Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weesp

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeesp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2012
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBegraafplaatsrechten 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 lid 1 a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201131-12-2014nieuwe regeling

08-12-2011

WeesperNieuws, 14-12-2011

Z.16285/D.10552

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2012

De raad van de gemeente Weesp;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2012. 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen Landscroon en Carspelhof;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:– het doen begraven en begraven houden van lijken;– het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;– het doen verstrooien van as;

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:– het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;– het doen verstrooien van as;

  • f.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    particuliere urnenplaats: een plaats in de urnentuin ter grootte van maximaal 60cm x 60 cm bestemd voor maximaal twee urnen;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid / strooiveld;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting (nader beschreven in uitvoeringsbesluit) op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • l.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • m.

    lijk: het stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene alsmede overblijfselen van een lijk (delen van het stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene na opgraving en bij ruiming).

  • n.

    beheersverordening: de ‘Beheersverordening begraafplaatsen Weesp 2011’

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld, wettelijke grafrust en gelijk stellen ingangsdata termijnen.

  • 1.

    De jaarlijkse bijdrage aan het algemeen onderhoud als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4,2 van de tarieventabel, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet is afgekocht, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in lid 1 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 wordt, in zoverre er sprake is van een bijzetting in een particulier graf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, particuliere urnenplaats of particuliere gedenkplaats, in verband met de wettelijke grafrust, het tarief dat is betaald voor de desbetreffende nog lopende rechten als bedoeld in hoofdstuk 1 of hoofdstuk 4 van de tarieventabel, voor zover de aflooptermijn daarvan niet langer dan 10 jaar is, verrekend met de voor de bijzetting verschuldigde rechten, met dien verstande dat de nog lopende rechten tegen het huidige tarief worden verrekend. Voor de berekening daarvan wordt een maand op 30 dagen gesteld en een jaar op 360 dagen.

  • 4.

    In afwijking van lid 2 wordt voor de berekening van de onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel de ingangsdatum gelijkgesteld aan de ingangsdatum van het verlenen van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel. De verstreken tijd, gelegen tussen de aanvang van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel en de datum van ingang van het onderhoudsrecht voor het voorwerp als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, wordt verrekend tegen het huidige tarief. Bij de berekening hiervan wordt een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn. 

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening begraafplaatsrechten 2011” van 9 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening begraafplaatsrechten 2012".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 8 december 2011 de raad voornoemd,

de griffier,                                    de voorzitter,

 

Mw. M. Walrave                          B. Horseling

 

Tarieventabel: behorende bij de 1  

HOOFDSTUK 1 VERLENEN VAN RECHTEN algemeen graf 1.1 Voor het doen begraven wordt geheven voor een periode van 10 jaren € 648,00 1.2 Voor het doen begraven van een overleden kind beneden de 12 jaar wordt geheven voor een periode van 10 jaren € 348,00 particulier graf 1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaren € 1.602,00 particulier urnengraf 1.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaren € 1.602,00 particuliere urnennis 1.5 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaren € 470,00 particuliere urnenplaats 1.6 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaren € 402,00 particuliere gedenkplaats 1.7 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaren € 802,00 1.8 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 tot en met 1.7 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht. 1.9 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 tot en met 1.7 met 20 jaren wordt een recht geheven gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht. HOOFDSTUK 2 BEGRAVEN 2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven: 2.1.1 in een nieuw particulier graf € 695,00 2.1.2 in een algemeen graf € 422,00 2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de één jaar wordt geheven: 2.2.1 in een nieuw particulier graf € 174,00 2.2.2 in een algemeen graf € 106,00 2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaar wordt geheven: 2.3.1 in een nieuw particulier graf € 348,00 2.3.2 in een algemeen graf € 211,00 2.4 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder in een bestaand particulier graf wordt geheven: 2.4.1 bij een eerste bijzetting € 651,00 2.4.2 bij een tweede bijzetting € 563,00 2.5 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de één jaar in een bestaand particulier graf wordt geheven: 2.5.1 bij een eerste bijzetting € 162,00 2.5.2 bij een tweede bijzetting € 144,00 2.6 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaar in een bestaand particulier graf wordt geheven: 2.6.1 bij een eerste bijzetting € 326,00 2.6.2 bij een tweede bijzetting € 281,00 2.7 Voor het begraven op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening wordt het recht, bedoeld in 2.1 tot en met 2.6, verhoogd met 125%. HOOFDSTUK 3 BIJZETTEN VAN ASBUSSEN EN URNEN 3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven: 3.1.1 in een particuliere urnennis € 152,00 3.1.2 in of op een particulier urnengraf € 152,00 3.1.3 in een algemeen urnengraf € 152,00 3.1.4 op een particuliere urnenplaats € 152,00 3.1.5 in of op een bestaand particulier graf € 152,00 3.2 Voor het bijzetten van asbussen en urnen op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening worden de rechten vermeld in dit hoofdstuk, verhoogd met 125%. HOOFDSTUK 4 GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD Vergunning grafbedekking. 4.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de beheersverordening, wordt geheven voor het plaatsen van grafbedekkingen, per grafbedekking € 69,00 Algemeen onderhoud. 4.2 Voor het door of vanwege de gemeente plegen van algemeen onderhoud van de begraafplaats beheersverordening wordt geheven: algemeen graf 4.2.1 voor een periode van 10 jaren € 100,00 4.2.2 het tarief als genoemd in 4.2.1 wordt verminderd met € 24,50 indien het onderhoud betreft van een algemeen graf ten behoeve van een overleden kind beneden de 12 jaar. particulier graf 4.2.3 voor een periode van 20 jaren € 582,00 particulier urnengraf 4.2.4 voor een periode van 20 jaren € 582,00 particuliere urnennis 4.2.5 voor een periode van 20 jaren € 73,00 particuliere urnenplaats 4.2.6 voor een periode van 20 jaren € 73,00 Vervolg algemeen onderhoud particuliere gedenkplaats 4.2.7 voor een periode van 20 jaren € 291,00 verstrooiingsplaats 4.2.8 voor een periode van 20 jaar € 73,00 4.2.9 Voor het verlengen van het algemeen onderhoud als bedoeld in 4.2.3 tot en met 4.2.8 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het algemeen onderhoud. 4.2.10 Voor het verlengen van het algemeen onderhoud als bedoeld in 4.2.3 tot en met 4.2.8 met 20 jaren wordt een recht geheven gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het algemeen onderhoud. Onderhoud voorwerpen. 4.3 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, als bedoeld in artikel 20 van de beheersverordening wordt geheven: algemeen graf 4.3.1 voor een periode van 10 jaren € 102,00 4.3.2 het tarief als genoemd in 4.3.1 wordt verminderd verminderd met € 25,00 indien het onderhoud betreft van een algemeen graf ten behoeve van een overleden kind beneden de 12 jaar. particulier graf 4.3.3 voor een periode van 20 jaren € 275,00 particulier urnengraf 4.3.4 voor een periode van 20 jaren € 275,00 particuliere urnennis 4.3.5 voor een periode van 20 jaren € 132,00 eigen urnenplaats 4.3.6 voor een periode van 20 jaren € 132,00 particuliere gedenkplaats 4.3.7 voor een periode van 20 jaren € 169,00 Vervolg onderhoud voorwerpen 4.3.8 Voor het verlengen van het onderhoud voorwerpen als bedoeld in 4.3.3 tot en met 4.3.7 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor onderhoud voorwerpen. 4.3.9 Voor het verlengen van het onderhoud voorwerpen als bedoeld in 4.3.3 tot en met 4.3.7 met 20 jaren wordt een recht geheven gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het onderhoud voorwerpen. Overgangsbepaling schoonhouden. 4.4 Voor een graf, waarvan het onderhoudsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet is afgekocht, wordt geheven per jaar € 73,00 4.5 Voor de toepassing van de in dit hoofdstuk genoemde rechten is de onderhoudstermijn gelijk aan de termijn waarvoor het recht tot het doen begraven is verleend dan wel het uitsluitend recht op een graf is verleend. HOOFDSTUK 5 OPGRAVEN, RUIMEN, VERSTROOIEN 5.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 1.183,00 5.2 Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde (niet zijnde “schudden”) dan wel in een nieuw graf wordt geheven € 1.576,00 5.3 Voor het na opgraven weer begraven in een ander bestaand graf wordt geheven € 1.772,00 5.4 Voor het verstrooien van as op een strooiveld wordt per asbus geheven € 152,00 5.5 Voor het verstrooien van as op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening wordt het recht als bedoeld in 5.4 verhoogd met 125%. HOOFDSTUK 6 OVERIGE HEFFINGEN 6.1 Voor het luiden van de klok wordt per half uur geheven € 104,00 Voor eensluidend afschrift, de griffier, Mw. M.Walrave