Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Beleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingBeleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland
CiteertitelBeleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Natuurbeschermingswet 1998, artikelen 19d, 19ke en 47b
  2. Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-201115-10-201129-08-2013Nieuwe regeling

06-12-2011

Provinciaal Blad nr. 2011/181

zaaknummer 2010-007680

Tekst van de regeling

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 19d en artikel 47b van de Natuurbeschermingswet 1998, en het bepaalde in de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland;

BESLUITEN:

 

Paragraaf 1 definities, reikwijdte en procedure

Artikel 1 definities
  • a.

    bedrijf: inrichting in de zin van artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer, bestemd voor het fokken, mesten en houden van dieren, inclusief de aan de betreffende inrichting gekoppelde mestopslag of –verwerkingstechnieken;

  • b.

    derogatie: besluit van de Europese Commissie (2010/65/EUR) om onder voorwaarden een ruimere norm voor stikstof uit dierlijke mest toepassen dan rechtstreeks volgt uit de Nitraatrichtlijn (91/676EEC);

  • c.

    drempelwaarde: 0,5% van de kritische depositiewaarde van een stikstofgevoelig habitat, met uitzondering van de Natura 2000-gebieden Rijntakken, waarvoor een waarde van 1% van de kritische depositiewaarde geldt;

  • d.

    kritische depositiewaarde: de stikstofdepositie uitgedrukt in mol/N/ha/jr waarboven de

    kwaliteit van het habitattype mogelijk wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van de atmosferische stikstofdepositie;

  • e.

    omgevingsvergunning: vergunning krachtens artikel 2.1 van de Wabo;

  • f.

    piekbelasting: stikstofdepositie van ten minste 50% van de kritische depositiewaarde van een stikstofgevoelig habitat, veroorzaakt door een individueel bedrijf op het relatief

    meest belaste punt van dat habitat;

  • g.

    Rijntakken de gezamenlijke Natura 2000-gebieden Uiterwaarden Waal, Gelderse Poort, Loevestein, Uiterwaarden IJssel en Uiterwaarden Neder-Rijn.

  • h.

    rundveebedrijf: bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak bestemd voor het houden van

    rundvee;

  • i.

    salderen: salderen zoals bedoeld in artikel 1, onder h. van de verordening;

  • i.

    standaardbedrijfsituatie een melkveebedrijf op zandgrond met 30% mais en een

    stikstofproductie van 250 kg N/ha.jr, zonder ammoniakreducerende maatregelen

  • j.

    stikstofdepositie: neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat,waarbij de belasting op een punt binnen het habitat wordt uitgedrukt in mol N/ha/jr en de belasting op het totale habitat in mol N/jr;

  • k.

    stikstofgevoelig habitat: natuurlijke habitats en habitats van soorten in een Natura 2000-gebied ten aanzien waarvan op grond van artikel 6, eerste of tweede lid, van richtlijn 92/43/EEG een verplichting geldt tot het treffenvan herstel- of  instandhoudingsmaatregelen, met een kritische depositiewaarde kleiner dan 2410 mol N/ha/jr;

  • l.

    totale depositie: de totale neerslag van stikstofverbindingen, ammoniak en

    stikstofoxiden uit de lucht in een Natura 2000-gebied, waarbij de herkomst zowel binnen als buiten dat gebied ligt.

  • m.

    verordening verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland;

  • n

    Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • o.

    Wet Natuurbeschermingswet 1998.

 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn van toepassing op beslissingen op aanvragen om een vergunning op grond van artikel 19d van de wet, of vergunningaanvragen op grond van de Wabo waarvoor een verklaring van geen bedenkingen ingevolge artikel 47b Nbw is vereist voor zover;

  • a.

    de aanvraag dan wel het verzoek betrekking heeft op een oprichting of wijziging van een bedrijf zoals bedoeld in artikel 1 onder a. én;

  • b.

    de aanvraag of het verzoek leidt tot een toename van de stikstofdepositie op een in een Natura 2000-gebied gelegen stikstofgevoelig habitat, waar de totale depositie groter is dan de kritische depositiewaarde.

Artikel 3 Categorie-indeling van bedrijven
  • 1 Voor de toepassing van deze beleidsregels worden bedrijven ingedeeld in de volgende categorieën:

    • I

      Bedrijven, waarvan de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie op een voor stikstofgevoelig habitat binnen een Natura 2000-gebied, de drempelwaarde zoals bedoeld in artikel 1c niet overschrijdt;

    • II

      Bedrijven, waarvan stikstofdepositie in de aangevraagde situatie op een voor stikstofgevoelig habitat binnen een Natura 2000-gebied, de drempelwaarde zoals bedoeld in artikel 1c overschrijdt, maar minder bedraagt dan de piekbelasting zoals vermeld in artikel 1, onder f.

    • III

      Bedrijven waarvan de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie op een voor stikstof gevoelig habitat binnen een Natura 2000-gebied een piekbelasting als bedoeld in artikel 1, onder f veroorzaakt.

  • 2 De categorie-indeling vindt plaats op basis van de aanvraag zoals ingediend bij het bevoegd gezag.

Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag
  • 1 Gedeputeerde Staten verlenen een vergunning of een verklaring van geen bedenkingen alsbedoeld in artikel 2 indien:

    • a.

      Bij een bedrijf behorend tot categorie I van artikel 3, eerste lid de drempelwaarde zoals vermeld in artikel 1, onder c. niet wordt overschreden, of

    • b.

      Bij een bedrijf behorend tot categorie II van artikel 3, eerste lid de drempelwaarde zoals vermeld in artikel 1, onder c wordt overschreden en saldering wordt toegepast én na saldering geen piekbelasting als bedoeld in artikel 1, onder f ontstaat, of

    • c.

      rundveebedrijven zoals bedoeld in artikel 1, onder h, voldoen aan de eisen gesteld in artikel 6 en 7.

  • 2 Behoudens het bepaalde in artikel 19f, g en h van de Wet weigeren Gedeputeerde Staten de vergunning of de verklaring van geen bedenkingen, indien niet aan de voorwaarden in het eerste lid van dit artikel wordt voldaan.

  • 3 Behoudens het bepaalde in artikel 19f, g en h van de Wet weigeren Gedeputeerde Staten de vergunning of de verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van bedrijven behorend tot categorie III zoals vermeld in artikel 3 lid 1.

Artikel 5 Categorie-indeling van rundveebedrijven

Voor de toepassing van deze beleidsregels worden rundveebedrijven ingedeeld in de volgende categorieën:

  • I

    Rundveebedrijven, al dan niet biologisch, die geen gebruik maken van een derogatie endaardoor de gebruiksnorm van maximaal 170 kilogram stikstof per hectare in de

    aangevraagde situatie niet overschrijden en alle mest die binnen het bedrijf vrijkomt

    aanwenden op de bij het bedrijf in gebruik zijnde gronden.

  • II

    Rundveebedrijven die gebruik maken van een derogatie en tegelijkertijd de gebruiksnorm van 250 kilogram stikstof per hectare in de aangevraagde situatie niet overschrijden en alle mest die binnen het bedrijf vrijkomt aanwenden op de bij het bedrijf in gebruik zijnde gronden.

Artikel 6 Eisen aan bedrijven in categorie I
  • 1 Aan rundveebedrijven in categorie I waarvan de stikstofdepositie in de aangevraagde situatiede drempelwaarde overschrijdt en geen piekbelasting vormt, geven Gedeputeerde Staten een vergunning af op grond van de wet, of een verklaring van geen bedenkingen, zonder saldering op grond van de verordening, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      het rundveebedrijf neemt geen deel aan de regeling tot derogatie van de Nitraatrichtlijn en overschrijdt niet de gebruiksnorm van maximaal 170 kilogram stikstof per hectare, en

    • b.

      het rundveebedrijf wendt alle in het bedrijf vrijkomende mest aan op de bij het bedrijf in gebruik zijnde gronden, en

    • c.

      weidegang van ten minste 120 dagen per kalenderjaar gedurende tenminste zes uur per dag van alle aanwezige melkkoeien op het bedrijf.

  • 2 Voor de bepaling van de stikstofnorm van 170 kilogram per hectare, tellen alleen mee de bij het rundveebedrijf in gebruik zijnde gronden in eigendom, of geregistreerde pacht of een bij de Dienst Regelingen geregistreerde schriftelijke overeenkomst, die zich binnen tien kilometer afstand van het hoofdbedrijfsgebouw bevinden.

Artikel 7 Eisen aan bedrijven in categorie II
  • 1 Aan rundveebedrijven in categorie II, waarvan de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie de drempelwaarde overschrijdt en geen piekbelasting vormt, geven Gedeputeerde Staten een vergunning af op grond van de wet, of een verklaring van geen bedenkingen, zonder saldering op grond van de verordening, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan;

    • a.

      alle mest die vrijkomt binnen het bedrijf moet worden aangewend op de bij het bedrijf in gebruik zijnde gronden, en

    • b.

      weidegang van tenminste 120 dagen per kalenderjaar gedurende tenminste zes uur per dag van alle melkkoeien aanwezig op het bedrijf, en

    • c.

      bij de aanvraag om een omgevingsvergunning of vergunning op grond van de wet een bedrijfsplan wordt ingediend, op grond waarvan een ammoniakreductie van 25% op bedrijfsniveau, ten opzichte van een standaardbedrijfssituatie, wordt gerealiseerd.

  • 2 Voor de bepaling van de stikstofnorm van 250 kilogram per hectare, tellen alleen mee de bij het rundveebedrijf in gebruik zijnde gronden, opgegeven in het derogatieverzoek, die zich binnen tien kilometer afstand van het hoofdbedrijfsgebouw bevinden.

Artikel 8 Gebruik salderingssysteem en rundveebedrijven

Rundveebedrijven die niet aan de voorwaarden van artikel 6 of 7 voldoen, kunnen gebruik maken van saldering op grond van de verordening.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als: Beleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland

Artikel 10 Inwerkingtreding
  • 1 Deze beleidsregels treden in werking op de dag dat de Verordening stikstof en Natura 2000 Gelderland in werking treedt.

  • 2 Beslissingen op aanvragen op grond van artikel 19d van de wet of vergunningaanvragen op grond van de Wabo waarvoor een verklaring van geen bedenkingen ingevolge artikel 47b Nbw is vereist, voor de inwerkingtreding van de beleidsregel, worden genomen op grond van het toen geldende recht.

Ondertekening

Gedeputeerde staten van Gelderland