Organisatie | Boekel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 15-12-2011 Weekblad Boekel en Venhorst d.d. 21 december 2011 | AB/007545 Z/015504 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch welke in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd danwel te huur aangeboden;
Terzake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam”toeristenbelasting” een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voorzover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag
ten hoogste drie maanden bepaald op 30
meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 40
meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden bepaald op 50
meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 60
ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens,
op niet-vaste standplaatsen, bepaald op 365.
Het aantal mobiele kampeeronderkomens op niet vaste staanplaatsen wordt
vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar,
waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van één maand.
Artikel 7. Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichte bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
In geval men opteert voor een niet-forfaitaire heffingsgrondslag, is men verplicht om een nachtverblijfregister bij te houden.
Artikel 12. Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het College van burgemeester en wethouders aangewezen gemeente ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.
Artikel 16. Kwijtschelding van belastingen
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2011” van 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 15 december 2011.