Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012 (Verordening hondenbelasting 2012) |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 15-12-2011 Rijssens Nieuwsblad, 27 december 2011 | 2011-61 |
De raad van de gemeente Rijssen-Holten
- gelezen het voorstel van het college van 13 oktober 2011 ‘belastingvoorstellen 2012’ en paragraaf 4.1 van de programmabegroting 2012 (lokale heffingen);
- gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
gezien het positieve advies van de leden van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen op 28 november 2011;
vast te stellen de volgende “Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012” (Verordening hondenbelasting 2012).
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 4. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11. Kwijtschelding van belasting
Kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt slechts verleend voor de in artikel 5, lid 1, onderdeel a bedoelde belasting.
De “Verordening hondenbelasting 2011” van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.