Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012
CiteertitelVerordening hondenbelasting Grave 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpWZB

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1. Incassoreglement gemeente Grave

2. Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Grave

3. Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Grave

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-201101-01-2013Nieuwe regeling

13-12-2011

Graafsche Courant, 23 december 2011

WZB

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

 

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2012

(Verordening hondenbelasting Grave 2012)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven honden:

a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

f. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging of hiervoor aantoonbaar in opleiding is, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    a. voor een eerste hond € 52,92

    b. voor een tweede hond € 79,56

    c. voor iedere hond boven het aantal van twee € 106,08

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 176,28 per kennel.

  • 3.

    Het tweede lid blijft buiten toepassing belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Elektronische aangifte

In aanvulling op het bepaalde in artikel 237, eerste en tweede lid Gemeentewet, kan voor de hondenbelasting ook digitaal aangifte worden gedaan door middel van het invullen en verzenden van het digitale aangiftebiljet dat te benaderen is op de webwinkel van de internetsite www.grave.nl.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de € 9,00 of minder bedraagt.

  • 4.

    Belastingbedragen van € 9,00 of minder worden niet geheven

  • 5.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 35,00 of minder dan

    € 2.500,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

  • 3.

    In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt, in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog volle kalendermaanden in het desbetreffende belastingjaar overblijven met een minimum van acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met het derde lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting Grave 2011" van 14 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting Grave 2012".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Grave in zijn openbare vergadering van 13 december 2011.

De griffier, De voorzitter,

J.A.M. Roelofs S. Haasjes-van den Berg