Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten) 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten) 2012
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 229,lid 1
  2. Wet milieubeheer, art. 15.33
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2016nieuwe regeling

15-12-2011

Stadskrant, 19-12-2011

85 a/c-2011 C

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN) 2012

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN) 2012

 

 

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    normaal bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen waarvan het gemiddelde gewicht minder dan 175 kilogram per m³ bedrijfsafval bedraagt.

  • b.

    zwaar bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen waarvan het gemiddelde gewicht meer dan 175 kilogram per m³ bedrijfsafval bedraagt (geperst of gemalen afval).

Hoofdstuk II - Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,50.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 2.1

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan,

    groter of gelijk is aan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van

    automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.2

    In afwijking van lid 1 en lid 2.1 geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan,

    kleiner is dan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in

    drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op

    de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende

    termijnen telkens twee maanden later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

    termijnen.

Hoofdstuk III - Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in

    hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel

    genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de verschuldigde rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 17 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk IV - Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsheffingen 2011" van 13 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2012".

Aldus besloten door de raad van de

gemeente Edam-Volendam in zijn openbare

vergadering gehouden op 15 december 2011.

 

de griffier,                                  de voorzitter,

TABEL VAN TARIEVEN

 Behorende bij de verordening reinigingsheffingen 2012, vastgesteld

 bij raadsbesluit van 15 december 2011, no. 85C-2011

 

  

Tarieventabel behorende bij de verordening reinigingsheffingen 2012

 Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting.

 

Hoofdstuk I   Maatstaf en tarieven afvalstoffenheffing

1.1          De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.1.1       indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,                indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het                  

              belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt

              gebruikt door één persoon                                     €    188,00

1.1.2       indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,

              indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het 

              belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt

              gebruikt door twee personen                                  €    243,85

1.1.3.      indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,

              indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het

              belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt

              gebruikt door meer dan twee personen                   €    253,80

 

Hoofdstuk II  Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

2.1        Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:

2.1.1     verwijderen van bedrijfsafval (normaal en zwaar) en het

            ledigen van containers en het verwijderen van de daarin                     verzamelde afvalstoffen:

 

            voor een hoeveelheid op jaarbasis;

                                                      

 

normaal afval

zwaar afval

t/m 5 m3

€347,50

€695,75

van 6 t/m 10 m3

€521,80

€1043,60

van 11 t/m 15 m3

€978,35

€1956,70

van 16 t/m 20 m3

€1255,55

€2511,10

van meer dan 20 m3, per m3 (1)

€62,05

€123,90

 

2.1.2       aanbieden op daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaatsen van bedrijfsafval (normaal en zwaar) voor een hoeveelheid op jaarbasis;

     

 

normaal afval

zwaar afval

t/m   5 m3

€347,90

€695,75

van   6 t/m  10 m3

€521,80

€1.043,60

van  11 t/m  15 m3

€978,35

€1.956,70

van  16 t/m  20 m3 

€1.255,55

€2.511,10

van meer dan 20 m3, per m3 (1)

€40,00

€80,20

             

 

            (1) te berekenen over de gehele hoeveelheid

 

 

Behoort bij besluit van de raad van

de gemeente Edam-Volendam

van 15 december 2011,

 

de griffier, de voorzitter,