Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingRegels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011
CiteertitelRegels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidies, jeugdzorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011, artikel 2, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-201401-01-201301-01-2015Wijziging regeling

10-02-2014

Provinciaal Blad, 2014/29

zaaknummer 2014-002056
20-12-201201-01-201214-02-2014Wijziging

18-12-2012

Provinciaal Blad, 2012/208

zaaknummer 2012-021420
09-12-201126-01-2015Nieuwe regeling

06-12-2011

Provinciaal Blad nr. 2011/178

zaaknummer 2011-010847

Tekst van de regeling

Intitulé

Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011;

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende (gewijzigde) regeling: Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet op de jeugdzorg;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    AsG: Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;

  • d.

    verordening: Verordening subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011;

  • e.

    taken: taken van de stichting als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 2 van de wet;

  • f.

    normbedragen: zoals vastgesteld in de Regeling normbedragen jeugdzorg;

  • g.

    Instroom: aantal met zorg gestarte unieke nieuwe Gelderse jeugdigen in één subsidiejaar, waarbij een jeugdige als nieuw wordt beschouwd indien deze in de voorafgaande 180 dagen bij dezelfde zorgaanbieder geen provinciaal gefinancierde jeugdzorg heeft ontvangen, en een jeugdige als Gelders wordt beschouwd als hij in het bezit is van een geldig indicatiebesluit van BJz Gelderland.

  • h.

    uitstroom: aantal jeugdigen waarbij alle vormen van geïndiceerde jeugdzorg zijn beëindigd in één subsidiejaar en die niet op een wachtlijst staan bij dezelfde zorgaanbieder;

  • i.

    bekostigingseenheden: de kleinste eenheid van zorg die van belang is voor de bekostiging, zoals vermeld in bijlage 2;

  • j.

    stichting: de stichting die een bureau jeugdzorg, als bedoeld in artikel 4 van de wet, in stand houdt;

  • k.

    zorgaanbieder: een aanbieder van jeugdzorg, als bedoeld in artikel 18 van de wet;

  • l.

    steunfunctie: een steunfunctie, als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • m.

    vertrouwenspersoon: een vertrouwenspersoon, als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • n.

    transitiekosten: kosten voor activiteiten die verband houden met de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten, niet zijnde de kosten die samenhangen met de afvloeiing van personeel , de verkoop en verbouw van gebouwen, de opzeggingen van huur en extra afschrijvingen op ICT en automatisering.

Artikel 2 Zorgaanbieders

Onverminderd artikel 5 van de verordening kunnen zorgaanbieders die geen subsidie van de provincie Gelderland hebben ontvangen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft voor subsidie in aanmerking komen die een:

  • a.

    capaciteit hebben voor minimaal 30 cliënten;

  • b.

    aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van het bestaande aanbod, hetgeen uit een positief advies van de stichting blijkt, en

  • c.

    solvabiliteit hebben van minimaal 10% blijkens de bij de aanvraag ingediende jaarrekening.

Paragraaf 2 Aanvraag algemeen

Artikel 3 Subsidieaanvraag

Onverminderd artikel 2.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de AsG gaat de begroting vergezeld van een risicoparagraaf en een meerjarenbegroting.

Artikel 4 Subsidievaststellingsaanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:80 van de Awb bevat het activiteitenverslag een verantwoording van de bezoldiging van bestuurders en toezichthouders.

Paragraaf 3 Aanvraag Stichting

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1

    Onverminderd artikel 4:62 van de Awb splitst de stichting in het activiteitenplan taken als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de wet uit naar capaciteit vermenigvuldigd met het normbedrag.

  • 2

    In het activiteitenplan worden de overige taken beschreven.

Artikel 6 Subsidieverlening

Onverminderd artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt de subsidie aan de stichting voor de taken als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de wet bepaald door het normbedrag te vermenigvuldigen met de gemiddelde capaciteit op de eerste van iedere maand van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Paragraaf 4 Aanvraag zorgaanbieders

Artikel 7 Subsidieaanvraag

Onverminderd de artikelen 4:61 en 4:64 van de Awb gaat de subsidieaanvraag van een zorgaanbieder vergezeld van:

  • a.

    een sluitende exploitatiebegroting op grond van de kostencategorieën van bijlage 1;

  • b.

    een productieformat op grond van bijlage 2, dat voorzien is van een toelichting, en

  • c.

    een opgave van de instroom, uitstroom, verwachte doorlooptijden en aantal cliënten in zorg per 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1

    Onverminderd artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt de subsidie voor zorgaanbieders bepaald door het tarief per instroom te vermenigvuldigen met de instroom van het subsidiejaar.

  • 2

    Het tarief per instroom wordt bepaald door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden van het subsidiejaar en de uitkomst hiervan te delen door de instroom.

  • 3

    Indien de verwachte instroom als bedoeld in het eerste lid minder dan 20 zal bedragen, kan in de beschikking tot subsidieverstrekking van het eerste lid worden afgeweken door de subsidie te bepalen door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden.

  • 4

    De subsidie wordt geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is dan het voorgaande subsidiejaar.

  • 5

    In bijzondere gevallen kan van het vierde lid worden afgeweken.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1

    Onverminderd artikel 4:75, tweede lid, van de Awb bevat de aanvraag tot vaststelling van de zorgaanbieder een jaarrekening die:

    • a.

      is opgesteld op grond van de kostencategorieën van bijlage 1;

    • b.

      een verantwoording bevat van de werkelijk gerealiseerde instroom;

    • c.

      een verantwoording bevat van het productieformat als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder b, en

    • d.

      is voorzien van een accountantsverklaring die onverminderd artikel 4:78 van de Awb met toepassing van het Controleprotocol Jeugdzorg provincie Gelderland is opgesteld.

  • 2

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:80 van de Awb bevat het activiteitenverslag een verantwoording van de:

    • a.

      cliënttevredenheid;

    • b.

      gerealiseerde hulpverleningsdoelen, en

    • c.

      redenen voor beëindiging van zorg per cliënt.

Artikel 10 Overheveling

Overheveling van bekostigingseenheden van een zorgaanbieder naar een andere zorgaanbieder behoeft de instemming van Gedeputeerde Staten en geschiedt slechts na overleg met de stichting.

Artikel 11 Reikwijdte

Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing op subsidieverstrekking ten behoeve van bekostigingseenheden.

Paragraaf 5 Overige bepalingen

Artikel 12 Indexering

  • 1

    Indien de uitkering bedoeld in hoofdstuk VI, paragraaf 1, van de wet wordt verhoogd door indexering op grond van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling, dan wordt met inachtneming van artikel 3, tweede lid, van de verordening de subsidie verhoogd met:

    • a.

      het percentage van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling ten behoeve van de loonontwikkeling over het loongevoelige gedeelte van de normbedragen dan wel van het verleende subsidiebedrag;

    • b.

      het percentage van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling ten behoeve van de prijsontwikkeling over het prijsgevoelige gedeelte van de normbedragen dan wel van het verleende subsidiebedrag.

  • 2

    Het loongevoelige gedeelte van het normbedrag dan wel van het verleende subsidiebedrag bedraagt 80%, tenzij bij besluit van de minister anders is bepaald.

  • 3

    Het prijsgevoelige gedeelte van het normbedrag dan wel van het verleende subsidiebedrag bedraagt 15%, tenzij bij besluit van de minister anders is bepaald.

  • 4

    Het eerste lid is niet van toepassing op subsidies ten behoeve van pleegouders.

Artikel 13 Vermogensvorming en tekorten

  • 1

    De subsidie-ontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb.

  • 2

    De egalisatiereserve wordt aangewend ten behoeve van:

    • a.

      kosten voor activiteiten die overeenkomen met het doel van de subsidie waaruit de egalisatiereserve is gevormd;

    • b.

      transitiekosten.

  • 3

    De egalisatiereserve bedraagt niet meer dan 10% van het vastgestelde boekjaarsubsidiebedrag over hetzelfde subsidiejaar. Indien deze egalisatiereserve meer dan 10% bedraagt, wordt het meerdere bij de vaststelling voor het betreffende boekjaar afgetrokken.

  • 4

    De egalisatiereserve komt niet eerder negatief te staan dan voordat het overige beschikbare eigen vermogen is aangewend. Indien de egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt in de toelichting op de balans gemotiveerd weergegeven hoe deze weer positief wordt gemaakt.

Artikel 14 Reikwijdte

Behoudens artikelen 4, 12 en 13 is deze regeling niet van toepassing op instellingen die een steunfunctie uitvoeren of werkzaamheden verrichten bestaande uit het ter beschikking stellen van een vertrouwenspersoon.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Afwijkingsbevoegdheid

Indien er nadelige financiële effecten van overwegende aard voor de zorgaanbieders optreden zijn Gedeputeerde Staten in het kader van de vaststelling van de subsidie bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 8 eerste lid.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 2 en artikel 8, vierde en vijfde lid, van toepassing zijn op subsidieaanvragen die betrekking hebben op het subsidiejaar 2013 en later.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Bijlage 1

Het uniforme rekeningschema met kostencategorieën

Salariskosten

 

411100

Pedagogisch medewerker A

411200

Pedagogisch medewerker B

411300

Gedragswetenschapper / behandelcoördinator

411400

Vak-HBO'er

411500

Arts / psychiater

411600

Gastvrouw

411700

Ambulante hulpverlener A

411800

Ambulante hulpverlener B

411900

Begeleider Pleegzorg

412100

Gezinshuisouder

412200

Leidinggevende C

412300

Leidinggevende D

412400

Educatiemedewerker

412500

Activiteitenbegeleider

413000

Stagiaires

414000

Niet-direct zorgverlenende functies (= overhead)

415000

Vakantietoeslag

416000

Eindejaarsuitkering

417000

ORT, overwerk en bereikbaarheidsvergoeding

418000

Ontvangen ziekengelden

419000

Dotatie personeelsvoorzieningen en -verplichtingen

Sociale Lasten

 

420000

Sociale Lasten

428000

Dotatie voorzieningen sociale lasten

Overige personeelskosten

 

431000

Inhuur Personeel

432000

Reiskosten Woon-werk

433000

Studiekosten

434000

Kosten Kinderopvang, burnout en employability

435000

Kosten Arbodienst

436000

Kosten Werving en Selectie

437000

Gratificaties en incidentele toeslagen

438000

Dotatie voorzieningen personeelskosten

439000

Overige personeelskosten

Apparaatskosten

 

441100

Bestuurskosten

441200

Vergader- en representatiekosten overige

441300

Kosten OR

442100

Telefoonkosten en overige communicatiekosten

442200

Portokosten

442300

Kosten Drukwerk- en reproductie

443000

Kantoorbenodigdheden

444100

Bijdragen, lidmaatschappen en vakliteratuur

444200

Kosten PR

445000

Niet gebouwgebonden kosten belastingen en verzekeringen

446100

Accountantskosten

446200

Advieskosten

446300

Administratie- en bankkosten

446400

Kosten Administratieve Diensten door Derden

447100

Afschrijvingskosten Vervoersmiddelen

447200

Huur en leasing Vervoersmiddelen

447300

Overige kosten Vervoersmiddelen

447400

Kosten dienstreizen

448000

Overige rentelasten

449000

Overige Apparaatskosten

Automatiseringskosten

 

451000

Afschrijvingskosten Automatisering

452000

Huur en leasing Automatisering

459000

Overige Automatiseringskosten

Huisvestingskosten

 

461100

Onderhoudskosten

461200

Dotatie voorziening groot onderhoud

461300

Bouwkundige advisering

462000

Aanschaf klein inventaris en inrichtingskosten

463000

Energiekosten (gas, water, elektriciteit)

464100

Verzekeringskosten Gebouwgebonden

464200

Belastingkosten Gebouwgebonden

465000

Schoonmaakkosten

466100

Huur en leasing Terreinvoorzieningen

466200

Huur en leasing Installaties

466300

Huur en leasing Inventaris

466400

Huur en leasing Gebouwen

467100

Afschrijvingskosten Immateriële vaste activa

467200

Afschrijvingskosten Terreinvoorzieningen

467300

Afschrijvingskosten Inventaris

467400

Afschrijvingskosten Installaties

467500

Afschrijvingskosten Verbouwingen

467600

Afschrijvingskosten Gebouwen

468100

Rentelasten huisvesting

468200

Dotatie overige voorzieningen huisvestingskosten

469000

Overige huisvestingskosten

Verzorgingskosten

 

471000

Voedingskosten

472000

Kosten persoonlijke verzorging

473000

Medische kosten

474100

Pleegzorgvergoedingen

474200

Vergoeding gastgezinnen

474300

Zak- en Kleedgeld

475000

Kosten onderwijs

476000

Kosten activiteiten

477000

Vervoerskosten cliënten

479000

Overige verzorgingskosten

Opbrengsten

 

810000

AWBZ vergoedingen

821000

Provinciale subsidie

822000

Provinciale subsidie incidentele wachtlijstmiddelen

823000

Provinciale subsidie projecten

824000

Overige provinciale subsidies

831000

Subsidies gemeenten

832000

Subsidies gemeentelijke projecten

833000

Overige subsidies gemeenten

840000

Subsidie ministerie van VWS

850000

Subsidie ministerie van Justitie

860000

Overige subsidies

871000

Rente opbrengsten

872000

Detacheringsopbrengsten

873000

Overige opbrengsten uit geleverde diensten aan derden

874000

Huuropbrengsten

875000

Kantine-opbrengsten

876000

Opbrengsten uit schenkingen/legaten

877000

Opbrengsten uit sponsoring

878000

Eigen bijdrage jeugdigen

890000

Overige opbrengsten

Bijlage 2

Bijlage bij subsidieverstrekking (jaar)

P*Q uitgedrukt in zorgaanspraken, totaal activiteiten

Naam instelling :

Zorgaanspraken

Bekostigingseenheden

Omschrijving bekostigingseenheden

Kostprijs per bekostigingseenheid

aantal bekostigingseenheden

totaal subsidie aanvraag

1. jeugdhulp thuis, individueel

JH2-A JH3-A JH4

Ambulant spec.jeugdhulp Ambulant ther. Jeugdhulp Jeugdhulp crisis Totaal

€ € €

 

€ € €

2. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, individueel

JH2-B JH3-B

Spec.jeugdhulp Therapeutisch jeugdhulp Totaal

€ €

 

€ €

3. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, groep

JH2-C JH2-D JH3-C

Spec. groepshulp Spec. groepshulp zwaar Therapeutische groepshulp Totaal

€ € €

 

€ € €

4. verblijf zorgaanbieder 24 uurs

VF2 VF3 VF4 VF5 VF6 VF7 VF8 VF9

Behandelgrp kamertraining Behandelgrp gezinshuis licht Behandelgrp gezinshuis Behandelgroep fasehuis Behandelgroep Behandelgroep zwaar Behandelgroep crisis Gesloten behandelgroep Totaal

€ € € € € € € €

 

€ € € € € € € €

5. verblijf zorgaanbieder deeltijd

VF1

Dagbehandeling

 

6. verblijf pleegouder deeltijd

PL1

Deeltijd pleegzorg

 

7. verblijf pleegouder 24 uurs

PL2

24-uurs pleegzorg

 

8. Observatiediagnostiek

OD

Observatiediagnostiek

 

 

Totaal

Subsidieaanvraag

 

 

In de subsidieaanvraag (jaar) is begrepen*

huisvestingskosten

vervoerskosten

pleegoudervergoedingen

*Specificaties in de begroting opnemen.

Algemene toelichting

Op 4 oktober 2011 is de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 (hierna: verordening) bekend gemaakt in het Provinciaal Blad (2011/136) en een dag later in werking getreden. Deze verordening stelt het kader voor de subsidiëring van de voorzieningen voor jeugdzorg en is van toepassing op subsidies die betrekking hebben op het subsidiejaar 2012 en later. Op grond van deze verordening kunnen Gedeputeerde Staten regels vaststellen ten behoeve van de uitvoering hiervan.

Op de subsidievertrekking binnen jeugdzorg is eveneens de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 van toepassing. Deze bevat algemene regels hieromtrent. Deze is van toepassing voor zover de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 niet anders heeft bepaald. De Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011 is weer een verdere uitwerking van het subsidieproces. Deze regels dienen wel in lijn te zijn met voormelde verordeningen. In de regels kan niet van de verordeningen worden afgeweken. De Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011 zijn grotendeels gelijk aan de Nadere regels subsidieverordening jeugdzorg provincie Gelderland 2010. De belangrijkste wijziging is de wijze waarop de subsidie aan zorgaanbieders wordt berekend. Deze zal voortaan gebeuren op basis van instroom.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2, aanhef en onder c Solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal.

Artikel 3 Deze bepaling is een nadere specificatie van artikel 2.1, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998. De begroting dient een risicoparagraaf te bevatten. In deze paragraaf worden alle voorzienbare risico’s opgenomen, toegelicht en gekwantificeerd, die van materiële betekenis kunnen zijn voor de (financiële) positie van de instelling. Waar mogelijk wordt ook een oplossingsrichting aangegeven.

Artikel 6 Hierin wordt bepaald op welke wijze de subsidie wordt berekend voor de taken bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de Wet op de jeugdzorg, de zogenaamde ‘justitiële taken’. Subsidie ten behoeve van de overige taken die door bureau jeugdzorg worden uitgevoerd worden conform de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 verstrekt.

Artikel 8, lid 3 In deze bepaling is de wijze van subsidiëring van zorgaanbieders met betrekking tot bekostigingseenheden geregeld. Hierbij staat centraal de instroom. Door deze te vermenigvuldigen met het tarief per instroom wordt de subsidie berekend. In de praktijk komt het voor dat bepaalde zorgaanbieders, met name de landelijk werkende instellingen, in een gegeven kalenderjaar geen of onvoldoende instroom realiseren. Dit komt mede door lange doorlooptijden van zorgbehoevende bij deze instellingen alsmede een teruglopende capaciteit. Om subsidieverstrekking in deze gevallen mogelijk te maken kan wanneer de verwachte instroom lager is dan 20 in de beschikking tot subsidieverstrekking worden bepaald dat de subsidie wordt berekend door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden.

Artikel 8, lid 4 Deze bepaling gaat op grond van artikel 15 pas gelden vanaf het subsidiejaar 2013. Vanaf dan zal de subsidie worden geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is ten opzichte van het voorgaande subsidiejaar. Concreet betekent dit voor 2013 dat de subsidie zal worden geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is dan die van 2012.

Artikel 10 Het is voor het bureau jeugdzorg van belang te kunnen volgen wat er met zijn indicatie gebeurt. De provincie moet zicht houden op met welke zorgaanbieders welke subsidies moeten worden vastgesteld. Een overheveling van capaciteit van een zorgaanbieder naar een andere zorgaanbieder krijgt vorm door wijziging van het desbetreffende besluit tot subsidieverlening.

Artikel 11 Hierin wordt bepaald dat paragraaf 4 slechts van toepassing is op de subsidiëring van bekostigingseenheden. De subsidiëring van andere activiteiten van zorgaanbieders geschiedt in overeenstemming met de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 en de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998.

Artikel 14 De wijze van subsidiëring van instellingen die een steunfunctie uitvoeren of werkzaamheden verrichten bestaande uit het ter beschikking stellen van een vertrouwenspersoon vallen grotendeels buiten de werking van deze regels. Hierop zijn de algemene regels van de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 en de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 van toepassing. Slechts de bepalingen omtrent de inhoud van het activiteitenverslag, indexering en vermogensvorming zijn van toepassing op deze instellingen.