Overheidsorganisatie | Gemeente Gennep |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2012 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt 'Verordening marktgeld 2011', vastgesteld d.d. 06-12-2010.
Art. 10 bevat overgangsbepalingen.
Ingang van de heffing is 01-01-2012.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2011 | 15-12-2012 | nieuwe regeling | 22-11-2011 Gemeenteblad, nr. 2011-23 | 2011/4680 |
De raad van de gemeente Gennep;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2012
(Verordening marktgeld 2012).
Deze verordening verstaat onder:
marktverordening: de in de gemeente Gennep geldende marktverordening;
markten worden gehouden;
maand: een kalendermaand;
kwartaal: een kalenderkwartaal;
half jaar: een periode van zes maanden aanvangende op 1 januari of op 1 juli van enig jaar;
jaar: een kalenderjaar.
Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening, daaronder begrepen de diensten welke in verband hiermee door de gemeente worden verleend.
Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.
1. Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.
Het belastingtijdvak is de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats is afgegeven, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan twaalf maanden het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
1. Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.
2. Indien van een standplaats waarvoor een vergunning voor meer dan een maand is verleend door omstandigheden buiten de wil van belanghebbende geen gebruik is gemaakt dan wel gedurende een kortere periode gebruik is gemaakt dan waarvoor de vergunning is verleend, wordt op aanvraag van belanghebbende teruggaaf van het marktgeld verleend. De teruggaaf wordt berekend door het voor het betreffende belastingtijdvak gevorderde bedrag te verminderen met het bedrag dat volgens de tarieventabel verschuldigd is voor de periode waarin gebruik is gemaakt van de standplaats.
3. Indien van een standplaats waarvoor een vergunning voor meer dan een maand is verleend gedurende een of meer marktdagen geen gebruik kan worden gemaakt omdat het marktterrein voor andere activiteiten in gebruik is, bestaat aanspraak op teruggaaf, tenzij door het college van burgemeester en wethouders een andere plaats voor het houden van de markt is aangewezen. De teruggaaf wordt berekend door het voor het betreffende belastingtijdvak gevorderde bedrag te verminderen met het bedrag dat volgens de tarieventabel verschuldigd is voor de periode waarin gebruik is gemaakt van de standplaats,
4. De in het tweede en derde lid bedoelde teruggaaf wordt niet verleend indien deze minder bedraagt dan € 4,50.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.
2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moet het marktgeld, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
1. De 'Verordening marktgeld 2011' van 6 december 2010 (2010/4307), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de op grond van het eerste lid ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van het marktgeld hiervoor in die periode plaatsvindt.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening marktgeld 2012'.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 november 2011
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
Algemeen
Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn in euro's en inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Maatstaf van heffing is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de frontbreedte van de standplaats waarbij een gedeelte van een strekkende meter als een gehele meter wordt aangemerkt.
De frontbreedte wordt gemeten langs die zijden waar het publiek toegang heeft en alwaar handelswaren zijn uitgestald.
Hoofdstuk 1 Standplaatsen Tarief 2012
Het marktgeld voor één standplaats bedraagt per strekkende
meter frontbreedte:
1.1 | voor één marktdag: | € | 1,57 |
1.2 | voor een periode van een maand, waarin 4 wekelijkse marktdagen zijn begrepen | € | 5,68 |
1.3 | voor een periode van een maand, waarin 5 wekelijkse marktdagen zijn begrepen | € | 7,05 |
1.4 | voor een periode van een kwartaal | € | 16,69 |
1.5 | voor een periode van een half jaar | € | 31,97 |
1.6 | voor een periode van een jaar | € | 60,90 |
Behoort bij het raadsbesluit van 22 november 2011, Afd. Publiekszaken, nr. 2011/4680
De griffier van de gemeente Gennep,