Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012
CiteertitelVerordening begraafrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen
Externe bijlageTabel behorende bij de Verordening begraafrechten 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b.
  2. Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2010

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013nieuwe regeling

01-11-2011

Leidschendammer / Voorburgse Courant 8-12-2011

634598 / 641688

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

gelezen het desbetreffende voorstel van het college van burgemeester en wethouders

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2010;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Parkweg, aan de Rodelaan (genaamd “Oosterbegraafplaats”) en aan de Tuinenlaan (genaamd “algemene begraafplaats Noorthey”);

  • b.

    stoffelijk overschot: lijk zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste lid sub a van de Wet op de Lijkbezorging;

  • c.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • e.

    particulier urnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

    • 3.

      het inrichten van een gedenkplaats;

  • f.

    algemeen kindergraf: een algemeen graf, bestemd voor het doen begraven van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf, bestemd voor overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • h.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnen;

  • i.

    particuliere plaats in urnentuin: een plaats in de urnentuin ten aanzien waarvan voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het plaatsen en geplaatst houden van een urn boven de grond;

    • 2.

      het plaatsen van een ander gedenkteken;

  • j.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • k.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats. Hieronder wordt, voor zover van belang, mede verstaan, bovengronds geplaatste urnen;

  • n.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • o.

    een keuzegraf: een particulier graf waarbij het graf gekozen kan worden uit graven waarvan afstand is gedaan van het recht tot begraven en graven welke vervallen zijn aan de gemeente. Deze graven liggen over de begraafplaats(en) verspreid.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van de diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 - Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag, dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van de degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 - Vrijstellingen

  • 1.

    De in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde rechten worden niet geheven voor het begraven van een als levenloos aangegeven of binnen drie maanden na de geboorte overleden kind dat met het stoffelijk overschot van de moeder in één kist wordt begraven.

  • 2.

    De in hoofdstuk 4 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde rechten worden niet geheven voor het opgraven van een stoffelijk overschot of een asbus of voor het verwijderen van een urn op rechterlijk gezag.

  • 3.

    Het in hoofdstuk 6 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde recht wordt niet geheven indien het een wijziging of aanvulling van een reeds bestaande grafbedekking betreft, alsmede indien voorwerpen worden vervangen door andere van dezelfde afmetingen.

Artikel 5 - Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 - Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 en onderdeel 6.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 - Wijze van heffing

Alle rechten, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 - Ontstaan belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak

  • 1.

    De rechten, bedoeld in onderdeel 6.4 van de bij deze verordening behorende tabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in onderdeel 6.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in onderdeel 6.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Andere rechten dan die bedoeld in onderdeel 6.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 5.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 6.

    Ontheffing wordt niet verleend indien deze minder dan € 10,00 bedraagt.

Artikel 9 - Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vemeld.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 12 - Overgangsrecht

  • 1.

    De “Verordening begraafrechten 2011” vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in de periode plaatsvindt.

Artikel 13 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening begraafrechten 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg

van 1 november 2011.

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond, drs.J.W. van der Sluijs

Bijlage Tabel behorende bij de Verordening begraafrechten 2012

Tabel behorende bij de Verordening begraafrechten 2012