Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2012 (Verordening forensenbelasting 2012)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2012 (Verordening forensenbelasting 2012)
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 223

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201101-01-2013Onbekend

15-12-2011

Rijssens Nieuwsblad, 27 december 2011

2011-64

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2012 (Verordening forensenbelasting 2012)

De raad van de gemeente Rijssen-Holten  

overwegingen: 

- gelezen het voorstel van het college van 13 oktober 2011 ‘belastingvoorstellen 2012’, paragraaf 4.1 van de   programmabegroting 2012 (lokale heffingen) en de nota kostendekking 2010 van 9 november 2010; 

- gelet op artikel 223 van de Gemeentewet; 

gezien het positieve advies van de leden van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen op 28 november 2011; 

raadsbesluit: 

vast te stellen de volgende “Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2012” (Verordening forensenbelasting 2012).

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam ‘”forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2.

    Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3.

    De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5. Belastingtarief

De belasting bedraagt 0,274% van de waarde

met een minimumbedrag van € 184,00

en een maximumbedrag van € 514,00

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in 2 gelijke termijnen waarvan de 1e vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de 2e 1 maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Overgangsrecht

De “Verordening forensenbelasting 2011” van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2012”.

 

besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 15 december 2011

drs. H.A.J. van de Vliert

A.C. Hofland

griffier

voorzitter