kost. Overigens geldt dat deze voorwaarden alleen van toepassing zijn op het stuk uitweg dat ligt in de openbare ruimte, bijvoorbeeld het trottoir. Op het eigen terrein kunnen bewoners en bedrijven zelf het materiaal bepalen.
Alleen als het bestemmingsplan dit toestaat of voorschrijft, mag er in de voortuin geparkeerd worden. Auto's in voortuinen die daar eigenlijk geen ruimte toe bieden, doen het straatbeeld geen goed.
Omdat uitwegen ertoe leiden dat er over bijvoorbeeld het trottoir gereden wordt, en er aanpassingen gemaakt moeten worden in het trottoir, beperkt de gemeente het aantal uitwegen per perceel tot één. Deze beperking heeft dus ook te maken met de kwaliteit van de openbare ruimte. In het geval van grote voortuinen kan de gemeente een aanvraag voor een tweede uitweg in behandeling nemen. Ook kan de gemeente een vergunning verlenen voor een gecombineerde uitweg. Dat wil zeggen één uitweg voor twee woonhuizen. Op deze manier wordt de groenstructuur maar een keer onderbroken in plaats van twee keer.
Waarom stelt de gemeente deze voorwaarden bij de vergunningverlening van uitwegen?
Omdat de gemeente als lokale overheid verantwoordelijk is voor de openbare ruimte in Helmond. En daarom moet de gemeente verzoeken van bewoners om een uitweg in balans brengen met wensen van bewoners voor bijvoorbeeld bomen in de straat of een verkeersveilige straat. Hoe de gemeente dit precies doet, is beschreven op de volgende pagina's.
§ 2. Voorwaarden bij woonhuizen
Omdat de gemeente rekening moet houden met bijvoorbeeld de verkeersveiligheid, mag niet iedereen zomaar een uitweg aanleggen. Er worden eisen gesteld aan verzoeken van bewoners om een uitweg. In Artikel 2.5.3.1 (Omgevings)vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg APV is vastgelegd dat het zonder vergunning van het bevoegd gezag verboden is een uitweg te maken naar de weg. Deze vergunning kan worden aangevraagd via het ‘Omgevingsloket Online’, te bereiken via het webadres www.omgevingsloket.nl, kijk voor meer informatie op www.helmond.nl/omgevingsvergunning. Het algemene informatienummer is 14-0492. Een 'woonhuis' wordt hier gedefinieerd met de omschrijving 'een gebouw met de hoofdfunctie wonen'.
Een vergunning voor een uitweg bij woonhuizen wordt verleend, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Op het terrein of het perceel waartoe de uitweg aangelegd moet worden, bevindt zich geen andere
uitweg. Per perceel verleent de gemeente, als aan alle voorwaarden voldaan wordt, een vergunning
voor één uitweg. Alleen als de zijde van het perceel aan de openbare ruimte, waar de uitweg op
uitkomt, langer is dan 30 meter, kan de gemeente besluiten een vergunning te verlenen voor maximaal
De uitweg leidt er niet toe dat voertuigen tussen de straat en de voorkant van het woonhuis, met andere
woorden in de voortuin, geparkeerd moeten worden, omdat daardoor het uiterlijk aanzien van de
omgeving aangetast wordt. Uitzonderingen zijn situaties waarvan het bestemmingsplan parkeren in de
voortuin toestaat of voorschrijft en tuinen met een carport of garage;
Het terrein waartoe de uitweg aangelegd moet worden, dient minimaal 6 meter diep te zijn of er moet
een garage of carport aanwezig zijn. Deze minimale diepte moet er zijn, omdat het terrein groot genoeg
moet zijn om voertuigen, waarvoor de uitweg nu en in de toekomst bestemd is, te kunnen parkeren. Het
Als de aangevraagde uitweg uitkomt in een openbaar parkeervak, waardoor in het parkeervak niet meer
geparkeerd kan worden, moet het mogelijk zijn binnen een straal van 100 meter een ander parkeervak
te creëren. Bij het vervallen van meerdere parkeervakken, dient een even groot aantal vakken in
dezelfde straal gecreëerd te kunnen worden. Alle meerkosten voor het creëren van één of meerdere
nieuwe parkeervakken dienen te worden betaald door de aanvrager;
Korte toelichting op de voorwaarden
De voorwaarden 4 tot en met 7 hebben te maken met de verkeersveiligheid. Uitwegen vlak bij kruispunten, in bochten of drukke wegen verhogen de kans op ongevallen. Voorwaarde 6 leidt er ook toe dat het in- en uitrijden van uitwegen de doorstroming van het verkeer op drukke wegen niet belemmert. Wat precies stroomwegen en ontsluitingswegen zijn en waar die wegen in Helmond aanwezig zijn, staat beschreven in de bijlagen.
Voorwaarde 8 voorkomt dat er openbare parkeerplaatsen verloren gaan door de aanleg van een uitweg. Zoals in de inleiding al genoemd, stijgt het aantal auto's in Nederland. Dit betekent dat vooral in oudere wijken, maar ook in de nieuwere stadsdelen, het aantal parkeerplaatsen vaak onvoldoende is, omdat toen deze wijken gebouwd werden het aantal auto's aanzienlijk lager was. Natuurlijk leidt een uitweg ertoe dat bewoners hun auto op eigen terrein parkeren, echter, het eigen terrein is niet openbaar. Er vindt op particulier terrein geen uitwisseling plaats. Vandaar dat de gemeente geen parkeerplaats verloren mag laten gaan als gevolg van het aanleggen van een uitweg.
Voorwaarde 10 past bij het voornemen van de gemeente om openbaar groen zoveel mogelijk te behouden.
Voor bomen geldt overigens een andere procedure. Als een boom voor de aanleg van een uitweg moet wijken, zal onderzocht moeten worden of de betreffende boom op de bomenlijst voorkomt en voor de kap van de boom een ontheffing van het kapverbod gevraagd moet worden (artikel 4.3.1 – 4.3.8 APV 2008). Een kapontheffing kan in dezelfde aanvraag voor een omgevingsvergunning worden gedaan als de aanvraag voor de uitweg.
Als voor de aanleg van een uitweg een of meerdere bomen moeten wijken dan zal voor de kap van de boom c.q. bomen mogelijk een omgevingsvergunning gevraagd moeten worden. De omgevingsvergunning voor het kappen van de boom/bomen kan in dezelfde aanvraag omgevingsvergunning worden gedaan als die voor de uitweg. Een aanvraag omgevingsvergunning voor het kappen van een of meerdere bomen wordt getoetst aan de regeling voor het bewaren van houtopstanden. Deze staat in artikel 4.3.1 – 4.3.8 APV 2008 en de Beleidsregel bescherming bomen in Helmond 2010.
Voorwaarde 11 beschrijft de gecombineerde uitweg. Het doel van het combineren van twee uitwegen is om zoveel mogelijk openbaar groen te sparen. Groene bermen langs wegen zorgen voor kwaliteit in de openbare ruimte. Als op veel plaatsen de groen bermen onderbroken worden, wordt het groen erg versnipperd. Dit is niet mooi en duurder in onderhoud.
Als er binnen het traject van de uitweg een lantaarnpaal of een put in het trottoir aanwezig is, wordt deze, indien mogelijk, verplaatst. De kosten hiervoor zijn verrekend in de standaardbedragen die de gemeente berekent.
§ 3. Voorwaarden bij bedrijven
Ook bedrijven moeten een uitwegvergunning aanvragen via het ‘Omgevingsloket Online’, te bereiken via het webadres www.omgevingsloket.nl, kijk voor meer informatie op www.helmond.nl/omgevingsvergunning. Het algemene informatienummer is 14-0492.
De gemeente heeft bij de vergunningverstrekking voor uitwegen bij bedrijven dezelfde ambitie als bij uitwegen bij woonhuizen. En houdt dus rekening met de kwaliteit en esthetiek van de openbare ruimte, de verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming, bomen, groenvoorziening en openbare parkeerplekken. Ook bedrijven moeten altijd zorgen dat de gemeente toegang heeft tot leidingen en kabels onder de uitweg.
Helemaal vergelijkbaar zijn bedrijfsuitwegen en uitwegen bij woonhuizen niet. Vandaar dat de gemeente de volgende eisen stelt aan bedrijfsuitwegen.
Een vergunning voor een uitweg bij een bedrijf wordt verleend, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Op het terrein of het perceel waartoe de uitweg aangelegd moet worden, bevindt zich geen andere
uitweg. De aanvrager dient, bij een aanvraag voor een tweede, derde of daaropvolgende uitweg, aan te
tonen dat de aangevraagde uitweg noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. De gemeente beoordeelt
deze noodzaak en weegt het af tegen bijvoorbeeld de verkeersveiligheid;
De uitweg bevindt zich niet direct aan een stroomweg en niet direct aan een ontsluitingsweg, type A
(een toelichting op deze termen staat elders in de bijlagen). Voor ontsluitingswegen, type A, kan een
uitzondering worden gemaakt als vanuit de wegenstructuur geen andere ontsluiting bereikt kan worden;
Als de aangevraagde uitweg uitkomt in een openbaar parkeervak, waardoor in het parkeervak niet meer
geparkeerd kan worden, moet het mogelijk zijn binnen een straal van 100 meter een ander parkeervak
te creëren. Bij het vervallen van meerdere parkeervakken, dient een even groot aantal vakken
gecreëerd te kunnen worden. Alle meerkosten voor het creëren van een of meerdere nieuwe
Voor bomen geldt overigens een andere procedure. Als een boom voor de aanleg van een uitweg moet wijken, zal onderzocht moeten worden of de betreffende boom op de bomenlijst voorkomt en voor de kap van de boom een ontheffing van het kapverbod gevraagd moet worden (artikel 4.3.1 – 4.3.8 APV 2008). Een kapontheffing kan in dezelfde aanvraag voor een omgevingsvergunning worden gedaan als de aanvraag voor de uitweg.
De uitwegen bij bedrijven worden gemaakt van Betonstraatstenen Keiformaat (BSS Kf), met tenminste
Als de gemeente constateert dat een uitweg wordt aangelegd zonder dat daarvoor een vergunning is verleend, dient de uitvoering onmiddellijk te worden stilgelegd. De gemeente kan dit afdwingen door middel van het toepassen van bestuursdwang. Wel zal bezien moeten worden of de situatie gelegaliseerd kan worden. In ieder geval zal niet worden toegestaan dat van gemeentegrond gebruik wordt gemaakt ten behoeve van een uitweg. Alle kosten die de gemeente moet maken om de openbare ruimte (bijvoorbeeld het trottoir of de straat) in de oude staat terug te brengen (als er geen vergunning verstrekt wordt) of een standaarduitweg aan te kunnen leggen, komen ten laste van de bewoner.
Wie nu de stad inloopt, kan meerdere uitwegen vinden waarvoor geen vergunningen verleend zijn, onder andere in gebieden die ten tijde van de aanleg van de uitweg buiten de gemeentegrenzen van Helmond vielen en een aantal uitbreidingswijken. Indien de gemeente van mening is dat een niet vergunde uitweg de verkeersveiligheid in gevaar brengt, zal de gemeente hiertegen optreden en zonodig bestuursdwang toepassen. Bij herinrichting van straten zal worden bezien of een bestaande niet vergunde uitweg gehandhaafd kan worden. Zo ja, dan kan alsnog op verzoek een vergunning verleend worden.
Bewoners die een uitwegvergunning aanvragen kunnen geen rechten ontlenen aan de aanwezigheid van bestaande uitwegen op andere locaties, bijvoorbeeld omdat hun situatie vergelijkbaar is. Vergunningsaanvragen voor uitwegen worden vanaf het moment van vaststelling getoetst aan de beleidsregels die in deze uitgave beschreven staan.